Bijdrage Carla Dik-Faber aan het algemeen overleg Ziekenhuiszorg en eerstelijnszorg in krimpregio’s

dinsdag 26 mei 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carla Dik-Faber als lid van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan een algemeen overleg met minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Onderwerp:   Ziekenhuiszorg en eerstelijnszorg in krimpregio’s

Kamerstuk:    28 828

Datum:           26 mei 2015

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie): Voorzitter. Vandaag spreken we over eerstelijnszorg en ziekenhuiszorg in krimpregio's. De minister heeft haar visie uiteengezet in een brief aan de Kamer. De brief bevat een opsomming van goede voorbeelden; voorbeelden die op zichzelf heus goed zijn, maar die zich vooral voordoen in gebieden waar één zorgverzekeraar dominant is. Dit maakt direct duidelijk dat zorg in de regio volgens de minister vooral een samenspel tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders is. Een onderliggende visie ontbreekt. Volgens de ChristenUnie draait het echter om de basisvraag: van wie is onze zorg? Die is niet van zorgverzekeraars of zorgverleners, hoe bekwaam die ook zijn. De zorg is van mensen, van mensen die wonen in de Randstad, Noordoost-Groningen, Zuid-Limburg of waar dan ook. De ChristenUnie vraagt de minister om per regio een visie op zorg te ontwikkelen. Denk aan een soort programma van eisen dat per regio inzichtelijk maakt welk zorgaanbod, van huisarts tot ziekenhuis, noodzakelijk is. Ook de kwaliteit van zorg is daarbij belangrijk. In de brief lees ik veel over technische oplossingen. Die helpen natuurlijk mee, maar kunnen niet de zorg van mens tot mens vervangen. Natuurlijk is hier ook een rol voor de zorgverzekeraars en zorgverleners weggelegd, maar de minister moet de regie nemen. Is zij daartoe bereid?

De minister schetst dat basiszorg dichtbij beschikbaar moet blijven en dat hoogcomplexe zorg geconcentreerd moet worden. Die beweging steunt de ChristenUnie, maar we horen vanuit het veld dat basiszorg en hoogcomplexe zorg niet helder gedefinieerd zijn. Hierdoor ontstaat een zichzelf versterkende beweging van basiszorg uit de regio die verhuist naar grotere ziekenhuizen. Ook de zorgverzekeraars hebben hierin een rol. Wil de minister daarom tot een heldere definitie komen?

Vindt de minister ook dat volumenormen niet te absoluut geformuleerd mogen worden? Een volumenorm is immers een kwaliteitscriterium, één van vele, en zegt niet zo veel over de kwaliteit zelf. Het strikt hanteren van volumenormen kan ertoe leiden dat goede zorg uit de regio verdwijnt. Bovendien betreft het aantal uitgevoerde behandelingen het aantal handelingen per locatie en niet het aantal handelingen per medisch specialist. Juist in de regio, waar medisch specialisten in verschillende ziekenhuizen werken, knelt dit. Ik krijg graag een reactie van de minister.

Begin dit jaar heeft de ChristenUnie tien punten voor goede zorg in de regio geformuleerd. Ik loop er een aantal kort langs. Het is goed dat de minister de criteria voor de beschikbaarheidsbijdrage wil verruimen, maar mijn fractie vindt dat niet genoeg. De beschikbaarheidsbijdrage moet zo snel mogelijk en met terugwerkende kracht worden uitbetaald. We hebben hier al eerder op aangedrongen. Ik krijg graag een reactie. Hoeveel extra middelen komen er eigenlijk beschikbaar, nu de voorwaarden voor het in aanmerking komen voor de beschikbaarheidsbijdrage weer worden verruimd? Ook ziet de ChristenUnie graag dat de beschikbaarheidsbijdrage verruimd wordt naar basiszorg of tenminste onderdelen daarvan. Ik ben bij veel regionale ziekenhuizen geweest en ik heb gezien dat het water hen aan de lippen staat.

Veranderingen in het zorglandschap hebben veel gevolgen voor bewoners. Wij vinden daarom dat de lokale gemeenschappen en de lokale democratie veel meer betrokken moeten worden bij bijvoorbeeld fusies. Hoe wil de minister dit bevorderen? In haar brief schrijft ze dat er gezocht wordt naar nieuwe methodes. Waar denkt ze aan? Wie zijn hierbij betrokken? Is de VNG bijvoorbeeld een van de partijen die meedenken? Wat vindt de minister van het pleidooi van het Netwerk Cliëntenraden in de Zorg (NCZ) om patiënten- of cliëntenraden een verzwaard adviesrecht te geven?

Ziekenhuizen voelen zich soms als kinderen op een schoolplein die speelafspraakjes met elkaar maken, maar waar altijd één kind achterblijft dat niemand heeft om mee te spelen. Ziekenhuizen willen niet dat ene kind zijn. De druk om te fuseren is daarom groot. Die gaat met die, maar ik blijf over, zo denken ze. Fusies leiden niet altijd tot betere zorg. Soms staan mededingingsregels samenwerking in de weg en besluit men maar tot een fusie. Kan de minister inventariseren om welke regels het precies gaat en kan zij dit terugkoppelen?

Mijn collega van het CDA refereerde al aan de bijeenkomst vanmiddag van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV). De LHV heeft de minister een rapport gepresenteerd dat precies hierover gaat. Het is een belangrijk rapport. Mededinging in de zorg wringt echt, juist in krimpregio's. De hartenkreet van de huisartsen om de Mededingingswet niet langer van toepassing te laten zijn op zorg, onderstreep ik van harte.

Ik dank de minister voor haar antwoorden op mijn vragen over de waddenheli. Het is goed dat hierin wordt voorzien middels de beschikbaarheidsbijdrage.

De uitrusting van de ambulances is steeds beter geregeld, maar klopt het dat hiervoor geen normen zijn? Wil de minister die uitwerken?

In de brief schrijft de minister over het belang van de nabijheid van farmaceutische zorg, dus van de apotheek, ook in acute situaties. Vanuit het veld hoor ik echter dat dit onvoldoende geregeld is en dat zorgverzekeraars dit niet goed inkopen. Wil de minister dit onderzoeken?

Tot slot kom ik op de cijfers die we vanmiddag krijgen in de eerste Zorgmonitor Krimpgebieden. Het te verwachten zorggebruik voor de krimp- en anticipeergebieden zal hoger zijn dan in de rest van Nederland. Als dit niet goed wordt meegenomen in de vereveningssystematiek, vrees ik voor risicoselectie. Ik begrijp dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoek doet naar de mogelijkheden om het vereveningsmodel aan te passen. Wat de ChristenUnie betreft wordt daar flink vaart mee gemaakt. Graag krijg ik een reactie van de minister.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug