Bijdrage Joël Voordewind aan plenair debat over rapport Inspectie V & J inz. zelfmoord gedetineerde

donderdag 18 april 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Joël Voordewind aan een plenair debat met staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Debat over het rapport van de Inspectie voor Veiligheid en Justitie inzake een zelfmoord van een gedetineerde

Kamerstuk:    19 637

Datum:            18 april 2013

De heer Voordewind (ChristenUnie):

Voorzitter. Het overlijden van de heer Dolmatov heeft op ons allen een diepe indruk gemaakt, zeker nu wij meer inzicht hebben gekregen in de omstandigheden rond dit overlijden. Ons medeleven gaat dan ook uit naar zijn familie, en met name naar zijn moeder.

Mijn fractie heeft respect voor staatssecretaris Teeven die, nadat het onderzoeksrapport was uitgekomen, in duidelijke bewoordingen aangaf dat hij voor deze situatie de politieke verantwoordelijkheid draagt. Staatsrechtelijk is dat inderdaad het geval. Hij loopt daar dus niet voor weg. Het is daarom goed dat hij zich voor de uitvoering van deze politieke verantwoordelijkheid hier in het parlement verantwoordt. Zo hoort dat, al weten we ook dat dit niet altijd zo gebeurt. Vandaag zullen wij als parlement een oordeel moeten vellen over deze verantwoording.

Ook voor de ChristenUnie-fractie waren de conclusies van de inspectie niet verrassend. Er waren al diverse rapporten van Amnesty, van VluchtelingenWerk, van de Ombudsman, van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, zelfs al uit 2009. Hierin is substantiële kritiek geuit, met name op de vreemdelingendetentie. De Ombudsman constateerde gisteren dat er niet tot nauwelijks verbeteringen zijn doorgevoerd naar aanleiding van de kritiek die hij eerder uitte, met name met betrekking tot de vreemdelingendetentie. Sterker nog, toen de Ombudsman om een reactie vroeg op zijn laatste rapport uit 2012, werd er schamper opgemerkt: o, wilde u een antwoord; waarom maakt u het ons zo moeilijk? Het beleid is volgens de Ombudsman gericht op het zo veel mogelijk afhouden en tegenhouden van asielzoekers, uit angst voor een aanzuigende werking. Of, zoals VluchtelingenWerk de houding van de medewerkers betitelt: de nadruk ligt op het nadeel in plaats van op het voordeel van de twijfel.

Ik kom terug op twee centrale vragen: is het een incident of een trend? Ook na de hoorzitting van gisteren moge duidelijk zijn dat de zaak-Dolmatov niet op zichzelf staat, maar symbool staat voor de vele fouten die worden gemaakt in de keten. De medische zorg is nog steeds niet op orde, de dossieroverdracht werkt niet goed, de rechtsbijstand is te afwachtend, er wordt geen directe kans geboden om een eigen advocaat in te schakelen en de fouten in het INDiGO-systeem hopen zich op: nu waarschijnlijk 300 maal, waarvan zeven onrechtmatige uitzettingen. Niet voor niets trekt de inspectie lessen uit deze zaak voor de bredere asielketen. Ook de inspectie vindt dat nader onderzoek nodig is naar de gebreken in de communicatie, de dossieroverdracht en de registratie van de status van de asielzoeker in de gehele vreemdelingenketen. Het ontbreekt de diensten en het ministerie aan zelfreinigend vermogen. De reactie op de brandbrief van tien gedetineerden, zelfs na de dood van Dolmatov, toont dit nog eens duidelijk aan, alsook het uitblijven van een inhoudelijke reactie op het laatste rapport van de Ombudsman.

Ik kom tot verschillende vragen aan de staatssecretaris. Waarom nam de staatssecretaris het INDiGO-systeem al in gebruik, terwijl het overduidelijk was dat dit systeem nog te veel risico's meebracht? Dat was allang duidelijk, voordat de inspectie met haar rapport kwam; we hebben hier immers in de Kamer over gesproken.

Waarom verdedigt de staatssecretaris zo abrupt en definitief de asielafwijzing van de heer Dolmatov door de IND, ook al was de heer Dolmatov eerder bedreigd en gearresteerd door de Russische veiligheidsdiensten, was hij een actief oppositielid en was hij werkzaam in een zeer gevoelige raketfabriek? Vindt de staatssecretaris ook dat er nader onderzoek nodig is naar de gebreken in de vreemdelingenketen, aangezien het onderzoek zich specifiek richtte op Aleksandr Dolmatov? De ChristenUnie overweegt op dit punt in tweede termijn een motie in te dienen. Is de staatssecretaris bereid voorlopig af te zien van verdere asielwetgeving, zoals de strafbaarstelling van illegalen, zolang de verbeterpunten uit het inspectierapport nog niet zijn doorgevoerd en geaudit?

Is de staatssecretaris bereid, de Kamer direct te informeren indien er weer sprake is van een onrechtmatige plaatsing in de vreemdelingendetentie en van onrechtmatige uitzetting? Moet de advocaat van de asielzoeker niet direct op de hoogte worden gesteld van plaatsing in vreemdelingendetentie, zodat deze niet afhankelijk is van de piketadvocaat? Is de staatssecretaris verder bereid, versneld over te gaan tot de alternatieven voor vreemdelingendetentie voor eenieder die geen strafbare feiten heeft gepleegd? Het kabinet komt voor de zomer met zijn visie hierop, maar ik vraag het toch omdat we hierop al heel lang wachten. Bovendien zijn de alternatieven bekend en lopen er al pilots.

Voorzitter. Ik sluit af met de belangrijkste vraag voor mijn fractie. In hoeverre vindt de staatssecretaris dat hij, als hij al niet wist van fouten in de keten, er wel van had moeten weten? Ik vraag dat ook, omdat zijn directies het volgens de inspectie wel wisten.

De staatssecretaris heeft beterschap beloofd en aangegeven hoe hij in de toekomst wil voorkomen dat dit soort situaties zich nogmaals voordoet. Dat is goed. Het is zelfs zeer noodzakelijk. Het laat echter onverlet dat de vraag gesteld moet worden of deze staatssecretaris, na alles wat er is gebeurd en waarvoor hij staatsrechtelijk de volledige politieke verantwoordelijkheid draagt, nog wel de man is om daaraan invulling te geven. Op basis van alles wat er gebeurd is, is dat voor de fractie van de ChristenUnie nog geen uitgemaakte zaak. Voordat wij ons definitieve oordeel daarover geven, wachten we de publieke verantwoording van de staatssecretaris af.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug