Waarom zouden we bang zijn? (column ND)
Heel erg bang zijn we misschien niet, maar een beetje bang wel. Voor jonge moslims die bij ons uit de buurt richting Syrië gaan om daar in naam van Allah te gaan moorden. Voor degenen die blijven en bereid zijn hier ‘een sterke en stevige daad te verrichten’, waar die Nederlandse Nusra-strijder via een Youtube-filmpje toe opriep.
Met code oranje of rood en met bezwerende woorden van minister Opstelten worden onze angsten gedempt tot zorgen. Maar erg gerust zijn we er niet op. En dan hebben we ook nog dat Russische Bokito-gedrag aan de oostgrens van Europa. De Russen zullen niet snel in onze keuken staan, maar het gedoe in onze achtertuin is al vervelend genoeg.
Grote vraag is: zijn er goede redenen om bang te zijn?
Er zijn twee redenen om met veel vertrouwen de krant te blijven lezen. Ondanks alle aangrijpende en schokkende gebeurtenissen waarover ook de komende maanden en jaren bericht zal worden.
niet aantrekkelijk
De eerste reden wordt ons aangereikt door Francis Fukuyama. Hij schreef het beroemde Het einde van de geschiedenis. De clou van zijn – vaak verkeerd begrepen – verhaal is dat er simpelweg geen aantrekkelijk en duurzaam alternatief is voor de democratische rechtsstaat en haar waarden. Er is een menselijke conditie, die niet ontkend kan worden. Tirannen kunnen een tijdje net doen alsof we niet zijn geschapen naar Gods beeld, maar kunnen dat niet eindeloos volhouden. Mensen en hun culturen gedijen namelijk het beste bij waarden als vrijheid, rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en ieders gelijkheid voor de wet. Rusland en ISIS kunnen een tijdje deze waarden met voeten treden, maar duurzaam en vreedzaam zal hun bestuur nooit kunnen zijn. Laat staan dat er een massale migratie richting Rusland of het kalifaat plaatsvindt. Het is zoals de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring het verwoordt: ‘Wij houden deze waarheden voor vanzelfsprekend (‘self-evident’), dat alle mensen als gelijken zijn geschapen, dat zij door hun Schepper met bepaalde onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het streven naar geluk.’
De democratische rechtsstaat is een zegen en zal zichzelf steeds weer bewijzen. Wij kunnen onze eigen bestuurders kiezen en weer wegstemmen. De wet garandeert ieders recht en er is onafhankelijke rechtspraak. Er is hier alle vrijheid om van alles te geloven, niet te geloven, dat geloof van de daken te verkondigen, tenzij het ontaardt in een aanmoediging van haat en geweld. We zorgen ervoor dat iedereen een fatsoenlijk leven kan leven en hebben de beste zorg ooit.
Er is regelmatig heel veel op het Westen aan te merken, zoals bij onrechtvaardige economische verhoudingen en misplaatst militair ingrijpen. Maar dat westers falen is niet zozeer te wijten aan onze waarden en veel meer aan onze ontrouw daaraan.
De tijdelijke aantrekkelijkheid van Putins bestuur of van het kalifaat is een ontspoord verlangen naar een utopische heilsstaat, dat uiteindelijk op een desillusie zal uitlopen.
bezorgdheid
De tweede antistof tegen angst wordt ons aangeboden door Jezus. Bij talloze ontmoetingen in het evangelie zijn de eerste woorden die bange mensen te horen krijgen: ‘Vrees niet’. We zijn geneigd tot bangheid voor wat mensen ons met woorden en daden kunnen aandoen, en voor wat God met ons kan doen. We zijn veel meer in staat tot bezorgdheid over ons natje en droogje dan dat we ons vertrouwen op God willen stellen. Terwijl Jezus ons keer op keer verzekert: Ik heb de wereld overwonnen, Ik ben met je, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.
Toen in 2003 Saddam van zijn troon was gestoten en Irak in een onbestemd vacuüm belandde, kreeg mijn toenmalige Egyptische baas de vraag van Iraakse christenen om naar Bagdad te komen. Ze wilden hulp, medicijnen, christelijke lectuur. Toen we de risico’s bespraken – en die waren echt veel kleiner dan ze later zouden worden – sprak hij woorden die ik nooit ben vergeten en die toen de doorslag gaven: ‘Als we niet bereid zijn ons leven te riskeren voor onze broeders en zusters daar, wat is ons geloof dan waard?’
En zo is het. De ultieme nekslag voor onze angst is Jezus’ belofte dat – zelfs als het ergens tussen Amman en Bagdad of tussen Amsterdam en Barneveld mis gaat – dat nog niet het einde van de wereld is. Wie in Jezus gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft (Johannes 11).
Kom op, mensen. Waarom zouden we bang zijn?
Gert Jan Segers schrijft in het Nederlands Dagblad iedere zes weken een column.
Nieuwsarchief > 2014 > oktober
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Waarom zouden we bang zijn? (column ND)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.