Een aantal Nederlandse kledingbedrijven hebben inmiddels het zogenaamde ‘Safety Accord’ ter verbetering van de veiligheid van werknemers in Bangladesh ondertekend. Ook in andere lagelonenlanden komen echter veiligheidsproblemen voor en worden arbeidsrechten veelvuldig geschonden. Zo is er sprake van kinderarbeid, slavernij en discriminatie. Voordewind roept op om in het convenant doelen op te nemen die dit tegengaan: “Consumenten moeten er zeker van zijn dat hun kleding niet door middel van uitbuiting is geproduceerd.” 

Op dit moment heeft de kledingbranche weliswaar een plan van aanpak op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar hierin zijn geen concrete doelen opgenomen waarop de sector afgerekend kan worden. In de motie vraagt de ChristenUnie dan ook om een concreet stappenplan in het convenant op te nemen. “Ik ben blij dat de minister nu bindende afspraken wil gaan maken met kledingbedrijven over een leefbaar loon en het tegengaan van dwangarbeid en kinderarbeid”, aldus Voordewind.