Kuiper: gemeenten zelf laten beslissen
ChristenUnie-senator Roel Kuiper heeft zich vandaag in de Eerste Kamer uitgesproken tegen het afschaffen van deelgemeenten. 'Voor de ChristenUnie is een zelfstandig lokaal bestuur een belangrijk uitgangspunt. Gemeenten moeten daarom zelf kunnen kiezen of ze deelgemeenten afschaffen of instellen. Dat hoeft de Rijksoverheid niet voor ze te bepalen.'
Lees hieronder de hele bijdrage van senator Roel Kuiper aan het debat over Wetsvoorstel 33 017: Afschaffing bevoegdheid gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen
Mdv, wat de ene generatie opbouwt, breekt de volgende weer af. Wij spreken vandaag over de afschaffing van de bevoegdheid van gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen. Deze mogelijkheid heeft decennia lang bestaan, maar vallen nu ten prooi aan de behoefte van dit kabinet het mes te zetten in de omvang van het lokale bestuur en het middenbestuur. Indertijd, toen er ruimte werd geschapen voor deelraden, overheersten kwalitatieve argumenten. Deelraden brachten herkenbare democratisch-gelegitimeerde bestuursactiviteit in grote stadsagglomeraties dichter bij de burger. Nu de ruimte wordt weggenomen voor het instellen van deelraden overheersen vooral kwantitatieve argumenten. Er zijn teveel bestuurders, het zijn te dure hulpstructuren geworden. Het kabinet wil ”bestuurlijke drukte” terugdringen en in haar ogen is dit te bereiken door het afschaffen van de deelgemeenten. Dat zijn geen krachtige argumenten. Wie uit is op spreiding van bestuur, moet mensen inzetten. Dat is ‘all in the game’. Maar dan is het wel wat pover om nu als groot bezwaar aan te voeren dat die mensen geld kosten en dat we ook met minder toe kunnen. Het is overigens ook niet waar dat wij in Nederland veel politieke ambtsdragers hebben. We zijn in dat opzicht nog altijd een vrij sober land. Niettemin worden nu de deelraden op de korrel genomen. Zoals we nog zullen zien wordt het werk er niet minder om en worden de lijnen tussen overheid en burger bij het verdwijnen van de deelraden alleen maar langer.
Gemeentelijke autonomie
Voorzitter, voor de ChristenUnie is een zelfstandig lokaal bestuur een belangrijk uitgangspunt. Burgers en bestuurders moeten zoveel mogelijk de ruimte krijgen in zelfstandigheid besluiten te nemen ten behoeve van de eigen gemeenschap. Daartoe kan men ook de mogelijkheid rekenen om deelgemeenten in te stellen. Uiteraard is het aan gemeenten zelf of ze van deze mogelijkheid gebruik willen maken. Maar er zijn situaties waarin het heel wijs en verstandig is om deelgemeenten in te stellen, bijvoorbeeld waar kleinere gemeenten worden opgeslokt in grotere gemeenten of waar de schaal van gemeenten zo groot wordt dat het verstandig is een nadere geleding in het lokaal bestuur aan te brengen. Een deelgemeente maakt vormen van lokale autonomie zichtbaar en versterkt deze ook. Het argument dat er een vierde bestuurslaag is ontstaan en dat een hulpstructuur te belangrijk wordt gemaakt ten opzichte van het hoofdschap gaat toch werkelijk niet heel diep. Principieel is dit niet zo, feitelijk zijn er wel eens fricties, maar die leiden niet tot onwerkbare situaties.
Waarom zou de Rijksoverheid een mogelijkheid die ze zelf schiep nu weer uit de wet moeten halen? Kunnen gemeenten zelf hun bestuurlijke arrangement niet evalueren en aanpassen? In Amsterdam is dat intussen gedaan. Volgens mijn fractie is het niet aan het Rijk om te bepalen hoe compact lokale overheden dienen te zijn.
Bestuurlijke drukte
MdV, een belangrijke toets voor het welslagen van deze operatie is of de wet de door het kabinet genoemde “bestuurlijke drukte” wel oplost. Blijft de noodzakelijke decentralisatie in het gemeentelijke bestuur niet onontkoombaar verbonden met afstemming, allerlei vormen van overleg en andere bestuurlijke bezigheden? Het vuil moet worden opgehaald, achterstand aangepakt, krachtwijken verder ontwikkeld. Is dit geen broekzak-vestzak geval?
Hoofdschap
Kijkend naar de voorgeschiedenis van de Gemeentewet en de instelling van bestuurscommissies valt een belangrijk motief op dat altijd heeft gegolden. De Gemeentewet van 1964 gaf de mogelijkheid voor gemeenten om commissies in te stellen die “ontlasting van de raad door verspreiding van bestuursmacht’’ mogelijk zouden kunnen maken. Anders gezegd kon de centrale gemeenteraad bepaalde taken naar bestuurscommissies delegeren zodat deze ondersteunend aan de gemeenteraad zouden functioneren. Omdat het in 1983 opgenomen artikel 4 Grondwet zijn weerslag kreeg in artikel 87 Gemeentewet, konden deze (territoriale)bestuurscommissies onder bepaalde voorwaarden als algemeen vertegenwoordigende organen worden aangemerkt. Zodra zij als zodanig werden aangemerkt, moesten zij rechtstreeks gekozen worden.
Bij de aanpassing van de Gemeentewet in 1994 werd dit punt opnieuw onderstreept: indien een (territoriale)bestuurscommissie een “substantieel takenpakket” krijgt, zou ze verkozen moeten worden. Dat is een plausibele redenering die een gemeente alle ruimte geeft te variëren in bestuursvormen. Alleen in Amsterdam en Rotterdam is van die ruimte gebruik gemaakt. Alleen de grotere steden hebben dus in de praktijk behoefte aan het instellen van deelgemeenten. Welnu, dit was ook altijd de bedoeling. In dat licht is het kabinetsargument over de “uit de hand gelopen hulpstructuur” weinig overtuigend meer. Het staat nog te bezien of ze uit de hand gelopen zijn – er is nauwelijks onderzoek gedaan - en verder is de behoefte eraan geen algemeen verschijnsel. Het hoofdschap van de centrale gemeenteraad is nergens in gevaar.
Burger/proportionaliteit
Het kabinet geeft aan dat het functioneren van de deelgemeenten in Amsterdam en Rotterdam op zich niet een aanleiding vormde voor het voorliggende wetsvoorstel. Intussen wordt in beide steden nagedacht over een nieuwe invulling van de stadsdeelbesturen. Dat is hun vrijheid. Rotterdam en Amsterdam hebben allebei geen wet nodig om tot een herinrichting van hun binnengemeentelijk bestuur te komen. Maar omgekeerd is het wel jammer en een aantasting van diezelfde vrijheid als gemeenten nooit meer deelgemeenten mogen instellen. Zelf ben ik een inwoner van het stadsdeel Amsterdam-Noord. Het verdwijnen van de deelgemeente zal leiden tot afnemende sensibiliteit voor wat er in de wijken gebeurt en vergroot de bestuurlijke afstand tot de centrale gemeenteraad. Veel inwoners van dit stadsdeel van zo’n 80.000 mensen zien het verdwijnen van de deelgemeente als een wezenlijke verschraling van de bestuurlijke situatie. Ook in Rotterdam is al geconstateerd dat de afschaffing van deelgemeenten geen bijdrage is aan het dichten van de kloof tussen burger en bestuur.
MdV, Dit wetsvoorstel ontneemt het lokale bestuur een instrument in een tijd waarin tegelijkertijd veel van gemeenten wordt gevraagd. Het zorgt niet voor minder bestuurlijke drukte, want het werk moet worden gedaan. Blijft over dat het kabinet vooral graag wil laten zien dat ze in staat is ook te snijden in de lasten van de overheid zelf. Maar dat snijden gebeurt in dit geval bij de gemeentelijke overheid, die daar in principe zelf over moet gaan. Een bezuiniging invullen voor een andere bestuurslaag is gemakkelijk, maar komt de Rijksoverheid principieel niet toe. De argumentatie van het kabinet omtrent dit wetsvoorstel vinden wij ontoereikend om in te kunnen stemmen met het laten verdwijnen van deze mogelijkheid voor lokaal bestuur uit de Gemeentewet.
- Labels
- Eerste Kamer
- Roel Kuiper
Nieuwsarchief > 2013 > januari
Geen berichten gevonden