Roel Kuiper: 'Rechtspraak ook buiten de randstad bereikbaar houden'
Tijdens een debat over de herziening van de gerechtelijke kaart heeft ChristenUnie-senator Roel Kuiper aandacht gevraagd voor de mega-regio Oost. 'Het mega-arrondisment beslaat straks 81 gemeenten. Dat is wel een erg groot gebied en dat kan ten koste gaan van de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de rechtspraak.'
Lees hieronder de hele bijdrage van Roel Kuiper aan het debat over Wetsvoorstel 32891: Herziening gerechtelijke kaart
MdV, onze fractie kan zich het nodige voorstellen bij de herziening van de gerechtelijke kaart in het licht van veranderde omstandigheden en nieuwe opgaven voor de rechterlijke macht. De indeling in 19 arrondissementen dateert uit 1934 en nog kort na de Tweede Wereldoorlog gold als argument dat burgers geen ‘lange en omslachtige reizen’ zouden moeten maken om voor de gerechten als partijen, getuigen of verdachten te verschijnen. We leven nu in de 21e eeuw en een goed bereikbare rechter is anno 2012 nog steeds belangrijk, maar inmiddels hoeven we niet meer te spreken over ‘omslachtige reizen’ als we een provinciegrens overschrijden.
Inmiddels worden er ook andere eisen gesteld aan de rechtspraak. Zaken zijn niet alleen ingewikkelder, ook is het werkveld van de rechter enorm verbreed. Door mondialisering, juridisering van verhoudingen en technologische ontwikkelingen is de rechtspraak complexer geworden. Dit heeft gevolgen voor het werk van de rechters: naast de kleine diefstallen en burenruzies, spreken zij ook recht in grote Europese aanbestedingszaken en ingewikkelde eigendomszaken.
Het functioneren van de rechtsstaat is een groot goed. We kunnen niet dankbaar genoeg zijn voor een onafhankelijke rechtspraak en dienen ons in te zetten voor de versterking ervan. Wij kunnen de beweging naar versterking van de arrondissementen door concentratie en specialisatie als bijdrage aan de versterkte kwaliteit van de rechtspraak volgen. Onze fractie heeft wel de wens dat veel voorkomende zaken, kleinere strafzaken en kantonrechtspraak dicht bij burgers blijft plaatsvinden. Het motto van de Minister: “grootschalig organiseren, kleinschalig werken”, moet echt gaan functioneren.
Voor mijn fractie rest de vraag: is deze gedachte verstandig uitgevoerd in de voorliggende herziening? MdV, veel hangt af van de invulling die de Minister zal geven aan deze enorme operatie die met vasthoudendheid en de nodige souplesse door hem ten uitvoer wordt gebracht. Ik wil me richten op drie thema’s. In de eerste plaats de werking van de zaaksverdelingsreglementen. Ten tweede, duurzame borging van de spreiding van zittingsplaatsen. En tenslotte, een goede monitoring van de ontwikkelingen in het mega-arrondissement Oost-Nederland.
De zaaksverdelingsreglementen
De zaaksverdelingsreglementen zijn een eerste sleutel tot het succes van de herziening. Zij bepalen of de gerechten op het niveau waarvoor zij ontworpen zijn goed gaan functioneren. De Raad voor de Rechtspraak heeft een belangrijke rol gekregen bij het toezicht op deze reglementen. De minister is op afstand komen te staan.
Deze belangrijke rol van de Raad voor de Rechtspraak mag echter geen hefboom worden voor een cultuur waarin normen van efficiency het gaan winnen van de kwaliteit van de rechtspraak. voor worden. In vorige voorstellen had de minister de bevoegdheid het zaaksverdelingsreglement goed te keuren. Dit lag ook in de rede, de zaaksverdeling raakt een veelheid van belangen in de samenleving: burgers, advocaten, het OM, de politie en gemeenten hebben belang bij een verstandige werkverdeling. Politieke verantwoordelijkheid lijkt hier passend.
Nu heeft de Minister een kleinere rol, ze kan alleen als ultimum remedium slechte reglementen voor dragen voor vernietiging door de Kroon. De Raad voor de Rechtspraak had namelijk principiële bezwaren tegen bemoeienis van de regering. Uiteindelijk is gekozen voor een grote rol van de gerechtsbesturen en een instemmingsrecht door de Raad voor de Rechtspraak. Hoe gaat dat instemmingsrecht functioneren? Wordt alleen een reglement goedgekeurd als de Raad het er mee eens is?
Is de Minister tevreden met een marginale rol in het vaststellen van het zaakverdelingsreglement? Was het niet beter geweest, met het oog op de veelheid en grootte van de belangen, dat hij de goedkeuringsbevoegdheid had behouden? Hoe ziet hij in dit verband de rol van de Presidenten? Moet de Presidentenvergadering een steviger status krijgen nu de rol van de minister kleiner is geworden? Graag een reactie.
De zittingsplaatsen
Om kleine veelvoorkomende zaken dichtbij de rechtzoekenden te wijzen, stelt de Minister voor om 32 zittingsplaatsen te behouden. Mijn fractie is tevreden met dit aantal. Het verzekert de nabijheid van rechtspraaklocaties aan de burgers. Dit is in het belang van een goede rechtspraak. De Minister kiest ervoor om deze plaatsen per algemene maatregel van bestuur aan te wijzen. Parlementaire betrokkenheid wordt gegarandeerd door de amvb voor te hangen bij het parlement.
MdV, mijn fractie begrijpt de wens van de Minister om in te kunnen spelen op veranderende omstandigheden, maar vindt een amvb te mager gezien het belang van lokale zittingsplaatsen voor een goede rechtspraak. Daarnaast begrijpt mijn fractie de voordelen van flexibiliteit. Zouden we niet moeten voorstellen om minimumstandaarden vast te leggen in een formele wet? Zo zouden we kunnen vastleggen dat er in Nederland minimaal 25 zittingsplaatsen dienen te zijn, en dat er minimaal één zittingsplaats per provincie [HeW1] zal zijn? De amvb regelt dan de precieze rechtspraaklocaties. Wat vindt de Minister van dit idee? Graag een reactie.
Oost-Nederland
Dan is er de kwestie van de grootte van het mega-arrondissement Oost-Nederland. Daar is al veel over gezegd, maar onze fractie blijft sceptisch en denkt dat het kleinschalig werken hier in de verdrukking komt.
Zoals bekend is de ChristenUnie voorstander van het opknippen in twee arrondissementen, samenvallend met Overijssel en Gelderland. We hebben ook het idee dat de indeling van de gerechtelijke kaart hier wel erg dwingend heeft gewerkt voor de politieregio’s. In hoeverre is dat zo, vragen we de Minister? Wanneer denkt hij dat het opportuun kan worden zowel de indeling van de gerechtelijke kaart als de politieregio Oost in kleinere eenheden op te splitsen?
Er is ons veel aangelegen dat de Minister de situatie in de gaten houdt. Het voorstel van de Tweede Kamer om in drie jaar te komen tot evaluatie van de doeltreffendheid en effecten van deze wet in Oost-Nederland, steunen wij natuurlijk. Maar deze moet wel scherp worden uitgevoerd. Welke indicatoren gaat de Minister gebruiken om de doeltreffendheid en effecten te meten? Wij vinden het vooral belangrijk inzicht te krijgen in de gevolgen voor een uniforme rechtstoepassing, de bereikbaarheid van de zittingslocaties en de werking van gestapelde managementslagen.
Wij rekenen erop dat de Minister niet alleen een evaluatie afwacht, maar de situatie in Oost-Nederland actief monitort. Daarom rekenen wij erop dat de Minister in ieder geval de komende drie jaren een vinger aan de pols houdt. Kan de Minister dit toezeggen?
MdV, ik sluit af. Mijn fractie ziet het nut van specialisatie en van een slim georganiseerde rechtspraak. Daarnaast is het ook in het belang van een goede rechtspraak dat recht zo dicht mogelijk bij de rechtzoekende gesproken wordt. Hiervoor is een goed toezicht op het zaaksverdelingsreglement, de vastlegging van een minimumaantal zittingsplaatsen en een goede monitoring van de situatie in Oost-Nederland belangrijk voor mijn fractie. We zien nu uit naar de antwoorden van de minister.
Roel Kuiper, ChristenUnie, 3 juli 2012
- Labels
- Eerste Kamer
- Roel Kuiper
Nieuwsarchief > 2012 > juli
Geen berichten gevonden