Bijdrage Esmé Wiegman debat Burgerinitiatief Uit Vrije Wil
Vorig najaar na afloop van een congres van de Nederlandse Vereniging voor Vrijwillig levensEinde (NVVE) haalde ik mijn zoon Yorik van 7 jaar op van drumles. Dolenthousiast kwam hij naar buiten. Met drumles ging het goed. Ze hadden een mooi nummer gespeeld. Toen hij eindelijk uitgepraat was, vroeg hij aan mij wat ik had gedaan. ‘Ik heb een soort spreekbeurt gehouden over euthanasie’, vertelde ik. ‘Euthanasie? Wat is dat?’ vroeg Yorik. ‘Dat mensen dood willen,’ antwoordde ik. Hij stopte even met het losmaken van zijn schoenen en keek me verbaasd aan. ‘Dat mensen dood willen? Dat is super-apart’ was zijn reactie.
Het burgerinitiatief is eigenlijk ook wel super-apart. Dat mensen kunnen lijden aan het leven en weinig zin kunnen ervaren aan het einde van het leven, daar kan mijn zoon zich nog niet zoveel bij voorstellen, maar mensen met een beetje levenservaring wel. Het is niet vreemd om te vragen naar de dood. Zeker niet als je oud bent geworden en niet meer weet waar je nog voor leeft. Maar de oplossingsrichting die het burgerinitiatief biedt is op z’n zachtst gezegd super-apart.
Elk mens en elke politieke partij zal redeneren vanuit principiële uitgangspunten wanneer het voorstel Uit vrije wil aan hem of haar wordt voorgelegd. De ChristenUnie gaat uit van een christelijke visie op het leven: het leven is gegeven, elk leven is volwaardig ook al functioneert het niet, of niet meer volledig. De waardigheid van een mens is niet afhankelijk van wat iemand kan, maar alleen van het feit dat hij of zij er is. Kwetsbaar leven is waardevol.
Ik besef dat ik met deze christelijke levensvisie verschil van de visie waarop het burgerinitiatief is gebaseerd. Maar welke levensvisie je ook aanhangt, je kunt niet om het feit heen dat uitvoering van het burgerinitiatief een grote maatschappelijke impact heeft. Een paar kritische opmerkingen en kanttekeningen:
Het behaalde aantal handtekeningen van het burgerinitiatief vraagt om een interpretatie. Die interpretatie wordt nu eenzijdig geleverd door de initiatiefgroep. Een weloverwogen oordeel moet steunen op gedegen wetenschappelijk onderzoek naar het probleem. Dat onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden. Het burgerinitiatief is dus prematuur.
De ‘voltooid leven’ problematiek betreft de existentiële dimensie van het lijden. Deze dimensie staat op veel plaatsen onder grote druk. (Geestelijk verzorgers worden in veel verpleeghuizen momenteel wegbezuinigd en artsen zijn nog onvoldoende toegerust.) Goed beleid zou betekenen dat eerst hierin verder geïnvesteerd wordt voordat de drempel om uit het leven te stappen verlaagd wordt.
Het recht op zelfbeschikking is geen absoluut recht. Het EHRM acht het toelaatbaar grenzen te stellen aan de uitoefening van het zelfbeschikkingsrecht (art. 8)als de wijzen waarop van het zelfbeschikkingsrecht gebruik wordt gemaakt onverenigbaar is met de menselijke waardigheid (art. 3) (of andere in een democratische samenleving fundamentele waarden.) In dat licht geeft het recht op zelfbeschikking dus geen absolute aanspraak op individualiteit, onafhankelijkheid en keuzevrijheid.
Het burgerinitiatief zelf is intern contradictoir. Enerzijds wordt zelfbeschikking geclaimd, vervolgens wordt deze weer uit handen gegeven, en werkt autonomie eenzijdig uit in de richting van verantwoordelijkheid voor alleen het eigen leven, zonder daarin rekening te houden met de verantwoordelijkheid voor het leven van anderen en de maatschappelijke gevolgen van deze richting.
Deze maatschappelijke gevolgen betreffen een aantal mogelijk ingrijpende neveneffecten die eerst goed in kaart gebracht zouden moeten worden: (1) een verdere negatieve beeldvorming rond de ouderdom; (2) een verheerlijking van de zelfgekozen dood waarmee de draagkracht voor lijden en acceptatie van tragiek verder afneemt; (3) een toename van de reeds zware belasting van artsen; (4) verdere isolatie ten opzichte van de omringende Europese landen.
De wet moet veiligheid en bescherming bieden voor de zwakkeren in een samenleving. De richting die het burgerinitiatief Uit Vrije Wil opgaat helpt oudere mensen met een doodswens niet om hun leven dragelijk te maken en kwaliteit te geven, in tegendeel, maar versterkt de gedachte dat het normaal is dat een leven beëindigd wordt in bepaalde situaties. Daarmee moet je sterk in je schoenen staan als jij en je omgeving al twijfelen over de zinvolheid van je leven. Daarmee worden zwakkeren alleen gelaten in hun ellende en verder naar de rand van de dood geduwd. Dat is niet humaan en beschaafd.
Hoewel de ChristenUnie geen voorstander was van de euthanasiewet vinden we het een groot bezwaar dat het burgerinitiatief de huidige euthanasiewet uitholt.
Tot slot: toen ik vorig najaar het NVVE congres verliet, sprak ik nog even met twee jonge mensen die bij 113Online werkten. Ze waren teleurgesteld in de eenzijdige toonzetting van het congres rondom het thema van de zelfgekozen dood. Met hun werk hebben zij dagelijks te maken met mensen die dood willen. In gesprekken proberen hulpverleners van 113Online mensen toch vooral ‘aan de kant van het leven te houden’. ‘Aan de kant van het leven houden,’ dat is mooi gezegd. Met elkaar moeten we dan ook zoeken naar manieren om het leven leefbaar te maken en te houden. Dat moeten we faciliteren. We faciliteren niet de dood.
Schrijf een reactie via Facebook
Nieuwsarchief > 2012 > maart
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Bijdrage Esmé Wiegman debat Burgerinitiatief Uit Vrije Wil'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.