Geen 'hit and run' bezuiniging op de AOW

foto peter ester lange balkdinsdag 29 november 2011 19:51

Het kabinet wil de datum waarop de AOW ingaat wijzigen. Peter Ester, senator voor de ChristenUnie, deed mee de plenaire behandeling van het wetsvoorstel dat dit regelt. Hij maakt zich zorgen over forse uitvoeringsproblemen door een te haastige doorvoering van deze bezuiniging. Hieronder zijn bijdrage aan het debat.

Plenair Debat Wet Wijziging Ingangsdatum AOW-Ouderdomspensioen

EK 32 846, 29 November 2011, Peter Ester, ChristenUnie-fractie

MdV, Mijn fractie heeft met belangstelling kennis genomen van de Wet Wijziging Ingangsdatum AOW-ouderdomspensioen. Dank aan de Minister voor de antwoorden op de vragen die mijn fractie in commissieverband over de wetswijziging heeft gesteld.

Toch resteren nog een aantal wezenlijke kwesties die wij plenair willen inbrengen. Wij lezen dit wetsvoorstel als een administratieve herziening die de schatkist om en nabij de 60 miljoen Euro moet opleveren. Het heeft op het eerste gezicht een zekere redelijkheid om de AOW te laten ingaan op het moment dat je 65 wordt en niet op de eerste dag van de maand waarop je deze leeftijd bereikt. Toch moet het debat niet bij deze constatering blijven. De impact en context van de wetswijziging reikt verder dan men op het eerste moment zou vermoeden. En dat heeft niet zozeer te maken met inhoudelijke  overwegingen als wel met te verwachten forse uitvoeringsproblemen en met de context van veel verder reikende herzieningen van ons pensioenstelsel.

Mijn fractie maakt zich zorgen of de snelle invoering van het wetsvoorstel niet op grote implementatieproblemen zal stuiten. Zowel van werkgevers- als van werknemerszijde is het verzoek gekomen om meer tijd voor dit traject te nemen. Is de regering bereid om de invoeringsdatum later in het jaar 2012 te laten plaatsvinden om sociale partners in staat te stellen de wijzigingen naar behoren uit te voeren? Ik noem ook de praktische en juridische kwesties waar de Stichting van de Arbeid eerder deze maand op wees. Zijn de uitvoeringsinstanties naar het oordeel van de regering wel gereed om de veranderingen door te voeren? Hoe weegt de regering in dit verband de weinig goeds belovende reacties van Achmea, Mn Services en de Bond van Verzekeraars op dit punt? Ook andere fracties vroegen hier aandacht voor. Is het, al met al, niet verstandig om het implementatietraject wat meer tijd te gunnen? Zo niet, kan de regering dan garanties geven dat de in het wetsvoorstel beoogde invoeringsdatum niet op grote uitvoeringsproblemen zal stuiten? Welke waarborgen heeft het kabinet hiertoe ingebouwd?

Deze uitvoeringsproblemen zullen met name gelden voor die  AOW-gerechtigden waarbij een gat ontstaat tussen de datum waarop de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt en de datum waarop het AOW-ouderdomspensioen ingaat. Meer specifiek betreft dit CAO’s die uitgaan van contractbeëindiging op de eerste dag van de maand waarin de pensioengerechtigde leeftijd wordt bereikt. Ook de Raad van State wees op deze kwestie. Het openbreken van CAO’s is een ingrijpende en zonder twijfel tijdrovende aangelegenheid. Kan de minister aangeven of het zal lukken deze CAO’s voor 1 april a.s. te herzien? Mijn fractie is daar niet gerust op. En wat zijn de consequenties dan voor niet-gestroomlijnde CAO’s? Zijn Nederlanders die de gevolgen van de wetswijziging zullen ondergaan wel voldoende gewezen en voorbereid op de veranderingen die komen gaan?

Natuurlijk kan men argumenteren, MdV, dat dit primair de verantwoordelijkheid van sociale partners is. Maar dat is toch te kort door de bocht. Ook de regering zelf heeft een rol in het rechtstreeks communiceren van dit soort veranderingen naar burgers die er direct door geraakt worden. Het is immers de regering die het initiatief tot wetswijziging heeft genomen, niet de sociale partners.

Heeft de regering overigens zicht op het aantal pensioengerechtigden die de dupe zullen worden van een inkomensgat? Wat is de omvang van deze negatieve inkomenseffecten en hoe werken ze uit naar verschillende inkomensgroepen? Welke opties zijn er om het inkomensverlies te compenseren? Niet iedereen heeft immers de mogelijkheid om dit gat door bijvoorbeeld langer doorwerken te dichten, denkt u alleen al aan de groep arbeidsongeschikten. Heeft de regering indicaties dat de VUT- en pensioenfondsen bereid zijn om het inkomensgat voor hun rekening te nemen? Hebben deze fondsen - gezien de fors achterblijvende dekkingspercentages - überhaupt vrije reserves die ze hiervoor kunnen en mogen aanspreken?

Tot slot, MdV, een meer principieel punt. In de voorliggende periode zal het Nederlandse pensioenstelsel stevig op de schop worden genomen. Het pensioenakkoord is daarvan de voorbode. Dat behoeft uiteraard een integrale visie op hoe een houdbaar pensioenstelsel er uit moet zien. Is het dan wel wijs, zo wil mijn fractie de regering vragen, om vooruitlopend daarop nu al allerlei wijzigingen te gaan doorvoeren? Is het niet veel verstandiger om deze aanpassing te laten meelopen in de beoogde stelselherziening? Ook om cumulatie van uitvoeringskosten en maatschappelijke bezorgdheid te voorkomen?

Pensioenkwesties zijn zaken die Nederlanders terecht bezighouden en bij velen tot ongerustheid leiden. Het zet de verhoudingen tussen sociale partners op scherp, zoals we telkenmale kunnen vaststellen. Met het nemen van voorschotten op deze maatschappelijke turbulentie moet naar de mening van mijn fractie zeer spaarzaam en terughoudend worden omgegaan. Ik wil de regering dan ook vragen of zij dit heeft afgewogen bij het voorliggende wetsvoorstel. Wat zijn voor de regering dwingende redenen om bij deze wijziging van de Algemene Ouderdomswet niet te wachten  op de integrale herziening van ons pensioenstelsel? Gaat het hier nu om een weloverwogen besluit of om een “hit and run” bezuiniging?

Labels
Eerste Kamer
Peter Ester
Werkgelegenheid

« Terug

Nieuwsarchief > 2011 > november

Geen berichten gevonden