Opinie Volkskrant: Mauro is niet geholpen met een goocheltruc
Het parlement vergaderde vorige week tot diep in de nacht over één persoon: een 18-jarige jongen, Mauro, die terug zou moeten naar Angola. Omdat dit nu eenmaal het beleid is voor alleenstaande minderjarige vluchtelingen als ze 18 zijn geworden. De jongen zelf zat, met zijn pleegfamilie, op de tribune. En na een dag lang debatteren was er nog steeds geen definitieve uitkomst. En je denkt: dit kan en moet toch anders.
Allereerst dat vergaderen over één persoon. Natuurlijk is dat ongewenst en ongepast. Normaal gesproken stelt het parlement wetten vast. Die worden uitgevoerd en individueel toegepast door de minister en de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND), waarna de rechter kan toetsen of het juiste besluit is genomen. Dat is niet voor niets. In de dynamiek van een openbaar debat in de Tweede Kamer wordt één individueel persoon gemakkelijk speelbal van opportunisme, demagogie en andere onfrisse gesprekstechnieken.
Minister Leers heeft dan ook een grote fout gemaakt door zich zélf publiek over Mauro uit te laten. Natuurlijk, er werden acties gevoerd voor Mauro. Zijn pleegouders hadden begrijpelijkerwijs de publiciteit gezocht. Maar wie dan publiekelijk stelt: ‘We hebben een systeem, maar dat mag nooit de menselijke maat kapotmaken’ (27 september), geeft als minister maar één signaal af: hij beziet niet of, maar hoe hij alsnog een verblijfsvergunning gaat regelen. Nu de minister niet deed wat hij discretionair, dus discreet in stilte had moeten doen, was een Kamerdebat - hoe ongewenst ook - onvermijdelijk.
Mauro, heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees, mag geen slachtoffer worden van vorm- en spelfouten door de minister, de Kamer of wie dan ook. De minister heeft gelijk als hij stelt dat het Vreemdelingenrecht geen grond biedt om Mauro hier te laten blijven. Maar de orthopedagogische rapportage over zijn levensgeschiedenis maak zonder meer duidelijk dat er moreel en humanitair dwingende redenen zijn om hem niet los te scheuren van de pleegfamilie die hem liefdevol opving en negen jaar verzorgde nadat hij op traumatiserende wijze verstoten was. Hier geldt het universele mensenrecht op een gezinsleven.
Het congres van het CDA gaf zaterdag een krachtig signaal. Volgens de aangenomen resolutie van de afdeling Drenthe moet er ‘een humaan beleid worden gevoerd ten aanzien van deze jonge alleenstaande minderjarige vreemdelingen en het moet mogelijk zijn dat de capaciteiten van deze jonge mensen ten volle benut zullen worden ten behoeve van onze samenleving.’ Liefst 85 procent van de congresgangers heeft deze resolutie gesteund: een partijuitspraak waaraan de Kamerfractie deze week handen en voeten kon geven door Mauro en jongeren in gelijksoortige situaties duidelijkheid te geven over hun toekomst. En dat was exact waar de motie Spekman/Voordewind om vroeg: geen opportunistische ad hoc maatregel voor één individu, maar een eenduidige regeling voor kinderen in pleeggezinnen die langer dan 8 jaar in Nederland zijn en voor hun 11e jaar naar Nederland zijn gekomen.
In haar onnavolgbare eigenwijsheid heeft de CDA-fractie voor een andere, kronkelige weg gekozen: de mbo-3-leerling wordt verwezen naar een ambitieus studentenpad dat absoluut niet bedoeld is voor werkgrage jongens als hij. Wie de achtergrond en doelgroep van de stichting voor Vluchteling-Studenten UAF kent, snapt meteen dat Mauro slechts met kunst- en vliegwerk aan een studievisum geholpen kan worden, een visum dat bovendien geen enkele zekerheid voor de langere termijn biedt. Voor de kleine groep gevluchte pleegkinderen die in een soortgelijke situatie verkeren maar niet dezelfde naamsbekendheid hebben opgebouwd, is die goocheltruc natuurlijk niet weggelegd.
Kortom: de (gedoog)coalitiepartijen maken misbaar over het feit dat de Kamer de zaak van één individu bespreekt, maar ze redden zich eruit met een bij uitstek individuele, incidentele noodgreep.
De wijze waarop het UAF-traject nu wordt misbruikt om de coalitie te redden, brengt cynisch genoeg ook nog eens een gevaar met zich mee waar juist de rechtse partijen zo voor waarschuwen: ‘aanzuigende werking’. De studentenregeling is immers bedoeld voor getalenteerde buitenlanders die hier een bijzondere studie komen volgen waarvoor ze in hun eigen land én elders niet terecht kunnen, om daarna terug te keren en hun geboorteland kenniseconomisch te verrijken. Nu echter krijgen alle minderjarige alleenstaande vluchtelingen het signaal dat je bij Lubbers cs ook terecht kunt voor een doodgewone, middelbare ict-opleiding. Dat wordt dringen aan het loket van de UAF.
De noodzaak om Mauro hier te laten blijven heeft niets te maken met zijn toegevoegde economische waarde, het gaat om een heel basaal en universeel mensenrecht: het recht op een gezinsleven. Er is maar een kleine groep alleenstaande jonge vluchtelingen die in hun thuisland geen familieband hebben, en daarentegen in Nederland een langdurig (pleeg)gezinsleven hebben opgebouwd. Déze verstoten kinderen losscheuren van hun nieuwe familie is ‘draconisch’, volgens het orthopedagogisch rapport over Mauro; dus specifiek voor déze kleine groep hebben collega Hans Spekman en ik een voorstel bij motie ingediend.
Het zou voor Mauro goed zijn als hij weer snel een anoniem jongensleven kan leiden in een Brabantse woonwijk. Het zou voor Nederland goed zijn als we de kleine groep jongeren die hij een gezicht heeft gegeven, snel aan zekerheid helpen. Het zou voor alle asielkinderen goed zijn om die zekerheid spoedig te krijgen en als dat niet gebeurt, mede door falend overheidshandelen, moet deze kinderen er na 8 jaar (bij alleenstaande asielkinderen na 5 jaar) op kunnen rekenen dat ze hier als geworteld kind mogen blijven wonen. Als een meerderheid van de Kamer, en dus ook het CDA, steun geeft aan het initiatiefwetsvoorstel van de PvdA en de ChristenUnie kunnen we dat regelen.
Joel Voordewind
(opiniepagina Volkskrant, 3 november 2011)
Nieuwsarchief > 2011 > november
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Opinie Volkskrant: Mauro is niet geholpen met een goocheltruc'