ChristenUnie: ‘Vonnis IHH geeft de minister huiswerk mee’.
Buitenlandwoordvoerder van de ChristenUnie Joël Voordewind heeft schriftelijke vragen gesteld aan de Minister van Justitie en de Minister van Buitenlandse Zaken over het niet langer bevriezen van de tegoeden van IHH-Nederland. Hij vindt dat de minister met spoed duidelijkheid moet verschaffen over de status van IHH-Nederland. Voordewind: “De rechter heeft nu bepaald dat IHH-Nederland weer vrij toegang heeft tot haar middelen zonder dat er uitgesloten kan worden of er banden zijn met Hamas. De minister heeft onvoldoende duidelijk gemaakt of er banden bestaan, direct of indirect, tussen IHH-Nederland en de terroristische organisatie Hamas.”
Vorige week heeft de Amsterdamse voorzieningenrechter het besluit van Minister Rosenthal om de tegoeden van IHH-Nederland te bevriezen geschorst. De minister had dit besluit genomen vanwege financiële banden met IHH-Duitsland die banden heeft met Hamas. De rechter stelt nu, mede vanwege een uitspraak van een Duitse rechter, dat de banden met IHH-Duitsland gering zijn en dat deze organisatie bovendien niet langer verboden is.
De voorzieningsrechter stelt dat het besluit van de minister blijkbaar is ingegeven op de geldstromen van IHH-Nederland naar IHH-Duitsland die vervolgens geld had overgemaakt aan de Union of Good, een organisatie gelieerd aan Hamas. Dit is nu niet meer mogelijk. Vast staat wel dat IHH-Nederland in het verleden wel degelijk geld heeft overgemaakt aan IHH-Duitsland waarvan de redelijke kans bestaat dat deze is overgemaakt aan Hamas. Dit wordt in het vonnis ook niet bestreden. Onduidelijk blijkt echter of IHH-Nederland op andere wijze Hamas, of andere verboden organisaties steunt. Bovendien staat het, in tegenstelling tot haar Duitse zusterorganisatie, IHH-Nederland vooralsnog vrij om activiteiten te ontplooien in de Palestijnse gebieden waarvan niemand weet wie daarmee gesteund wordt. Voordewind: “Ik wil harde garanties van de minister dat, ook met inachtneming van dit vonnis, geen enkele euro ten goede kan komen aan een terroristische organisatie of daaraan verwante individuen en/of organisaties”.
Schriftelijke vragen namens de leden Voordewind (ChristenUnie), ... aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Justitie over het terugdraaien van het besluit om de tegoeden van IHH-Nederland te bevriezen
- Heeft de Minister kennis genomen van het vonnis van de voorzieningsrechter inzake het bevriezen van de tegoeden van IHH-Nederland wegens vermeende steun aan de terroristische organisatie Hamas?
- Is de Minister overtuigd van de redenering van de rechter namelijk dat er voldoende waarborgen bestaan dat er geen enkele fondsen via IHH bij Hamas terecht komen? Zo nee, is zij voornemens beroep aan te tekenen tegen dit vonnis? Kan de Minister uitsluiten dat er banden zijn, zowel direct als indirect, tussen IHH-Nederland en de Union of Good? Ziet de Minister tevens andere mogelijkheden om te garanderen dat geen geldstromen terechtkomen bij organisaties als Hamas?
- Hoe kan de Minister garanderen dat fondsen niet alsnog, al dan niet via IHH-Duitsland, bij de Hamas terechtkomen? Is de Minister bereid om maandelijks inzage te vragen van de geldstromen van IHH-Duitsland aangezien deze organisatie door de Duitse rechter verplicht is deze informatie bij de Duitse overheid aan te leveren? Zo nee, waarom niet?
- In hoeverre is de beperking, dat IHH-Duitsland geen hulp mag verlenen of ondersteuning aan de Palestijnse gebieden in de Gazastrook en de Westbank, ook van toepassing op IHH-Duitsland? Kan deze beperking omzeild worden door andere organisaties, zoals bijvoorbeeld IHH-Nederland, te steunen die wel dergelijke activiteiten mogen ontplooien in de Palestijnse gebieden?
Nieuwsarchief > 2011 > augustus
Geen berichten gevonden