Cynthia Ortega-Martijn: Werken naar vermogen
In haar bijdrage aan het Algemeen Overleg 'Werken naar vermogen' heeft ChristenUnie-Kamerlid Cynthia Ortega-Martijn een aantal heldere contouren geschetst in haar visie op werk en uitkering.
De ChristenUnie staat voor een samenleving waar iedereen mee doet en meetelt. Dat betekent dus ook dat er sprake moet zijn van een inclusieve samenleving. Dat is een samenleving die er voor zorgt dat mensen met een beperking niet iedere moment geconfronteerd worden met hun beperkingen, maar gewoon kunnen solliciteren voor een functie dat rekening houdt met hun beperking. Een normale functie, waar een normaal functieloon aan is gekoppeld. Is dat toekomstmuziek voorzitter. Voorlopig wel, maar als wij inderdaad ernst willen maken met het plaatsen van mensen in een arbeidsorganisatie moeten wij wel die kant op. Graag hoor ik van de staatssecretaris dat hij ook er naar streeft dat op den duur mensen met een beperking als normale werknemers worden opgenomen in bedrijven. Op welke manier gaat hij hiermee pro-actief aan de slag?
Het is goed dat het kabinet met voorstellen komt om de werking van de huidige sociale zekerheid te verbeteren. De introductie van één regeling voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt kan doeltreffender en efficiënter zijn. De ChristenUnie is dan ook in principe voor het samenvoegen van verschillende sociale regelingen. Hoewel ik in een vorig debat al heb aangegeven dat differentiatie binnen de regeling wel nodig is. De staatssecretaris zou dat meenemen, maar daar zie ik niet van terug. Waarom niet. Is de staatssecretaris het met mij eens dat het hierbij gaat om verschillende doelgroepen en dat gelijke gevallen alleen gelijk behandeld kunnen worden? Graag een reactie! Ook spreekt ons aan dat er gebruik wordt gemaakt van een ieder zijn/haar talent en dat het streven erop gericht is om iedereen aan een baan te helpen. En daarmee houden mijn positieve woorden jammer genoeg op.
Want voorzitter het huidige voorstel van de Wet Werken naar Vermogen is niet de weg die de ChristenUnie bewandelt. Integendeel zelfs. Belangrijke verbeteringen zijn noodzakelijk voordat dit zover is. Het draait nu alleen maar op de bezuinigingen, terwijl de mensen voorop moeten staan.
Om te beginnen maakt de staatssecretaris een verkeerde inschatting door er veel te gemakkelijk van uit te gaan dat mensen met een arbeidsbeperking vanzelf wel aan het werk gaan komen. De staatssecretaris vertrouwt volledig op de toekomstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de goede intenties van werkgevers. Het klopt dat werkgevers hun bereidheid tonen om mensen met een arbeidbeperking in dienst te nemen. Ook zijn er in Cao’s afspraken over gemaakt. Maar zulke intenties staan totaal niet gelijk aan de praktijk.
Maar weinig mensen met een arbeidsbeperking komen immers aan het werk. De doelstellingen van gemaakte afspraken in bijvoorbeeld Cao’s worden niet gehaald. Het is tekenend dat zelfs de staatssecretaris niet weet hoeveel Wajongers nu überhaupt in dienst bij de overheid zijn gekomen. En dat is nog niet alles, men weet geen eens hoe men goed met de Wajongers moet omgaan.
De praktijk is dus weerbarstig. Toch krijgt straks nog maar de helft van de mensen met een arbeidsbeperking begeleiding. Dit is bezuinigen op de verkeerde plek. De staatssecretaris gaat uit van de ervaringen van de WWB, maar dat houdt niet in dat precies dezelfde opzet ook voor mensen met een arbeidsbeperking zal werken. Dit doet geen recht aan de situatie. De mensen die ik spreek willen al niets liever dan gaan werken, maar komen door hun beperking niet aan het werk. Een goede begeleiding door onder andere jobcoaches is dan noodzakelijk om mensen te begeleiden naar hun werk en tijdens hun werk.
Want, voorzitter, hoe is het mogelijk dat er zo’n grote groep mensen begeleid moeten worden naar werk en er tegelijk wordt bezuinigd op de begeleiding, de expertise van UWV niet structureel wordt behouden en de gemeenten krijgen er geen budget bij krijgen?
De keuze om alles maar aan de gemeenten leidt tot het risico dat nuttige kennis van het UWV verloren gaat. Ook schiet het niet op als elke gemeente nu gaat denken dat ze het zelf wel beter kunnen en iedereen voor zich het wiel opnieuw wil uitvinden. Hoe gaat de minister dit concreet voorkomen? Is hij bereid om de expertise die er nu al is en de ervaringen die gemeenten gaan opdoen te bundelen in een kenniscentrum?
Bezuinigen is nodig, maar kunnen wij het dan niet slimmer organiseren. Mijn fractie gelooft dat daar veel winst valt te halen en dat dit traject succesvoller zal zijn als departementen zoals OCW, VWS en SZW met elkaar gaan samenwerken op dit gebied. Waarom kan deze uitdaging niet interdepartementaal aangepakt worden? Want voorzitter bij deze groepen komt er meer bij kijken. Graag een reactie.
Daarom begin ik ook met de belangrijke rol die werkgevers hebben bij het slagen van de ambities. In de plannen wordt er alleen uitgegaan van de bestaande stimuleringsregelingen. Maar volgens mij is er meer nodig om werkgevers over de streep te krijgen. In ben in het land veel werkgevers tegen gekomen die vanuit een sociaal voelend hart werkomgevingen hebben gecreëerd om mensen met een beperking werk aan te bieden. Deze werkgevers moeten wij koesteren. Echter ook voor hen geldt dat er sprake moet zijn van winstmarges. Velen worstelen ermee om break-even te halen, laat staan winst. Deze sociale ondernemingen verdienen een aparte status, met daaraan gekoppeld fiscale faciliteiten. Is de staatssecretaris bereid om dit voorstel verder te onderzoeken?
Een ander manier om werkgevers tegemoet te komen is om alle administratieve rompslomp van hen af te nemen. Op mijn werkbezoeken en in gesprek met werkgevers hebben zij daar zelf initiatief toe genomen om deze activiteiten uit te besteden bijvoorbeeld aan een uitzendbureau. Alleen dat geldt niet voor de kleinere bedrijven. Mijn fractie heeft er vaker gepleit voor een detacheringconstructie waarbij deze werknemers in dienst zijn van het detacheringbedrijf en worden gedetacheerd naar de verschillende werkgevers. Veel SW-bedrijven waren al bezig met deze ontwikkeling. Zij hebben de infrastructuur, de kennis, specialisme en het netwerker om verder te ontwikkelen tot een soort participatiebedrijf. Wat is de visie van de staatssecretaris op dit idee en hoe gaat hij dit stimuleren. Wil de minster dit actief stimuleren, door met de gemeenten en SW-bedrijven een pilot op te zetten? Graag een reactie.
De begeleiding moet ook in de volle aandacht staan. Maar ook de ondersteuning bij het geschikt maken van een functie en/of werkplek. De jobcoaches zijn belangrijk en moeten opmaat ingezet worden. De maatregel om de duur van een jobcoach op maximaal 3 jaar te zetten kan gewoon niet. Deze maatregel moet van tafel, anders heeft een werknemer geen uitzicht op een vaste baan. De methodiek van jobcarving zal pro-actief ingezet moeten worden bij werkgevers. De gemeente moet niet gaan zitten wachten totdat de werkgever bij hem aanbelt.
Ook moeten wij de waardevolle elementen van de huidige regelingen niet uit het oog verliezen. Het kabinet dreigt dit helaas te vergeten. Zo is er nu de afspraak dat banen duurzaam moeten zijn. In het voorstel voor de WWNV komt dit niet terug. De staatssecretaris gaat er van uit dat gemeenten zich hier vanzelf wel op richten. Dit is te gemakkelijk en biedt geen enkele garantie. Zonder duurzame contracten is er geen sprake van blijvende participatie.
In de huidige regelingen hebben wij dan ook niet voor niets aparte aandacht besteed aan de duurzaamheid van de baan. Ik roep de staatssecretaris op om dit ook bij de WWNV te doen. De duurzaamheid van de baan moet een criterium zijn in de gemeentelijke verordeningen. Graag wil ik de toezegging van de staatssecretaris dat hij dit als eis gaat stellen aan de gemeentelijke verordeningen.
De participatieplannen zoals wij die nu in de Wajong kennen moeten wij tevens opnemen in de gemeentelijke verordeningen. De mensen moeten daarbij worden betrokken in het opstellen van het plan. Zo is er ruimte voor de ervaringen van mensen zelf en is er een grotere verbondenheid om zich in te zetten voor het plan. Ik wil dat dit ook een vast onderdeel wordt van de gemeentelijke verordeningen. Gaat de staatssecretaris dit doen?
Ook verdienen de individuele re-integratieovereenkomsten meer ruimte. Dit past helemaal in het idee om mensen een grotere eigen verantwoordelijkheid te geven. Ik heb dit al eens eerder genoemd. Het bevreemd mij dat bij uitstek een liberaal hier niet in mee gaat. Wil de staatssecretaris zich toch alsnog als liberaal waarmaken, en de stimuleren dat er meer IRO’s worden afgesloten? Hierover moeten afspraken worden gemaakt met gemeenten.
Voor jongeren met een beperking zijn goede studiemogelijkheden essentieel. De studieregeling in de Wajong vervult hiervoor een nuttige rol. Met passende opleidingen wordt de uitgangspositie op de arbeidsmarkt beter. Ik roep de staatsecretaris op om de studieregeling een plek te geven binnen de WWNV. Is de staatssecretaris hiertoe bereid?
Het uitgangspunt van de ChristenUnie is ook dat het werk moet lonen. Het is demotiverend voor mensen als een uitbreiding van het aantal gewerkte uren niet leidt tot een vooruitgang van het inkomen. Dit willen wij veranderen. Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik dit al aan de orde gesteld. De staatssecretaris zou het meenemen, maar ik zie het nu niet terug. Ik stel nogmaals voor om een salarisstijging of een extraatje van de werkgever niet meteen te korten op de loonaanvulling van Wajongers, tot het niveau van 120 procent van het wettelijk minimumloon. Graag alsnog een toezegging.
Een ander onderwerp dat ik nog aan de orde wil stellen is de partner- en middelentoets. Het blijkt dat 45 % van de mensen met een arbeidsbeperking hiermee te maken krijgt. Dit is verontrustend. Mensen moeten niet financieel afhankelijk worden van elkaar. Ook moet het kabinet niet alleen aan de korte termijn denken. De partner- en middelentoets leiden er toe dat ouders het financieel niet reden om voor hun kind met een beperking te zorgen. De zorginstellingen zullen dan extra worden belast. Wil de staatssecretaris de effecten van de maatregelen monitoren, zodat wij zeker weten dat er geen verschuiving van kosten naar de zorg optreedt?
Samenwerking tussen de verschillende departementen voorkomt dat problemen over de schutting worden gegooid. Een totale visie over de bezuinigingen ontbreekt nu. Is de staatssecretaris bereid om met een integrale aanpak te komen waarin naast de maatregelen van de individuele departementen ook duidelijk wordt wat de gevolgen van alle verschillende maatregelen die bij dezelfde betrokkenen terechtkomen zijn?
Ook de sociale werkplaatsen worden getroffen door de bezuinigingen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat de huidige groep in de Wsw kan blijven. In combinatie met de bezuinigingen, legt dit een zware financiële last op gemeenten. Er ontstaat zo een groot risico dat gemeenten het ontschotte re-integratiebudget gebruiken om de tekorten bij de sociale werkplaatsen op te lossen. De mensen met een arbeidsbeperking die instromen in de WWNV worden dan de dupe. Voor hen is er dan nog minder geld voor de begeleiding. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. Ik wil van de staatssecretaris de harde garantie krijgen dat dit niet gebeurd. Graag een toezegging.
De bezuinigingen zijn ook een heet hangijzer binnen het bestuursakkoord met de VNG. Onder de leden van de VNG is er veel weerstand tegen. Welke consequenties trekt de staatssecretaris als het akkoord wordt verworpen? Gaat hij dan ongewijzigd door met zijn plannen, of staat hij al open voor verder overleg?
De grote vraag is of de plannen van met de WWNV wel zo’n groot succes gaat worden als de staatssecretaris denkt. Aangezien de staatssecretaris zelf wel overtuigd is: durft hij dan op zijn minst harde doelstellingen te formuleren? Graag wil ik de toezegging van de staatssecretaris dat hij prestatieafspraken met gemeenten maakt en de afspraken gaat monitoren.
Voorzitter, ik ga afsluiten. Zoals gezegd ziet de ChristenUnie voordelen bij de introductie van één regeling voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. De WWNV die het kabinet voorstelt voldoet echter nog niet aan het beeld wat de ChristenUnie daarbij heeft. De uitdaging is nu aan het kabinet om aan deze zorgen tegemoet te komen. De staatssecretaris kan een goed begin maken door de aangeboden handreikingen met de volle hand aan te pakken.
Nieuwsarchief > 2011 > mei
Geen berichten gevonden