Rouvoet: kabinet negeert kansspelverslaving

pokeren-1woensdag 13 april 2011 11:08

De ChristenUnie vindt het onvoorstelbaar dat het kabinet tot privatisering van de gokmarkt over wil gaan en daarbij geen rekening houdt met de maatschappelijk gevolgen van kansspelverslaving. Fractievoorzitter André Rouvoet: “Staatssecretaris Teeven zei in een interview met PokerNews eens ‘poker is misschien wel verslavend, maar niemand heeft er last van. Het levert geen overlast op’. Misschien verklaart dit waarom de staatssecretaris in zijn beleidsvisie op de kansspelen ook weinig oog heeft voor de problemen van gokverslaving. Alleen al in Nederland zijn er veertigduizend gokverslaafden. Het kabinet ziet ze niet of wil ze niet zien.”

De ChristenUnie heeft in verschillende instellingen voor verslavingszorg gevraagd om een reactie op de plannen van het kabinet. Deze instellingen, zijn stuk voor stuk van mening dat het vrijgeven van de gokmarkt zal leiden tot een toename van problematische gokkers. De ChristenUnie zal, als de plannen van de staatssecretaris verder zijn uitgewerkt, een hoorzitting organiseren met organisaties als de Jellinek kliniek, De Hoop ggz, stichting Voorkom en GGZ-Nederland, organisaties die zich inzetten voor gokverslaafden over de maatschappelijke gevolgen van het vrijgeven van de gokmarkt.

Inbreng ChristenUnie in debat

We spreken vandaag over de visie van Staatssecretaris Teeven en van dit kabinet op het kansspelbeleid. Ik kan u zeggen, dat de ChristenUnie al niet gerust was op de plannen van dit kabinet. Niet voor niets hebben we eerder dit jaar een motie ingediend om vast te houden aan het restrictieve beleid van de vorige minister, minister Hirsch Ballin. Dit kabinet, inclusief het CDA, laat die koers varen. En dat vindt de ChristenUnie buitengewoon jammer.

De staatssecretaris schrijft dat mensen al eeuwenlang én wereldwijd plezier en ontspanning beleven aan de wetenschap dat een kleine inleg mogelijk tot een grote prijs leidt. Vrijheid, blijheid staat voorop. Dat brengt het kabinet ertoe om het gokken via internet te legaliseren, het Staatscasino te privatiseren en ook andere casino’s de ruimte te bieden.

Tot nu toe zijn de doelstellingen van het kansspelbeleid: het voorkomen van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van criminaliteit en illegaliteit. Waarop bouwt de staatssecretaris zijn gokbeleid? Wat zijn voor hem de hoofddoelstellingen van het nieuwe gokbeleid? Ik lees dat nergens in zijn brief terug, behalve misschien als hij schrijft dat de risico’s niet meer leidend zijn voor hem. Betekent dit het einde van het restrictieve beleid?

De staatssecretaris zei in een interview met PokerNews eens “poker is misschien wel verslavend, maar niemand heeft er last van. Het levert geen overlast op”. Logisch dat hij in zijn brief vergeet te melden dat mensen ook al eeuwenlang én wereldwijd niet meer los kunnen komen van kansspelen. Alleen al in Nederland zijn er veertigduizend gokverslaafden en een kleine tachtigduizend risicospelers.

De ellende die gokverslaving veroorzaakt in het leven van mensen, bij hun naasten en in hun verdere omgeving is groot. Veel gokkers komen uiteindelijk in de verslavingszorg terecht In aanloop naar dit AO heeft de ChristenUnie contact gezocht met een aantal instellingen die zich bezighouden met de behandeling van gokverslaafden en hen gevraagd om een reactie op de plannen van dit kabinet. De teneur van de reacties was dezelfde: Men maakt zich grote zorgen. Instellingen als GGZ Nederland, Tactus verslavingszorg en verslavingsinstelling De Hoop stellen dat het vrijgeven van de gokmarkt onvermijdelijk zal leiden tot een forse groei in de toestroom van patiënten in de verslavingszorg.

Allereerst vraag ik de staatssecretaris of hij bij het opstellen van zijn plannen ook contact heeft gezocht met de GGZ Nederland en andere verslavingsinstellingen? Ik ben zelf van plan om, na concretisering van de plannen van de staatssecretaris om tafel te gaan met deze partijen. Misschien dat we dat in commissieverband kunnen gaan doen.

Kan de staatssecretaris aangeven hoe hij concreet kwetsbare groepen wil beschermen tegen het risico een kansspelverslaving te ontwikkelen? Ik zie daar nog niks concreets over terug. Met het vrijgeven van de markt zal voor casino’s en aanbieders van kansspelen op internet toch de winstgevendheid voorop staan in plaats van het tegengaan van kansspelverslaving? Hoe denkt de staatssecretaris een effectief preventiebeleid vorm te geven?

Ik vraag de staatssecretaris welke eisen je eigenlijk nog mag stellen, afgaand op de Europese Jurisprudentie, als je de markt vrijgeeft. Dan verspil je toch je recht op een restrictief beleid op grond van dwingende redenen van algemeen belang?

Een van de opmerkingen van een online poker aanbieder is mij bijgebleven. “kenmerkend voor de internetmarkt is dat de spelers van online poker zich zowel op nationale als op internationale sites begeven. Zodra het nationale aanbod niet divers en attractief genoeg is, zullen de spelers zich wenden tot internationale sites.” Met het vrijgeven van internetkansspelen is het hek toch van de dam? Dat heb je toch niet meer in de hand? Of gaat de staatssecretaris eindelijk echt werk maken van het handhaven van illegaal aanbod?

Daar lijkt het nog niet op. De staatssecretaris schrijft in zijn brief dat hij bij de voorbereiding van het voorstel tot wijziging van de Wok (in verband met de regulering van kansspelen via internet) zal gaan bekijken of het wenselijk en mogelijk is aanvullende bepalingen op te nemen die een betere aanpak van illegaal kansspelaanbod via internet mogelijk maken. Waarom dan pas? Er is toch nu al illegaal aanbod!

Dat was ook een belangrijk advies van de adviescommissie kansspelen via internet. Hun advies was het invoeren en handhaven van een verplichting voor Nederlandse dienstverleners (zoals internet service providers, betaaldienstverleners en media) om niet langer mee te werken aan het onderhouden van contacten tussen illegale aanbieders en het Nederlandse publiek (zoals dataverkeer, betalingsverkeer, en reclame) Geef de kansspelautoriteit bevoegdheden om te handhaven. Maak daar nu al werk van en niet pas eventueel als het eventueel wenselijk is in 2015. Zo ken ik de staatssecretaris niet. Deze staatssecretaris zei bij zijn aantreden dat slachtoffers en een consequente aanpak in de hele strafrechtketen centraal in zijn beleid centraal zullen staan.

Enkele aanbieders van kansspelen opperen om Digi-d te gebruiken om te gokken op internet. Ik mag toch hopen dat de staatssecretaris dit uitsluit. Digi-d is toch bedoeld voor het verkeer tussen burger en overheid. En niet voor commerciële gokpaleizen op internet? Graag een duidelijke streep hierdoor.

Daarnaast slaan internetaanbieders ontzettend veel gegevens op van spelers om het spelgedrag in beeld te brengen. Dat wordt opgeslagen in een database. Als het aan de internetaanbieders ligt, dus gecombineerd met een Digid-code om informatie één op één te kunnen linken. Ik vraag de staatssecretaris hoe de totstandkoming van dit soort commerciële databanken die het gevolg zijn van zijn beleid, zich verhouden tot het voornemen in het regeerakkoord dat de informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens worden verbeterd.

Ik sluit af. Wat de ChristenUnie betreft maakt de staatssecretaris van het gokdossier een voorbeelddossier om zijn eerder genoemde ambities als staatssecretaris waar te maken. Stel de slachtoffers voorop, voorkom de uitbuiting van gokverslaafden en bevorder preventie van kansspelverslaving. In plaats van het reguleren van illegaal aanbod, moet er werk worden gemaakt van opsporing, snelle berechting en directe tenuitvoerlegging van straffen.

Labels
André Rouvoet
Tweede Kamer

« Terug

Nieuwsarchief > 2011 > april

Geen berichten gevonden