Eerste reactie ChristenUnie politietrainingsmissie Afghanistan
vrijdag 07 januari 2011 18:46
"De veiligheid van onze eigen mensen staat voorop bij een nieuwe missie in Afghanistan om politiemensen te trainen." Dat stelt Tweede Kamerlid Joël Voordewind in een eerste reactie op het voorstel in de artikel 100-brief van het kabinet. "Er moet alles aan gedaan worden om de risico's te minimaliseren. daarbij moet Nederland zo min mogelijk afhankelijk zijn van anderen, zoals de Duitsers".
Te overwegen valt om toch een eigen helikopter mee te sturen. Het kabinet schrijft verder in de brief dat de missie ook tot doel heeft de rechtsstaat te verbeteren en het justitiële apparaat te hervormen. Zo zou de positie van vrouwen in Afghanistan moeten verbeteren. "Dit klinkt natuurlijk heel goed, maar het moet geen wassen neus blijken", reageert Voordewind.
Bovendien wil de ChristenUnie dat niet alleen naar de positie van vrouwen wordt gekeken. De geloofsvrijheid in Afghanistan moet ook gegarandeerd worden, ook voor christenen in het land. "Zo zou wat ons betreft de doodstraf op afvalligheid van de islam moeten worden afgeschaft. Dat zou een echte vooruitgang zijn van de rechtstaat." Voordewind wil van het kabinet weten hoe ze garanties krijgt van de Afghaanse regering dat hieraan meegewerkt wordt. De ChristenUnie vindt het verder belangrijk dat de missie, die ongeveer 100 miljoen euro per jaar zal kosten, niet uit het budget van Ontwikkelingssamenwerking wordt betaald. "Dat is voor de ChristenUnie onacceptabel." En het kabinet zal duidelijk moeten maken in het debat wat de toegevoegde waarde van deze missie op lange termijn is. "Het moet duidelijk zijn dat deze missie ook daadwerkelijk aan de stabiliteit in het land bijdraagt. Daar moet de Nederlandse samenleving, ook in deze tijd van bezuinigingen, wel van overtuigd zijn."
Een finale afweging zal de ChristenUnie pas maken na uitgebreid eigen onderzoek, het rondetafelgesprek en een nadere toelichting van het kabinet.
(Foto: Defensie, training politiepersoneel in Afghanistan tijdens vorige uitzending)
Nieuwsarchief > 2011 > januari
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Eerste reactie ChristenUnie politietrainingsmissie Afghanistan'
ma 22 nov 2010, 22:32 | lees voor
Politietrainers hebben niets te zoeken in Afghanistan door Gijsbert Termaat
Nederlandse politietrainers hebben niets te zoeken in Afghanistan om daar de lokale bevolking te helpen bij het opbouwen van een eigen politieorganisatie. "Burgers worden er opgeleid tot schietschijven en we leren hen met wapens om te gaan, die ze misschien later tegen ons gebruiken."
Foto: APA Foto Dat stelt Henk Sollie, politiewetenschapper van het Instituut voor Maatschappelijke Veiligheidsvraagstukken van de TU Twente, die als enige in ons land studie verrichtte naar het nut van opbouwmissies van politiekorpsen in den vreemde.
Aan de vooravond dat besloten wordt of ons land een nieuwe missie van 50 politietrainers en mogelijk 250 tot 300 militairen ter bescherming naar Afghanistan stuurt, zegt Sollie het onbegrijpelijk te vinden dat daar mensen worden opgeleid die niet capabel zijn voor een politietaak.
„In acht weken tijd maak je van een burger geen agent. Dat is een naïeve gedachte. Het enige dat er gebeurt, is hen opleiden tot kleine soldaten. Er worden hen technieken en tactieken aangeleerd hoe met wapens om te gaan en er wordt een soort basis EHBO-opleiding gegeven. Daar blijft het vaak bij, niet in het minst omdat veel deelnemers niet eens kunnen lezen”, weet Sollie, „zelfs geen landkaart. Het is een utopische gedachte dat je met zulke mensen een politieorganisatie kunt opbouwen. Je bent eerder bezig een monster te creëren en dat kan niet tot veel goeds leiden.”
Tijdens de laatste politiemissie werden 75 mensen opgeleid van wie er na een paar weken al zestien waren gedood. „Ze fungeren in veel gevallen als schietschijven en dat wordt alleen maar erger. Je weet trouwens niet wie je opleidt, want ze lopen zo naar de andere kant over. Bovendien wordt de politie in een land als Afghanistan niet gezien als een organisatie waar je in nood naartoe zou moeten gaan.”
Voor zijn recente onderzoek sprak Sollie onder meer met 24 politiefunctionarissen, die sinds 2000 zijn uitgezonden naar landen als Servië en Montenegro, Bosnië-Herzegovina, Soedan, Kosovo en Afghanistan. Eerder onderzocht hij al missies van de Koninklijke Marechaussee en de Nederlandse politie in opdracht van Programma Politie & Wetenschap. Dit orgaan werd in 1999 door de minister van Binnenlandse Zaken ingesteld om het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van politie en veiligheid te stimuleren. Ook moest het een impuls geven aan een betere benutting van onderzoeksresultaten in de politiepraktijk en opleiding. „Overigens willen politiemensen die op een missie zijn geweest een betere opvang na terugkomst in Nederland. Er ontbreekt een landelijk re-integratiebeleid en er bestaat weinig interesse in vredesmissies. Uitzending naar een gebied wordt door anderen soms zelfs als vakantie gezien”, constateert Sollie na zijn studie.
„Onderzoek naar hun ervaringen leert verder”, aldus de wetenschapper, „dat hun uitzending op drie punten beter kan worden geregeld en voorbereid. Door een training die minder geënt is op militaire taken en meer op de overdracht van politiekennis. Ook kan verlenging van de missie de opbrengst vergroten. Nu wordt relatief veel tijd besteed aan de voorbereiding, aan het opbouwen van een vertrouwensband met lokale instanties. Tenslotte moet de Nederlandse politie meer profijt trekken van de opgedane kennis en ervaringen van teruggekeerde missiegangers.”
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.