'Geld wederopbouw Haïti eerder inzetten'

woensdag 22 september 2010 13:33

Een deel van het geld dat Nederland pas vanaf 2012 wil gebruiken voor wederopbouw van Haïti, zou eerder beschikbaar moeten komen. Tweede Kamerlid Joël Voordewind van de ChristenUnie bepleitte dat woensdag bij de presentatie van een rapport over zijn recente bezoek aan het land, dat begin dit jaar door een zware aardbeving werd getroffen.

Hij heeft er alle begrip voor dat het ministerie van Buitenlandse Zaken veel geld voor wederopbouw heeft geparkeerd. Maar als de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) deze middelen eerder nodig hebben, zou het departement flexibel moeten zijn.

Volgens SHO-voorzitter Farah Karimi is uit een inventarisatie inderdaad gebleken dat volgend jaar 3 à 4 miljoen euro uit die pot nodig is voor wederopbouwactiviteiten. De organisatie is daarover in gesprek met het ministerie. Ook CDA-Kamerlid Kathleen Ferrier roept het ministerie op het geld niet vast te houden tot 2012 als er mogelijkheden zijn de herstelwerkzaamheden eerder te beginnen.

De noodhulp aan de slachtoffers van de aardbeving is redelijk tot goed verlopen, aldus Voordewind, die op uitnodiging van de organisaties Woord en Daad en ZOA Vluchtelingenzorg een bezoek bracht aan Haïti. Op het platteland is de wederopbouw op gang gekomen. Maar in de zwaar getroffen steden Port-au-Prince en Léogane is dat een ander verhaal. Er ligt nog veel puin.

SHO-voorzitter Karimi constateert in de aanloop naar de verkiezingen eind november ook een ,,politisering'' die vertragend kan werken bij de overgang van noophulp naar wederopbouw. Bovendien zijn er vooral in de steden problemen met eigendomsverhoudingen.. Het is belangrijk dat de overheid aangeeft waar gebouwd mag worden, aldus Karimi.

Voordewind, Ferrier en directeur Dicky Nieuwenhuis van Woord en Daad benadrukten dat het van groot belang is om samen te werken met de Haitiaanse overheid, die de leiding moet hebben bij de wederopbouw. Ook zou geïnvesteerd moeten worden in de landbouwsector.. Voordewind ziet verder mogelijkheden voor Nederlandse bedrijven om aan de slag te gaan in Haïti. De Nederlandse overheid zou dat mede moeten ondersteunen.

De SHO presenteert vrijdag een tweede tussenrapport over de besteding van de gelden in Haïti. Karimi nodigde de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken uit om in januari, een jaar na de aardbeving, met de SHO een bezoek te brengen aan Haïti.

(met toestemming overgenomen van ANP/Chris Bakker, 22 september 2010)

Bekijk hier het rapport of download het hieronder: