Moderne samenleving is een verstandshuwelijk
Het vanzelfsprekende ‘samen’ van de samenleving bestaat niet meer. Ontkerkelijking en de komst van de islam hebben het christelijk karakter van Nederland teniet gedaan. Dat vraagt om een nieuw ‘samen’ ondanks verschillen. De verschillende groepen in de samenleving moeten een verbond sluiten, elkaar wederzijds trouw beloven in voor en tegenspoed. Dat schrijft WI-directeur Gertjan Segers voor de website Nieuwwij.nl.
In de christelijk-sociale traditie wordt de mens als een relationeel wezen beschouwd. Pas in een gezonde relatie met God, onze naaste, de wereld en onszelf worden we wie we werkelijk zijn. De mens is een sociaal wezen, dat onlosmakelijk verbonden is met anderen en tot ontplooiing komt binnen gemeenschappen van andere mensen, zoals het gezin, een liefdesrelatie, werkkring, kerk, school en ook de civiele gemeenschap van buurt, dorp, stad en land. Die gemeenschappen kunnen alleen bloeien als er sprake is van sociale harmonie en ze gedijen het beste bij onderlinge verbondenheid, trouw en loyaliteit. Ook onze nationale gemeenschap kan alleen als een echte gemeenschap functioneren, als die door meer bijeen wordt gehouden dan alleen maar door taal, economische samenwerking en geografische nabijheid. Die gemeenschap is namelijk ook een rechtsgemeenschap met een overheid die onderscheid moet maken tussen goed en kwaad. Daarbij zal het, om Paul Scheffer te parafraseren, zonder een cultureel en moreel ‘wij’ niet gaan.
Verdeeldheid
De basis voor een gemeenschappelijk ‘wij’ is in Nederland ontegenzeggelijk smaller geworden. Steeds indringender is de vraag hoeveel tegenstellingen onze multireligieuze en multiculturele samenleving kan hebben en met hoeveel religieuze verdeeldheid die vreedzaam kan blijven functioneren. Lang bestond er in ons land op wezenlijke punten eensgezindheid op basis van het algemeen-christelijke karakter van onze samenleving. Zelfs de liberale staatsman Thorbecke sprak destijds over het christendom als “de ziel van onze beschaving, een stroom die zich door alle aderen van de maatschappij heeft uitgestort”. Twee ontwikkelingen hebben die eensgezindheid teniet gedaan. Dat is allereerst de secularisatie, waarna de meerderheid van de Nederlandse samenleving een liberaal-individualistische ideologie heeft omarmd. Ten tweede is het de komst van moslims met hun niet-christelijke geloofsovertuiging die daar debet aan is.
Het is duidelijk dat op het meest fundamentele niveau van onze huidige cultuur, te weten die van de religieuze zinbronnen, er fundamentele verschillen bestaan. Die verschillen zijn niet te overbruggen met een algemeen beroep op ‘religieuze inspiratie’, daarvoor zijn de verschillen tussen islam, seculier liberalisme en christendom te diepgaand. De belangrijkste vragen, ‘wie is de mens?’ en ‘wie is God?’, worden door deze verschillende overtuigingen fundamenteel anders beantwoord. Er zit niets anders op dan om het ‘nieuwe wij’ meer aan de oppervlakte van onze cultuur te zoeken. Dat moet dan noodgedwongen op het niveau van waarden en normen.
Lotsverbondenheid
Bij de zoektocht naar een ‘nieuw wij’ draagt Jonathan Sacks, opperrabbijn van de Verenigde Israëlitische Gemeenten in het Britse Gemenebest, de belangrijke notie van de samenleving als verbond aan. Ik denk dat deze notie ons verder kan helpen om iets van eensgezindheid te laten ontstaan in onze multiculturele samenleving. In de bijbelse opvatting van het woord is een verbond geen wapenstilstand, geen gevechtspauze die je gebruikt om je te herbewapenen, waarna je alsnog met de ander kunt afrekenen. Het is ook geen tijdelijke, economische overeenkomst, maar het is het aangaan van een diepe wederkerige relatie, het bestendigen van lotsverbondenheid met de belofte van trouw. Je geeft elkaar je woord.
Sacks benadrukt daarbij het verschil tussen een verbond en een contract. Bij een contract is er sprake van een tijdelijke uitruil van diensten tussen mensen die alleen maar hun eigen voordeel nastreven. Vanuit de Bijbel, dat spreekt over een verbond met Noach, Abraham en het Godsvolk, weten we hoe anders het karakter van een verbond is. In een verbondsrelatie kan sprake zijn van teleurstelling, boosheid, vreugde, nabijheid en afstand, maar nooit wordt die verbondsrelatie verbroken. In ieder geval niet van Gods kant.
Als een afspiegeling van dat verbond zijn er ook menselijke verbondsmatige structuren, zoals het huwelijk waarmee man en vrouw zich aan elkaar verbinden en elkaar trouw beloven, in voor- en tegenspoed. Ook de samenleving kan als zo’n verbondsmatige structuur worden opgevat, wat leidt tot een fundamenteel andere kijk op de samenleving dan het contractdenken. De onvoorwaardelijke verbondenheid van burgers aan elkaar, de wederzijdse trouw en dienstbaarheid in goede en slechte dagen, levert een totaal andere samenleving op dan die waarin burgers er alleen voor zichzelf alles uit willen halen wat er in zit.
Mayflower
Een letterlijke vertaling van deze samenlevingsvisie zag het licht op de Mayflower, het schip dat de eerste kolonisten naar Amerika bracht. Daar en tijdens die reis, in 1620, ondertekenden de pilgrims een verbond waarmee ze elkaar trouw beloofden. Het is die andere kijk op de samenleving die resoneerde in toespraken van presidenten als John F. Kennedy (“En dus landgenoten, vraag niet wat uw land kan doen voor u - vraag wat u kunt doen voor uw land.”) en ook Barack Obama (“Wij staan op als één natie en gaan onder als één natie”). Hoeveel zakelijker het woordgebruik van Nederlandse politici ook is, de brede waardering en bewondering voor deze presidenten en hun ‘verbondsmatige’ visie op hun land laten iets zien van het verlangen dat ook veel Nederlanders hebben naar een samenleving waarin burgers naar elkaar omzien en elkaar ook in moeilijke tijden trouw blijven.
Een belangrijk aspect van het verbond is overigens dat het niet alleen uit de 'belofte' van trouw en dienstbaarheid bestaat, maar ook uit de 'eis' van verbondenheid aan de gemeenschap en verantwoordelijkheid daarvoor. Dat betekent dat als onze samenleving zich werkelijk openstelt voor nieuwkomers, zij met hen de niet-natuurlijke verwantschap van het verbond aangaat en hen de belofte van trouw doet, dat dit ook wederkerig een besliste keuze van die nieuwkomers vraagt. Tegenover de belofte dat we ons lot aan elkaar verbinden en nieuwkomers voluit tot leden van onze gemeenschap rekenen, staat de eis aan die nieuwkomers dat ze dan ook werkelijk een overtuigde keuze voor Nederland en voor de fundamentele waarden van onze cultuur maken. De cruciale voorwaarde voor toelating tot dit verbond is dan ook de omarming van onze politieke en religieuze vrijheden. Met minder kunnen we niet toe. Een tijdelijke verbinding met het oogmerk zoveel mogelijk van de samenleving te profiteren en die daarna weer de rug toe te keren zodra het opportuun is, is slechts het aangaan van een contract. In zo’n contractrelatie zal er nooit onderling vertrouwen en betrokkenheid opbloeien. Dat betekent dat het voor de toekomst van onze samenleving cruciaal is dat niet alleen de autochtone bevolking zich daadwerkelijk openstelt, maar dat nieuwkomers zich ook werkelijk verbinden met Nederland en de centrale waarden en vrijheden van onze cultuur.
Sociale kwestie
De integratie van moslims in Nederland en het samenbinden van onze multiculturele en multireligieuze samenleving is een van de grote, nieuwe sociale kwesties van onze tijd. We zitten als Nederlanders in deze tijd op onze eigen Mayflower. De zee is ruig, het zicht onhelder en we weten niet precies wat ons te wachten staat. We zitten met elkaar in dezelfde boot. Het heeft geen zin om er lang bij stil te staan hoe iedereen hier gekomen is en we zijn daarbij hopelijk beschaafd genoeg om geen man overboord te zetten. Met een voort varend schip heeft het ook weinig zin om te dagdromen over hoe het was in de tijd die achter ons ligt. We hebben allemaal een enkele reis en kunnen – in navolging van de opvarenden van de eerste Mayflower – maar beter bij elkaar komen en een verbond met elkaar sluiten. Ons aardse lot, dat van oude en nieuwe Nederlanders, moslims, christenen, niet- en andersgelovigen, is onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zijn tot elkaar verplicht en kiezen ervoor elkaar de hand te reiken, trouw te beloven, meningsverschillen vreedzaam uit te praten, de hand te houden aan fundamentele vrijheden en waarden. En we zetten ons allemaal in om van ons land een beschaafde samenleving te maken.
De symbolische verbondssluiting houdt in dat we ons verbinden met allen die voor de Nederlandse samenleving kiezen; het is een uitgestoken hand naar iedereen die hier is en tot die samenleving wil behoren. We beloven elkaar te helpen en te ondersteunen in goede en slechte dagen en zetten met elkaar onze schouders onder de enorme uitdaging van deze nieuwe sociale kwestie. Dat is een belofte die we elkaar doen. Maar daar staat tegenover dat iedereen die besluit om niet mee te doen, die met de rug naar deze samenleving toe gaat staan, die de fundamentele waarden minacht en alleen maar van vrijheden gebruik wil maken om deze vrijheden om zeep te helpen, eerder en duidelijker zal merken dat deze samenleving dit niet tolereert. Ook een doelbewuste en overtuigde afwijzing van dit verbond zal gevolgen moeten hebben.
We staan allemaal voor een cruciale keuze. Steken we de hand uit en aanvaarden we de hand van de ander? Het antwoord op die vragen bepaalt de toekomst van ons land.
Gert-Jan Segers is directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, woonde en werkte in Egypte (2000-2007) en publiceerde onlangs een islamstudie ‘Voorwaarden voor vrede’. Dit artikel werd eerder gepubliceerd in 'VolZin' nr. 2 van 2010.
Nieuwsarchief > 2010 > januari
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Moderne samenleving is een verstandshuwelijk'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.