De ChristenUnie heeft hierover schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Defensie.

Schriftelijke vragen van de leden Voordewind (ChristenUnie) en Haverkamp (CDA) aan de minister van Defensie over de Belgische inzet van militairen aan boord van koopvaardijschepen.

1) Is de minister bekend met het persbericht van de Belgische Marine 'Het fregat Louise-Marie klaar voor opdracht?'
2) Op welke wijze wordt de VPD (de militairen aan boord van het koopvaardijschip) ondersteund door de Louise-Marie? Blijft deze het beveiligde koopvaardijschip volgen? Of opereert de VPD zelfstandig zonder directe bescherming van het fregat?
3) Hoe wordt deze operatie logistiek georganiseerd? Hoe komen de militairen van en aan boord?
4) Wat is het mandaat van het VPD?
5) Ten behoeve van welke schepen en in welke wateren wordt de Belgische inzet gedaan?
6) Kan de minister aangeven hoe België de juridische vraagstukken, bijv. de gezagsverhouding tussen de commandant van het beveiligingsteam en de kapitein van het schip, heeft geregeld?
7) Welke medische voorzieningen zijn in relatie tot deze inzet voorhanden?
8) De minister gaf in het debat van 29 juni aan bevreesd te zijn voor het optreden van een geweldsspiraal bij inzet van militairen ter bescherming van koopvaardijschepen, wat zijn de afwegingen van België geweest m.b.t. dit risico?
9) Is de minister bereid de Belgische optie mee te nemen in het vervolgonderzoek naar de Franse optie?
10) Kan de minister het antwoord op de bovenstaande vragen de Kamer, voorafgaand aan het eerst volgende debat over piraterij met de Minister van Defensie, doen toekomen?