Rouvoet over twee jaar in het kabinet: "De bal ligt nu bij ons"
Trots is hij op de kabinetsdeelname van de ChristenUnie. Maar niet tevreden over de prestaties tot nu toe van de centrumlinkse coalitie met CDA en PvdA. ChristenUnie-leider en vicepremier André Rouvoet is opmerkelijk kritisch over de samenwerking die in februari 2007 begon. De komende twee jaar moet het kabinet het laten zien, stelt de minister voor Jeugd en Gezin zaterdag in een openhartig interview met De Telegraaf.
Langs de rand van de afgrond tijdens de crisisonderhandelingen, knallende ruzie over de JSF en Europese verkiezingen die diepe wonden sloeg bij de coalitiepartijen PvdA en CDA. Den Haag kende weer een turbulent politiek seizoen. Net als zijn collega’s verlangt André Rouvoet naar vakantie met zijn vrouw en vijf kinderen. Vandaag reist hij af naar een huisje in Bretagne. Boeken mee. De televisie blijft uit. Niet vanwege zijn geloof. Nee, de vicepremier wil rust, en aandacht besteden aan zijn gezin, dat hem na de zomer weer vaak zal moeten missen. Want er liggen volop nieuwe bananenschillen op de loer voor het toch al door ruzies getekende kabinet.
André Rouvoet heeft nog maar net plaatsgenomen aan een tafeltje in Hotel Corona aan het Haagse Buitenhof of hij vuurt de eerste waarschuwing al af. Aan het adres van PvdAfractievoorzitter Mariëtte Hamer. Die moet zich ondanks haar grote twijfels houden aan de afspraak over verhoging van de aow-leeftijd naar 67 jaar.
Het tekent het toegenomen zelfvertrouwen van Rouvoet en zijn ChristenUnie. Na een schuchter begin heeft de ’christelijk-sociale partij’ zich snel aangepast aan de mores in en rond de Trêveszaal. De ChristenUnie bemiddelt, buigt en bijt van zich af.
De afspraak over verhoging van de aow-leeftijd staat als een huis?
„Dat is één van de thema’s waar het misschien wel om gaat spannen, maar tegelijkertijd ligt er een helder besluit. Het kabinet is voorstander en de coalitiefracties staan erachter. Alleen als de SER (SociaalEconomische Raad, red.) in het najaar met een alternatief komt dat bonden en werkgevers beide steunen, kan het nog van tafel.”
Dus Hamer kan niet terugkomen op de aow-afspraak?
„Voor alle drie partijen in de coalitie geldt: afspraak is afspraak. Er ligt een helder besluit. Niemand vindt het fijn om dit te doen, maar er zijn goede argumenten voor, kijk naar de levensverwachting, kijk naar de trend om langer te blijven werken.”
Hoe bevalt het regeringspluche tot nu toe?
„We wilden een stabiele coalitiegenoot zijn – in tegenstelling tot D66 in het vorige kabinet – herkenbare doelen realiseren en onszelf blijven. Dat is in combinatie met de eerste twee misschien nog het lastigst. Maar ik denk dat we daar goed in slagen. Het enthousiasme bij de achterban over de regeringsdeelname is gebleven. Dat zegt veel. We hadden drie speerpunten: jeugd en gezin, opkomen voor kwetsbaren en duurzaamheid. Die zitten alle drie prominent in het regeerakkoord.”
U doet het in tegenstelling tot CDA en PvdA goed in de peilingen.
„Dat is ook een belangrijke indicator voor mij. D66 halveerde steeds als ze in de regering zaten. Wij hebben nu 6 zetels en staan in de peilingen op 7, 8. Het wordt gewaardeerd dat we moeilijke beslissingen durven te nemen, wij zijn geen weglopers.”
Wat is uw rol in de coalitie? Bent u het cement of derde wiel aan de wagen?
„Allebei niet, denk ik. Cement zijn we om de beurt. Ik heb wel vaak gemerkt dat we een brug kunnen slaan tussen CDA en PvdA. We zijn in staat om pacificerend te werken, bijvoorbeeld bij de onderhandelingen afgelopen voorjaar over de maatregelen tegen de crisis. Wij hebben geen last van oude reflexen en beelden: dat het CDA houdt van soliditeit en de PvdA van geld uitgeven.”
Het kabinet scheerde toen langs de afgrond, net als onlangs bij de JSF. Ruzie lijkt de rode draad.
„De rode draad is dat er drie partijen in het kabinet zitten die het niet over alles eens zijn en volgens mij is dat nooit anders geweest. Ik vind het volstrekt normaal dat we af en toe clashen. Maar we willen alle drie dat dit kabinet een succes wordt. Dat is van belang voor de samenleving.”
Getuige de stand van CDA en PvdA in de peilingen slaat het in de samenleving nog niet aan.
„Ik ben ervan overtuigd dat ons verhaal uit 2007, met aandacht voor sociale samenhang, het aanpakken van overlast, misstanden en hufterigheid, investeren in wijken en in jeugd en gezin, nog steeds kan rekenen op grote steun van de bevolking. Maar we zijn misschien op een aantal punten niet stevig genoeg geweest. We hebben het te weinig waargemaakt tot dusverre, vind ik. Dat betekent dus echt een paar tanden erbij.”
Hoe gaat u dat doen?
„Ik ben ervan overtuigd dat als wij beter werk maken van de uitvoering van wat we de mensen hebben beloofd de tweede helft voor ons is. Voor dit kabinet. Maar de bal ligt nadrukkelijk bij ons. Niet bij de kiezers, niet bij anderen, niet bij Geert Wilders. De bal ligt bij ons. Wij moeten het waarmaken.”
Wat gaan we daar op straat van merken?
„Het is cruciaal dat de wijkenaanpak nu van de grond gekomen is. De veiligheid verbetert, het gevoel van onbehagen wordt weggenomen en de integratieproblemen worden opgelost. Zelf zal ik keihard trekken aan de jeugdproblematiek.”
Waarom is dat de eerste twee jaar van de kabinetsperiode niet gelukt?
„Omdat het niet van de ene op de andere dag te realiseren is.”
Maar twee jaar…
„Nee, maar. Wat wilt u nou? Wat denkt u nou? De problemen waren groot.”
Ze zijn ondergesneeuwd door al die ruzies in de coalitie.
„Nee, dan gaat u volstrekt voorbij aan alles wat op de rails is gezet. Het is alleen nog niet altijd zichtbaar. Ik heb een hele opsomming gegeven. Maar het is ook een kwestie van lange adem. We zijn geen afhaalchinees: er wordt een signaal afgegeven en wij leveren meteen. Dan kom je jezelf na een tijdje tegen.”
Daar hebben belaagde wijkbewoners in Gouda geen boodschap aan.
„Nee, dat snap ik. Mensen willen vandaag verbeteringen zien. Maar vraagstukken over integratie en wijkaanpak zijn niet per decreet te regelen.”
Slaat uw boodschap niet aan omdat mensen meer in de oplossingen van Geert Wilders zien?
„Op welke terreinen komt hij met oplossingen?”
Hij wist wel raad met de raddraaiers in Gouda.
„Het leger inzetten. Willen we dat? Een soort Libanon aan de Hollandsche IJssel.”
Wilders staat op 30 zetels in de peilingen. Die komen ergens vandaan.
„Het kabinet heeft uitgesproken opvattingen over wat Nederland nodig heeft en wat niet. Nederland heeft geen behoefte aan gesuggereerde oplossingen die ons niet verder helpen. Daar zijn er genoeg van. We moeten laten merken dat onze oplossingen wél werken. Beter dan tot nu toe. Want ik loop niet weg voor de kritiek op dit kabinet. We laten te weinig inhoudelijk zien. Kennelijk zijn we in de beleving van mensen te veel bezig met dingen die hen niet rechtstreeks raken en die hen niet verder helpen.”
U bent minister voor Jeugd en Gezin, wat gaat u doen?
„Ik heb een aanpak geïntroduceerd om kindermishandeling tegen te gaan en kom met nieuwe kinderbeschermingsmaatregelen. De centra voor jeugd en gezin komen goed van de grond en probleemgezinnen kunnen we dwingen opvoedingsondersteuning te accepteren. Bovendien zijn eind dit jaar de wachtlijsten in de jeugdzorg weggewerkt. Ook wil ik ervoor zorgen dat werk en privé beter kunnen worden gecombineerd en gezinnen financieel ondersteunen. Dat lijkt me allemaal niet zonder betekenis.”
Dan de financiële crisis, wat gaan burgers daar in hun portemonnee van merken?
„Als ik kijk naar de koopkracht dit jaar en de voorzichtige bespiegelingen voor volgend jaar dan mogen we niet mopperen in Nederland. Er zijn weinig mensen die écht in de problemen zitten, behalve natuurlijk als ze hun baan kwijtraken.”
Is het uitgangspunt koopkrachtbehoud voor iedereen in 2010?
„Ik heb hierover even helemaal geen uitgangspunt.”
Dat is toch een mooie boodschap?
„Jazeker. Als er geen crisis was, zou ik het graag beloven. Maar die is er nu wel. In de eerste plaats gaan heel veel mensen in het najaar hun baan verliezen. We zetten alles op alles om de schade te beperken. Zelf maak ik me extra sterk voor het bestrijden van de jeugdwerkloosheid. Het zou onverantwoord zijn om iedereen nu maar even koopkrachtbehoud te garanderen. Dan heb je geen oog voor de crisis en geen boodschap aan de mensen die hun baan verliezen. Dan zeg je: jullie hebben pech gehad en de rest merkt het niet.”
U zou de economie ook een handje kunnen helpen door uw verzet tegen de koopzondagen te staken.
„Ik strijd niet tegen de koopzondagen, maar wil dat de huidige regels worden gehandhaafd. Dus winkels alleen open in een beperkt aantal toeristische gemeenten. Die toerismebepaling moet wél worden nageleefd. Het oneigenlijk gebruik moet stoppen. Als Roosendaal zegt helemaal toeristisch gebied te zijn, is dat oneigenlijk gebruik.”
Vanuit uw levensovertuiging is dat een gezocht argument. U wilt dat winkels niet open zijn op zondag.
„Nee, dat klopt niet. Ik wil de kleine winkeliers beschermen, het mkb, tegen ongeoorloofde concurrentie op koopzondagen van grote winkels die wél open zijn. Als we doorgaan met het eindeloos oprekken van het aantal koopzondagen legt een groot aantal kleine winkels het loodje.”
De CDA-fractie wil een oogje toeknijpen. Mensen gaan meer besteden en dat is goed voor de economie.
„Dat heb ik altijd een flauwekulargument gevonden. Mensen krijgen niet meer geld omdat de winkels op zondag opengaan. Je hebt niet ineens meer te besteden.”
Hoe zijn de onderlinge verhoudingen in de top van het kabinet eigenlijk?
„We hebben altijd de bereidheid om er met elkaar uit te komen, maar kennen elkaars nogozones. Ik heb de afgelopen jaren veel respect gekregen voor de manier waarop Wouter (Bos, red.) als minister van Financiën onverbiddelijk is naar PvdA-partijgenoten, CDA’ers en CU-mensen. Ik heb grote bewondering voor zijn gave om oplossingen te vinden.Soms weet hij dat die slecht zullen vallen bij zijn achterban, maar komt hij er toch mee. Dat is leiderschap.”
Hoe zit dat bij Balkenende?
„Die heeft een andere stijl. Ik heb niet zo’n behoefte om al die stijlen te analyseren. Hij laat veel over aan de vakministers om er met elkaar uit te komen en in laatste instantie kan hij dan uiteindelijk de knoop doorhakken. Wouter heeft als minister van Financiën vaak al in een vroeg stadium inhoudelijke bemoeienis met alle dossiers.”
Bos toont leiderschap. Dat horen wij u niet zeggen over Balkenende.
„Jan Peter is natuurlijk al sinds 2002 leider van verschillende kabinetten. Bij de onderhandelingen over het crisisakkoord was hij onafhankelijk voorzitter. Ik denk dat het niet meeviel om die rol te pakken, maar hij heeft hem gepakt.”
U praat de hele tijd alsof u denkt dat deze coalitie 2011 gaat halen.
„Absoluut. Ik vind dat bijna een morele plicht. Als de drie partijen alleen maar energie zouden steken in het berijden van eigen stokpaardjes of in het elkaar de tent uitvechten dan laten we geen verantwoordelijkheidsgevoel zien. We zijn het aan de samenleving verplicht stabiliteit te brengen in deze onrustige tijd.”
(De Telegraaf, door Jaap Folkerts en Dennis Naaktgeboren, 11 juli 2009)
Nieuwsarchief > 2009 > juli
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Rouvoet over twee jaar in het kabinet: "De bal ligt nu bij ons"'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.