‘Capaciteit beschikbaar houden’
Een van de constant smeulende brandhaarden in de internationale politiek is het Midden Oosten. Het is voor elke Amerikaanse president een prioriteit. Voor zover er iets is als vrede in het Midden Oosten, is dat een Pax Americana. Op hoofdlijnen is die Amerikaanse inzet altijd gesteund door Nederlandse kabinetten. Ook de ChristenUnie kent een nadrukkelijke focus op het Midden Oosten, schrijft minister Eimert van Middelkoop in het onlangs verschenen Israëlnummer van Handschrift.
Ook de ChristenUnie kent een nadrukkelijke focus op het Midden Oosten, meer in het bijzonder op Israël. In het verkiezingsprogramma-2006 wordt dit beargumenteerd in politieke, historische en theologische termen. Er is een verbondenheid met het Joodse volk op bijbelse gronden, zo zegt het programma. En meer expliciet wordt uitgesproken dat de staat Israël steun verdient vanwege historische en morele argumenten, met inachtneming van internationale rechtsbeginselen.
Er bestaat binnen de ChristenUnie het risico, elkaar ten aanzien van Israël theologisch de maat te nemen. Gelukkig is er ook het wijze inzicht dat van een politieke partij niet verwacht mag worden, diep insnijdende theologische vragen gezaghebbend te beantwoorden. Er is een voldoende christelijke consensus om een warme politieke betrokkenheid te dragen.
‘Alomvattend akkoord'
De ChristenUnie behoedt zichzelf voor een te eenzijdige sympathie voor Israël, door het belang van internationale rechtsbeginselen te benadrukken. Wat recht is voor Israël, is daarom ook recht voor de Palestijnen. Deze politieke benadering ligt ook ten grondslag aan het coalitieakkoord, waar allereerst wordt gesproken over ‘Een alomvattend akkoord voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen'. Meer concreet wordt vervolgens gesproken over veilige en erkende grenzen voor Israël en een levensvatbare Palestijnse staat.
Met beide politieke wensen is nog een lange weg te gaan. De grenzen van Israël zijn nog altijd aangevochten en de veiligheid ervan moest in 2006 tegenover de dreiging van Hezbollah in Libanon en in 2008 van Hamas in de Gazastrook, met een sterke geweldsinzet worden gewaarborgd. Op onderdelen van die inzet mag met recht kritiek worden uitgeoefend. De Nederlandse regering deed dat ook, maar het recht en de plicht van de Israëlische regering de eigen bevolking te beschermen zijn onvervreemdbaar.
Bijdrage
Nederland heeft de laatste jaren bij het diplomatieke woord ook de daad van militaire inzet gevoegd. Zo heeft de marine tot medio 2008 een bijdrage geleverd aan de maritieme missie Unifil. Daarvoor mocht ik als Minister van Defensie van ChristenUniehuize politieke verantwoordelijkheid dragen. Dat heb ik graag gedaan. Ook aan enkele kleinere (VN en EU) missies levert Defensie een personele bijdrage.
Het kabinet houdt rekening met nieuwe verzoeken, wanneer als onderdeel van een vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnse autoriteit de inzet van een internationale interventiemacht wordt gevraagd. Met collega Verhagen zijn wij nauw betrokken bij EU-onderzoekingen ter zake. Als Minister van Defensie, met een sterke concentratie op de Afghanistanmissie, houd ik capaciteit beschikbaar voor het geval de vrede in het Midden Oosten dat vergt. Ook dat is ChristenUnie!
Eimert van Middelkoop, Minister van Defensie
(Dit artikel staat in Handschrift 2, 2009, verschenen op 10 april. U kunt Handschrift hier downloaden of bestellen)
(foto Ruben Timman, www.nowords.nl)
Nieuwsarchief > 2009 > april
Geen berichten gevonden
Reacties op '‘Capaciteit beschikbaar houden’'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.