Bijdrage Carola Schouten aan het Initiatief Agnes Mulder / Nijboer; Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met het oog op een regelgevend kader voor kredietunies (Wet toezicht kredietunies)

donderdag 19 maart 2015

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Financiën aan een plenair debat met minister Dijsselbloem minister van Financiën

Onderwerp:   Initiatief-Agnes Mulder/Nijboer; Wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enkele andere wetten met het oog op een regelgevend kader voor kredietunies (Wet toezicht kredietunies)

Kamerstuk:    33 949

Datum:           19 maart 2015

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. We kijken vandaag terug en vooruit ten aanzien van verzekeraar REAAL, een bedrijf dat inmiddels zo'n 6 miljoen polissen en 4.000 werknemers heeft. Maar ik wil even teruggaan naar waar REAAL vandaan komt. Het was een kleine verzekeraar van de vakbonden. De werknemers spaarden er bij de bank, verzekerden zich en zorgden ervoor dat ze pensioenen hadden. Wat is er dan ontzettend veel gebeurd als je terugkijkt op de afgelopen jaren. In 1997 werd REAAL onderdeel van de SNS REAAL-groep. Het adagium werd "REAAL regelt het allemaal". De bank-verzekeraar zou moeten groeien en verbreden. Begin 2013 werd pijnlijk duidelijk waar deze overnamewoede toe had geleid. Het was grootheidswaanzin geworden waarin onverantwoorde risico's nemen helaas centraal kwam te staan. Er werden vastgoedinvesteringen gedaan die de ooit zo trotse bank-verzekeraar naar de rand van de afgrond joegen. SNS REAAL werd genationaliseerd. De bank en de verzekeraar worden opgesplitst. Nu moet REAAL weer naar de markt worden gebracht.

De vraag is hoe het allemaal zover heeft kunnen komen. De commissie-Frijns/Hoekstra heeft dat in een uitvoerig rapport onderzocht. Voor de ChristenUnie-fractie is het klip-en-klaar dat de eerste verantwoordelijkheid voor de gang van zaken ligt bij SNS REAAL, bij de raad van bestuur en bij de raad van commissarissen.

In het rapport wordt ook een beeld geschetst van een toezichthouder die weliswaar van dichtbij betrokken was maar desondanks lang, wellicht te lang, heeft gewacht met ingrijpen, ook toen bleek dat de raad van bestuur niet in staat was om de noodzakelijke veranderingen door te voeren. Waarom heeft SNS REAAL na de verlenging van staatssteun in 2008 nog drie jaar lang kunnen aanmodderen zonder dat DNB ingreep? Dit is voor mij een centrale vraag uit de evaluatie.

Vandaag moeten we ons ook buigen over de verkoop van REAAL. Deze verkoopt komt op een moment dat de verzekeringsmarkt in zwaar weer verkeert, onder andere door de lage rentes en het ineenstorten van de markt voor levensverzekeringen. De solvabiliteit van REAAL is dramatisch slecht en voldoet al geruime tijd niet meer aan de interne minimumnorm van 175%.

In 2013 kwam er ook een tegenvaller boven van zo'n 700 miljoen euro aan verpande garanties; collega's van mij hebben er al over gesproken. De minister wijst naar de Nederlandsche Bank en naar accountant KPMG. Maar wordt ook onderzocht waarom de dure adviseurs die de minister destijds heeft ingehuurd, deze fout niet ontdekten? Daar waren zij toch voor, zo vraag ik wat eufemistisch aan de minister. Onderkent hij dat ook? En ziet hij mogelijkheden om de schade die hieruit voortvloeit eventueel daar te verhalen? Het antwoord op de schuldvraag moet dan wel duidelijk zijn; die moet onderzocht worden.

Waarom heeft de minister de Auditdienst Rijk de opdracht gegeven om dit uit te zoeken? Mevrouw De Vries vroeg daar ook al naar. Ik ben erg benieuwd naar deze keuze. Hij kwam op mij niet heel logisch over, maar misschien is er een heel goede reden voor. Dan hoor ik die graag.

De nieuwe Solvency II-normen betekenen dat er een flinke nieuwe herkapitalisatie zal moeten plaatsvinden. Anbang, de enige partij die nog over is voor de koop van REAAL, heeft aangegeven zo'n 700 miljoen tot 1 miljard te willen investeren om die solvabiliteit weer op orde te krijgen. De minister geeft aan dat er dan een solvabiliteitsratio van 140% tot 150% ontstaat. Wat is leidend, de ratio van 140% tot 150% of het maximum dat Anbang bereid is te bieden: 700 miljoen tot 1 miljard? Wat is cruciaal voor de Nederlandsche Bank in de afweging voor het al dan niet afgeven van een verklaring van geen bezwaar?

Tot slot vraag ik wat er gaat gebeuren als deze verkoop niet doorgaat. De minister schrijft een cryptisch zinnetje: "Dan zullen ze op een andere manier moeten zorgen dat de solvabiliteit op orde komt." Maar hoe moet dat dan? Wat zijn dan de scenario's en wat betekent dat uiteindelijk voor al die polishouders en werknemers? Graag een reactie.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug

Archief > 2015 > maart