Inbreng Carola Schouten tbv Wijziging Algemene Ouderdomswet ivm wijziging voorwaarden vrijwillige verzekering over een achterliggende periode

woensdag 28 mei 2014

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid ten behoeve van een wijziging van de Algemene Ouderdomswet

Onderwerp:   Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met wijziging van de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering over een achterliggende periode

Kamerstuk:    33 928

Datum:            28 mei 2014

Inleiding

De leden van de PvdA-fractie, de SP-fractie, de PVV-fractie, de D66-fractie en de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het voorstel van wet. De leden van deze fracties hebben eveneens enkele vragen of opmerkingen.

2. Onbedoeld gebruik

De leden van de PVV-fractie, de leden van de D66-fractie en de leden van de ChristenUnie-fractie wijzen eveneens op de forse stijging van het aantal inkopers.

De leden van de ChristenUnie-fractie vernemen graag welk deel van de stijging van het aantal aanvragen mogelijk door andere oorzaken dan oneigenlijk gebruik kan worden verklaard.

3. Doel van het voorstel

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke wijze de regering bij het vrijwillig verzekeren voor de AOW rekening houdt met de positie van ontwikkelingssamenwerkers en zendelingen. Ontwikkelingswerkers en zendelingen lopen, omdat zij bijvoorbeeld onvoldoende budget hebben om zich direct vrijwillig te verzekeren of zich maar voor tien jaar vrijwillig mogen verzekeren, nu al tegen problemen aan, terwijl zij wel een betekenisvolle relatie met Nederland hebben. Kan de regering uiteenzetten wat de gevolgen van het wetsvoorstel voor ontwikkelingssamenwerkers en zendelingen zijn? Waarom verruimt de regering, als de inkoop achteraf beperkter wordt, de mogelijkheden voor het direct doorlopen van de vrijwillige verzekering onder andere na afloop van de maximale periode van tien jaar niet, zodat meer ontwikkelingswerkers en zendelingen hiervoor in aanmerking komen?

4. Aanvullende voorwaarden AOW-inkoopregeling

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat de Raad van State concludeert dat de introductie van de eis over het arbeidsverleden op gespannen voet staat met het uitgangspunt van de AOW als volksverzekering en dat de maatregel van de premieverhoging al voldoende werking heeft om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Deze leden vragen om een nadere toelichting waarom de regering dit standpunt niet deelt. Kan de regering een onderbouwde inschatting maken van de effecten van het wetsvoorstel op het gebruik en de overheidsfinanciën als er geen arbeidsverledeneis wordt gesteld? Ook deze leden vragen om een toelichting op de keuze voor de periode van vijf jaar. De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering voorts om nader in te gaan op het commentaar van de SVB om de voorwaarde te schrappen dat buitenlands verzekerde tijdvakken niet kunnen worden ingekocht, gezien het feit dat deze voorwaarde geen relatie heeft met de eis dat de gebruikers een betekenisvolle relatie hebben met Nederland en leidt tot aanzienlijke complexiteit in de uitvoering.

5. Inwerkingtredingsdatum en terugwerkende kracht

De leden van de PVV-fractie, de leden D66-fractie en de leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat het wetsvoorstel na publicatie in het Staatsblad zal terugwerken tot 24 maart 2014, de dag van publicatie van het persbericht. Hoe groot is het aantal aanvragen voor inkoop van AOW-rechten over een achterliggende periode sinds genoemde datum? De leden van de D66-fractie vragen of de regering op basis van de tot op dit moment ingediende aanvragen verwacht dat het aantal AOW-inkopers zal afnemen tot het niveau van vóór 2013.

6. Financiële gevolgen

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen weten waarop de inschatting van de regering is gebaseerd dat als gevolg van het wetsvoorstel in de toekomst nog maar 60 personen per jaar gebruik zullen maken van de vrijwillige verzekering voor de AOW over een achterliggende periode. Kan de regering toelichten welk deel van de gebruikers in de toekomst ook nog een beroep zal doen op de mogelijkheid om zich vrijwillig over een achterliggende periode voor de AOW te verzekeren? Welke effecten verwacht de regering van het wetsvoorstel op het gebruik en de kosten van de bijstand en/of de AIO? Kan dit gebruik toenemen omdat mensen zich niet meer achteraf voor de AOW kunnen verzekeren, terwijl in het buitenland opgebouwde pensioenrechten niet altijd exporteerbaar zijn en het buitenlands wettelijke ouderdomspensioen lager kan zijn dan de Nederlandse AOW?

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug