Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Afspraken woningmarkt

woensdag 13 maart 2013

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de vaste commissie voor Wonen en Rijksdienst aan een algemeen overleg met minister Blok van Wonen en Rijksdienst

Onderwerp:   Afspraken woningmarkt

Kamerstuk:    27 926

Datum:            13 maart 2013

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Ik ben benieuwd naar de vloerbedekkingen, maar dat horen we zo.

Zoals we al vaker hebben aangegeven, waren er voor de ChristenUnie drie redenen om mee te doen aan het woonakkoord. Wij wilden dat de huren socialer werden, wij wilden dat de situatie voor de corporaties verbeterde ten opzichte van die in het regeerakkoord en we wilden maatregelen nemen om de koopmarkt, die toch nog op slot zat, zit, een steuntje in de rug te geven.

Als ik de uitkomsten bekijk, kunnen we in ieder geval constateren dat de scherpe kantjes van de huurmaatregelen af zijn gehaald. De huren zullen minder snel stijgen, er wordt rekening gehouden met de inkomensdaling, de maximale huurprijs blijft voor elke woning gelden, er is een hardheidsclausule voor gehandicapten en uiteindelijk wordt er toegewerkt naar een huursombenadering. Dit zijn allemaal punten die de ChristenUnie graag wilde, waarvoor zij vaak heeft gepleit en die zij nu heeft kunnen realiseren. Naar aanleiding van het CFV-rapport kunnen we stellen dat dit woonakkoord inderdaad een verbetering is ten opzichte van de maatregelen die in het regeerakkoord waren aangekondigd. Het aantal corporaties dat volgens het Centraal Fonds Volkshuisvesting te maken kan krijgen met solvabiliteitsproblemen is aanzienlijk gedaald door de aanpassing in het woningwaarderingsstelsel en de verlaging van de verhuurderheffing.

Ook voor de koopmarkt betekent het woonakkoord een impuls. Er komen meer startersleningen, energiebesparingsmaatregelen worden gestimuleerd en er komt ruimte om bij te lenen, waarbij wel fiscaal wordt vastgehouden aan een annuïtair aflossingsschema. Uiteraard is de ChristenUnie zeker ook blij met de btw-verlaging voor verbouwingen. We pleitten daar al ongeveer anderhalf jaar voor en nu is dit punt dan gerealiseerd. Naast de prangende kwestie van de vloerbedekking heb ik nog wel een serieuze vraag hierover. Ook het tuinonderhoud is onder het lage btw-tarief komen te vallen. Ons bereiken signalen dat er nu in de markt enige verdringen plaatsvindt tussen de hoveniers, die voor het lage btw-tarief in aanmerking komen, en andere bedrijven, die ook straatwerk doen. Volgens mij heeft de minister deze signalen ook ontvangen. Kan de minister ingaan op deze problematiek? Het lijkt mij dat het werk het uitgangspunt moet zijn, en niet zozeer door wie dat werk wordt gedaan: een hovenier, een stratenmaker of wie dan ook. Ik hoop dat de minister hierover snel duidelijkheid kan geven.

Er ligt nog meer huiswerk voor de minister, bijvoorbeeld om het energiebesparingsfonds zo snel mogelijk van de grond te krijgen. Is al duidelijk op welke manier de markt hieraan gaat bijdragen? Ook over het woningwaarderingsstelsel komt nog een voorstel. Tijdens het vorige debat over het woonakkoord heb ik al gevraagd om de mogelijkheid te bieden voor energieneutrale woningen de huur te verhogen met een tarief voor het wooncomfort, waarbij de huurder geen energierekening krijgt. De minister zou hierover met de sector in overleg treden, mede gezien de plannen die daar zijn. Ik wil graag weten of dit al is gebeurd. Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dat overleg? Wordt er echt gezocht naar mogelijkheden om dit binnenkort mogelijk te maken?

Niet alleen de minister heeft huiswerk, ook de corporaties hebben dat. In eerste instantie moeten zij beginnen met een efficiencyslag. Vanuit de sector is aangegeven dat die mogelijk is. Door deze efficiencyslag kan deels tegemoet worden gekomen aan de problemen die er mogelijk liggen. Er valt namelijk echt nog wel wat te besparen. Er zijn bedragen genoemd van 700 miljoen à 800 miljoen. Wij gaan zelfs nog uit van een veel lager bedrag. Ik hoop dat die efficiencyslag snel op gang komt.

Tegelijkertijd moeten we de vinger aan de pols houden. We weten allemaal dat het niet meevalt om goed door tijden van crises heen te komen. Dat geldt voor iedereen en zal ook gelden voor de huurders en de corporaties. Mijn fractie wil graag dat de minister de ontwikkelingen, bijvoorbeeld op het terrein van de solvabiliteit en de investeringen van de corporatiesector, goed blijft monitoren. Ik heb daarbij nog een concrete vraag over de borging bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). In de sector bestaat momenteel onduidelijkheid over de vraag wanneer het WSW met duidelijkheid kan komen over de investeringen voor het komend jaar. Volgens mij zijn de plannen nu net ingeleverd. Mede naar aanleiding van de uitkomsten van het huurdebat gisteren is er meer duidelijkheid gekomen. We weten dat de tijd voor alle corporaties krap is, maar het lijkt mij dat we toch moeten kijken of het WSW snel duidelijkheid kan bieden over de vraag wat de mogelijkheden voor investeringen in 2014 zijn. Ik vraag de minister hoe snel die duidelijkheid kan worden geboden. Als dat echt pas later dit jaar wordt, kan hij dan moeite doen om het wat naar voren te halen? Het zou namelijk goed zijn als die duidelijkheid er snel komt.

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de VVD-woordvoerster over de verschillende scenario's die we moeten kennen. De minister biedt ruimte in zijn brief om differentiatie aan te brengen in de verhuurderheffiing. Wij vinden het echter wel belangrijk om meer inzichtelijk te krijgen in de effecten daarvan. Ik wil in dat kader inzoomen op projecten zoals die op Rotterdam-Zuid, de institutionele beleggers maar zeker ook de krimpregio's. Daar immers vormt de WOZ-waarde een wat belangrijker onderdeel in de hoogte van de verhuurderheffing. Wij willen daar graag meer duidelijkheid over hebben.

Ik doe de minister ook een suggestie en hoop dat hij die mee kan nemen in dat scenario. Mijn suggestie is om te differentiëren in de grondslag, bijvoorbeeld door een hoger tarief voor het deel van de WOZ-waarde boven 1 ton. We weten dat de prijzen en de WOZ-waardes in de krimpgebieden doorgaans wat lager liggen. We zouden moeten bekijken wat de effecten zijn als we gewoon generiek twee tarieven maken, een onder de ton en een boven de ton. Ik hoop dat de minister dit punt wil meenemen.

Ik heb nog een vraag over het tijdpad. Gisteren is gevraagd om een woonvisie. Het voorstel met betrekking tot het woningwaarderingsstelsel zullen we nog ontvangen en ook de verhuurderheffing komt nog naar de Kamer. Ik wil die dingen graag in samenhang kunnen bekijken. Ik weet niet precies wat er gisteren is toegezegd over de datum waarop de woonvisie naar de Eerste Kamer wordt gestuurd. Het lijkt mij echter relevant om de volgordelijkheid der zaken in ogenschouw te houden. Kan de minister meer duidelijkheid geven over de vraag hoe dit gaat gebeuren en of we alles in samenhang kunnen blijven bezien?

Mijn laatste punt gaat over het kunnen meefinancieren van de restschuld. Ik heb daar eerder met collega Klaver van GroenLinks een motie over ingediend, die de minister nu aan het uitwerken is. Die motie gaat over de vraag hoe genegen banken zijn om de restschuld mee te financieren. Wij hebben nog geen antwoord gekregen op die vraag, de minister heeft in een briefje uitstel tot 1 april gevraagd. Ik wil echter graag dat er heel snel meer duidelijkheid komt op dit punt. Die motie ligt er immers al vanaf november. We hebben juist maatregelen getroffen om mensen die met een grote restschuld zitten en toch verder willen op de woonmarkt, echt soelaas te kunnen bieden. Heeft de minister overlegd met de sector? Wat is daarvan dan de uitkomst? Heeft de sector toegezegd, die restschuld mee te zullen financieren? Kan de minister eerder dan 1 april met een brief komen waarin de volledige berekeningen en dat soort zaken staan?

Mevrouw Voortman (GroenLinks): Mevrouw Schouten vroeg zojuist garanties van de PvdA. Ik ben benieuwd welke garantie zij zelf ziet. Immers, zowel mevrouw Schouten als haar collega's in de Eerste Kamer hebben ingestemd met de inkomensafhankelijke huurverhoging, precies het aspect in het woonakkoord dat de ChristenUnie volgens mij het meest pijn deed. Er is echter nog geen enkele garantie dat de rest van het woonakkoord daadwerkelijk zal worden bereikt. Ik wil graag weten hoe de ChristenUnie hier tegenaan kijkt.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik vroeg niet om garanties aan mijn collega van de PvdA; ik haalde slechts de woorden aan van de woordvoerder van de PvdA-fractie in de Eerste Kamer. Die heeft gevraagd om garanties. Voor ons is het helder. Wij hebben onze handtekening gezet onder dit woonakkoord. Wij zijn een partij die staat voor haar handtekening. Ik ga ervan uit dat alle andere partijen dat ook doen. Ik heb zojuist verteld waarom wij juist aan dit woonakkoord hebben meegedaan, namelijk om de huurmaatregelen te verzachten. Mevrouw Voortman kan volgens mij niet ontkennen dat alle huurmaatregelen die nu worden genomen, een forse verbetering zijn in het sociale huurbeleid ten opzichte van het regeerakkoord. Ik vind het jammer dat zij er zelf niet in is meegegaan.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): GroenLinks heeft steeds aangegeven altijd te willen praten. Echter, de keuze was blijkbaar dat er per se een heffing van 1,7 miljard moest komen. Dát is het punt; ons kan niet verweten worden dat wij nooit hebben willen praten als wij daar niet voor zijn uitgenodigd.

Ik vroeg mevrouw Schouten echter naar het punt van de garanties. De PvdA-fractie in de Eerste Kamer heeft gevraagd om garanties. Als die er niet komen, is de kans vrij groot dat de PvdA-fractie in de Eerste Kamer zegt niet mee te gaan in de verhuurderheffing. Ik wil wel weten wat de ChristenUnie dan gaat doen.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik denk dat we dan toch ook een andere politieke situatie zullen krijgen. Dan is het überhaupt de vraag of we nog over woonakkoorden spreken of misschien wel over nieuwe verkiezingen. Maar dat ligt dan niet aan mij. Dan heeft de coalitie een probleem.

De heer Knops (CDA): Het wordt steeds gezelliger, maar laat ik daaraan geen bijdrage leveren in negatieve zin. De nieuwe directeur van het wetenschappelijk instituut van de ChristenUnie heeft een heel mooi boek geschreven over woningcorporaties. Ik moet zeggen dat daar heel veel dingen in staan die mij zeer aanspreken. Ik kom even terug op de betaalbaarheid van de verhuurderheffing. Heeft mevrouw Schouten bij die beroemde onderhandelingen op dát moment -- ze zegt immers "ik heb nu niet de garantie" -- garanties gekregen dat het niet leidt tot desinvesteringen, iets wat in het verkiezingsprogramma van de ChristenUnie heel nadrukkelijk staat als punt dat wel zou moeten gebeuren, en de betaalbaarheid van corporaties? Heeft zij die garantie toen ontvangen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Wij hebben daar mede aan tafel gezeten. Wij konden dus zelf onze gedachten bepalen of het in voldoende mate aanwezig was. Een aantal maatregelen is juist genomen om op het terrein van de investeringen meer ruimte te bieden. Daar zijn wij zelf bij geweest, dus daar hoeven we geen garanties voor te vragen; dat is gewoon een keuze geweest waarbij wij zelf aan tafel hebben gezeten.

Ik onderschrijf zeker dat boek van de directeur van ons wetenschappelijk instituut een goed boek is. Dat de heer Knops dat ook vindt, komt natuurlijk doordat die directeur eerst bij het CDA werkte maar uiteindelijk is overgestapt naar de ChristenUnie.

De heer Knops (CDA): Laten we het er maar op houden dat hij een goede leerschool heeft gehad.

Mevrouw Schouten vroeg de minister hoe het zat als het allemaal niet zo is. Daar klinkt toch iets van twijfel in door, iets minder dan bij de heer Monasch weliswaar, maar zij lijkt toch vragen te hebben die erop duiden dat zij gevoelig is voor signalen die anders uitwijzen dan de minister nu aan de Kamer rapporteert. Zij zei zojuist dat een deel van het probleem kan worden opgelost door het verlagen van de bedrijfslasten. Daar is natuurlijk niemand op tegen. Dan nog, echter, blijft een deel van het probleem over. Kan zij daarop ingaan?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): De vragen die ik aan de minister heb gesteld, gingen over de differentiatie van de verhuurderheffing. Dat is ook het punt van ruimte dat de minister zelf heeft aangegeven. Op dat punt wil ik inderdaad weten welke effecten er zijn en welke varianten daarop je hebt voor bepaalde situaties. Ik noemde al de krimpregio's, bepaalde investeringsagenda's en maatschappelijke investeringsagenda's die wij belangrijk vinden. Nogmaals, wij hebben bij het afsluiten van het woonakkoord die weging natuurlijk ook gemaakt. Ik noemde het punt van de efficiency. Er zijn natuurlijk ook andere zaken, zoals het energiebesparingsfonds, de btw en allerlei andere zaken om de investeringen op peil te houden. Daar zijn wij zelf bij geweest. De heer Knops verweet een collega "had u daar maar eerder over nagedacht". Wij hébben daarover nagedacht en de keuze gemaakt die zo te verdedigen is.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

« Terug