Inbreng Carola Schouten: Goedkeuring Verdrag tot instelling Europees Stabiliteitsmechanisme
Inbreng van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten inzake Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland
Onderwerp: Goedkeuring van het op 2 februari 2012 te Brussel tot stand gekomen Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, Ierland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en de Republiek Finland (Trb. 2012, 28)
Kamerstuk: 33 221
Datum: 2 mei 2012
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben kennis genomen van het voorstel van wet dat beoogt het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme goed te keuren. De leden van de fractie van de ChristenUnie onderschrijven de noodzaak van het waarborgen van de financiële stabiliteit binnen de eurozone en daarmee in Nederland te borgen. Het Europees stabiliteitsmechanisme beoogt daar een bijdrage aan te leveren. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben nog een aantal vragen met betrekking tot het ter goedkeuring voorliggende verdrag.
Een permanent stabiliteitsmechanisme is noodzakelijk om de financiële stabiliteit binnen de eurozone, en daarmee in Nederland, in noodgevallen te waarborgen, zo stelt de Memorie van Toelichting. De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen de regering welke andere instrumenten en oplossingen zijn overwogen om de financiële stabiliteit binnen de eurozone te waarborgen. Daarbij verzoeken deze leden de regering nader toe te lichten waarom een permanent noodfonds de beste oplossing is gebleken.
Nederland heeft als voorwaarde voor de oprichting van een permanent stabiliteitsmechanisme geëist dat ook betekenisvolle stappen worden gezet om de economische en budgettaire coördinatie in de eurozone te versterken. Nederland heeft zich daarbij sterk ingezet voor het verbeteren van de begrotingsdiscipline, zo stelt de Memorie van Toelichting. De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren echter dat het Verdrag voor stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie dat op 2 maart 2012 is ondertekend, nog niet aan het parlement ter goedkeuring is voorgelegd en gaan er dan ook van uit dat dit verdrag pas na het ESM-verdrag in werking zal treden. Kan de regering dit bevestigen, zo vragen deze leden. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering toe te lichten waarom de inwerkingtreding van het Verdrag voor stabiliteit, coördinatie en bestuur in de economische en monetaire unie niet is afgewacht, alvorens het ESM-verdrag ter goedkeuring voor te leggen? Het ligt toch voor de hand eerst daadwerkelijk de juiste voorwaarden te scheppen, voordat kan worden overgegaan tot de oprichting van een permanent stabiliteitsmechanisme, zo vragen deze leden.
Democratische legitimatie
Gegeven de intergouvernementele aard van het ESM-verdrag is de publieke en democratische controle op intergouvernementele wijze vorm gegeven. Ministers kunnen door hun nationale parlementen voor hun aandeel in het functioneren van het ESM ter verantwoording worden geroepen, zo stelt de Memorie van toelichting. De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben op dit punt een aantal vragen.
Juist op het punt van de democratische controle heeft de afdeling advisering van de Raad van State forse kritiek. Gelet op de grote financiële en budgettaire belangen die met het ESM zijn gemoeid, acht de Afdeling het ontbreken van controlemechanismen in EU-verband op het functioneren van het ESM als zodanig problematisch. Democratische controle door de nationale parlementen op het functioneren van de nationale vertegenwoordigers in de organen van het ESM kan het gemis van controlemechanismen op het ESM als zodanig slechts deels compenseren. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering nader toe te lichten op welke wijze zij meent dat de democratische controle op het ESM als zodanig voldoende geborgd is.
In deze wet ter goedkeuring van het verdrag ter instelling van het ESM, noch in de incidentele suppletoire begroting is de rol van het parlement vastgelegd. In de antwoorden van de minister van Financien betreffende het VSO voorstel behandelprocedures EFSF/ESM-besluiten stelt de minister dat de regering in het voorstel een aantal verplichtingen voorstelt ten aanzien van de snelheid en de omvang van de informatievoorziening, het in acht nemen van tijdslimieten bij het formuleren van zijn positie en het instellen van een parlementair voorbehoud indien vooroverleg niet mogelijk is gebleken. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering toe te lichten waarom deze verplichtingen niet zijn opgenomen in de voorliggende wetgeving. Is de regering als nog bereid om dit te doen, zo vragen deze leden. Zo nee, waarom niet?
Ministers kunnen door hun nationale parlement voor hun aandeel in het functioneren van het ESM ter verantwoording worden geroepen, zo stelt de regering. Maar wie kan het Nederlandse parlement aanspreken of het functioneren van het ESM als de Nederlandse minister van Financien in de spoedstemprocedure wegens het gebrek aan een veto buiten spel is komen te staan, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie.
Artikel 10 van het verdrag bepaalt dat de Raad van gouverneurs kan besluiten tot verhoging van het maatschappelijk kapitaal van het ESM, zoals vastgelegd in artikel 8, eerste lid, en bijlage II, en daartoe het ESM Verdrag kan wijzigen. Artikel 10 bepaalt vervolgens dat een dergelijke wijziging eerst in werking kan treden nadat de toepasselijke nationale procedures zijn doorlopen. De minister stelt dat in het geval van een verandering van het Nederlandse aandeel in EFSF of ESM, of een verandering in de omvang van deze fondsen een begrotingswijziging noodzakelijk is. De leden van de fractie van de ChristenUnie gaan ervan uit dat dit dan altijd door middel van het indienen van een incidentele suppletoire begroting zal plaatsvinden. Kan de regering dit bevestigen, zo vragen deze leden.
Betrokkenheid IMF
De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering nader toe te lichten op welke wijze het IMF betrokken zal zijn bij het ESM.
Spoedstemprocedure
Unanimiteit in besluitvorming is het uitgangspunt voor de belangrijke beslissingen van het ESM, zo concluderen de leden van de fractie van de ChristenUnie. In noodsituaties kan echter door middel van een noodmechanisme afgeweken worden van deze regel van onderlinge overeenstemming. In de spoedstemprocedure is voor de aanneming van een besluit een gekwalificeerde meerderheid van 85 procent van de stemmen vereist. De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren daarmee, dat Nederland geen veto meer heeft indien de spoedstemprocedure geldt. Deze leden hebben dan ook een aantal vragen met betrekking tot deze spoedprocedure.
De spoedstemprocedure kan worden gebruikt als de Commissie en de ECB beide concluderen dat als niet dringen een besluit tot verlening of tenuitvoerlegging van financiële bijstand wordt vastgesteld, dit de economische en financiële duurzaamheid van de eurozone in gevaar kan brengen. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering toe te lichten wanneer er sprake is van deze spoed. Kan terugkijkend op de genomen beslissingen inzake het EFSF worden ingeschat of daar de spoedstemprocedure zou zijn toegepast, zo vragen deze leden.
Bij ratificatie van het ESM-verdrag is Nederland gehouden circa 4,6 miljard Euro te storten en zal het aandeel in het niet-volgestorte oproepbare kapitaal circa 35,5 miljard Euro bedragen. Heeft het Nederlandse parlement een beslissende stem in de wijze waarop en de voorwaarden waaronder dit geld wordt uitgekeerd, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie. Zo ja, hoe is dat geborgd in deze goedkeuringswet? Zo nee, hoe verhoudt zich dat tot het budgetrecht van het Nederlandse parlement? De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat Nederland, vanwege het gebrek van een veto, in de spoedstemprocedure op geen enkele wijze een beslissende stem heeft in de wijze waarop en de voorwaarden waaronder het ESM tot uitkering over gaat. Deze leden verzoeken de regering toe te lichten zich dit verhoudt tot het budgetrecht van de Kamer.
Externe controle
Nederland heeft zich als één van de weinige lidstaten sterk ingezet voor publieke externe controle op het ESM, zo stelt de Memorie van toelichting. De Algemene rekenkamer stelt echter dat ondanks inspanningen van de nationale rekenkamers sprake is van een belangrijke lacune in het ESM Verdrag. Beperkte externe controlemogelijkheden en een weinig transparante informatievoorziening over de resultaten daarvan naar buiten raken direct aan de legitimiteit van overheidshandelen in het algemeen en het draagvlak in de samenleving voor de uitvoering van het ESM in het bijzonder, zo stelt de Algemene Rekenkamer. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering op de kritiek van de Algemene Rekenkamer te reageren. De Algemene Rekenkamer merkt op dat in de uitwerking van de zogenaamde “by-laws” van het ESM-verdrag gedetailleerde bepalingen kunnen worden opgenomen die voor de uitvoering van het ESM-verdrag van belang zijn. De leden van fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering hier nader op in te gaan en aan te geven welke verbetering op het gebied van externe controle en externe inforatievoorziening er nog te verwachten valt. Daarbij verzoeken de leden van de fractie van de ChristenUnie in te gaan op de vraag welke zekerheid het parlement aan de tot stand koming van ‘by-laws’ kan ontlenen, nu deze pas na goedkeuring van het ESM-verdrag door de Raad van Gouverneurs worden goedgekeurd.
Toetreden en uittredingsbepaling
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat het, ingevolge artikel 2 van het verdrag tot oprichting van het Europees Stabiliteitsmechanisme voor andere lidstaten van de Europese Unie mogelijk is toe te treden tot het ESM. Deze leden constateren echter dat er niets is geregeld met betrekking tot het zich terugtrekken uit het ESM door lidstaten, zoals dit bijvoorbeeld wel geregeld is in artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering toe te lichten waarom een betreffende ‘uittredingsbepaling’ niet is opgenomen.
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat in artikel 8 van het ESM-verdrag is bepaald dat de ESM-leden zich er onherroepelijk en onvoorwaardelijk toe verbinden hun bijdrage tot het maatschappelijk kapitaal te leveren. De leden van de fractie van de ChristenUnie verzoeken de regering toe te lichten of het voor een ESM-lid überhaupt mogelijk is om het lidmaatschap van het ESM op te zeggen?
Moment Nederlandse Bijdrage
Op grond van het toe te voegen derde lid van artikel 136 van het EU-Werkingsverdrag wordt het voor de lidstaten die de euro als munt hebben mogelijk gemaakt om een stabiliteitsmechanisme in te stellen dat geactiveerd wordt indien dat onontbeerlijk is om de stabiliteit van de eurozone in haar geheel te waarborgen. Naar het nu lijkt, zal het ESM echter eerder in werking treden dan het nieuwe lid van artikel 136 van het EUWV. De regering stelt in de Memorie van toelichting dat het Verdrag betreffende de Europese Unie en het EU-Werkingsverdrag hebben voorrang op het ESM Verdrag. Wat betekent dit voor de rechtmatigheid van het handelen van het Europees stabilisatiemechanisme, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie. Is het niet logisch, zo vragen de leden van de fractie van de ChristenUnie, om het aandeel van Nederland in het vol te storten en oproepbare kapitaal niet eerder te commiteren dan nadat artikel 136 van het EUWV is gewijzigd en het derde lid in werking is getreden? Zo nee, waarom niet?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief
december 2019
juni
september 2018
juni 2017
- 14-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO inzake de Eurogroep / Econfinraad
- 01-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat over belastingafspraken met multinationals
mei
april
- 18-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake wijziging Wet arbeid vreemdelingen en Vreemdelingenwet 2000 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider
- 12-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van de Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten
februari
- 09-02-2017 - Schriftelijke vragen Carola Schouten en Eppo Bruins over de mogelijkheden om grenswerkers als expats te behandelen
- 08-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
- 02-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO Investeringsagenda Belastingdienst
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat genaamd Wijziging van de Kieswet in verband met het afschaffen van de mogelijkheid voor politieke groeperingen om lijstencombinaties te vormen
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over Burgerinitiatief "Peuro"
januari
december 2016
- 21-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van Najaarsnota 2016
- 15-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon
- 08-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de uitwerking van de Wet DBA
- 06-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid