Inbreng Carola Schouten inzake de Wet versterking bestuur pensioenfondsen

woensdag 04 april 2012

Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten inzake de Wet versterking bestuur pensioenfondsen.

Onderwerp:   Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met versterking van het bestuur bij pensioenfondsen en enige andere wijzigingen (Wet versterking bestuur pensioenfondsen)

Kamerstuk:   33 182

Datum:            4 april 2012

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel versterking bestuur pensioenfondsen. Deze leden willen graag de volgende vragen ter beantwoording aan de regering voorleggen.

Algemeen

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een nadere uitleg waarom het one tier model (gemengde model) is geschrapt. Kan de regering de redenen nader toelichten waarom de uitgangspunten van onafhankelijkheid en het behartigen van de belangen van een pensioenfonds in het geval van een one tier board zich niet goed verenigen met de praktijk, zo willen deze leden weten. Deze leden vragen of de regering enkele voorbeelden kan noemen waaruit dit blijkt.

De regering stelt dat er in het one tier model geen onafhankelijk intern toezicht is. Hoe verhoudt dit zich tot het onafhankelijke model waarin de belanghebbenden belangrijke goedkeuringsbevoegdheden hebben en tegelijk ook een toezichthoudende rol vervullen, zo willen deze leden weten. Deze leden vragen waarom de regering niet van mening is dat het uitoefenen van een onafhankelijk toezicht juist het beste wordt geborgd door tegenover onafhankelijke uitvoerende bestuurders, belanghebbendenvertegenwoordigers als niet-uitvoerende bestuurders op te nemen. Waarom vindt de regering bijvoorbeeld een onafhankelijke voorzitter en commissies van non-executives zoals door het Spoorwegpensioenfonds wordt toegepast onvoldoende om een onafhankelijk intern toezicht te waarborgen, zo willen deze leden weten. Genoemde leden vragen om een nadere onderbouwing van de stelling dat het one tier model wel passend is voor Nederlandse NV’s of BV’s, maar niet voor pensioenfondsen.

De regering geeft aan dat het one tier model is ondergebracht bij het paritaire model, zo stellen de leden van de ChristenUnie-fractie vast. Deze leden vragen om uitleg over de wijze waarop het one tier model dan is ondergebracht bij het paritaire model. Hoe komen de eigenschappen en mogelijkheden van het one tier model terug in het door de regering voorgestelde paritaire model, zo willen deze leden weten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom de regering aan het toezichthoudend orgaan goedkeuringsbevoegdheden toekent die ertoe leiden dat sommige bestuursbesluiten ook inhoudelijk worden getoetst door de Raad van Toezicht. Deze leden willen weten of dit volgens de regering niet leidt tot een ongewenste samenloop van taken als toezicht, goedkeuring en advies. Hoe is de onafhankelijkheid gewaarborgd als de Raad van Toezicht medebeleidsbepaler is, zo vragen deze leden. Deze leden willen weten waarom de regering niet alleen de huidige taken van de Raad van Toezicht voor het interne toezicht (het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures en bestuursprocessen, de checks en balances binnen het fonds, het beoordelen van de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd en de adequate risicobeheersing) heeft gehandhaafd.

Deze leden van de ChristenUnie-fractie willen weten hoe de Raad van Toezicht het gewenste toezicht moet kunnen uitoefenen zonder over de bevoegdheid te beschikken om bestuurders te kunnen sanctioneren bij problemen. Deze leden vragen waarom er niet is voorzien in bevoegdheden zoals het enquêterecht, schorsing en ontslag.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een verduidelijking wat de gevolgen zijn als in het onafhankelijke model het belanghebbendenorgaan geen goedkeuring verleent aan een bestuursbesluit. Deze leden willen weten wat de regering bedoeld met dat het onthouden van goedkeuring uitsluitend een interne werking heeft. Kan het bestuur een voorgenomen besluit toch uitvoeren als er geen goedkeuring is verleent, zo vragen deze leden. Genoemde leden vragen waarom de regering niet bij wet verduidelijkt wat de gevolgen zijn gezien het om risicogerelateerde en pensioenresultaat beïnvloedende resultaten gaat.

Waarom wordt het opstellen van het bestuurdersprofiel en de bevoegdheid om kandidaten te weigeren neergelegd bij de bestuurders in het onafhankelijke model, zo willen leden van de ChristenUnie-fractie weten. Deze leden vragen of zo het risico niet te groot is dat bekenden worden bevoordeeld en er te weinig nieuwe doorstroom komt.

De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten of de regering heeft overwogen om in de wet vast te leggen dat de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad dan wel het belanghebbendenorgaan het recht krijgt om de leden van het bestuur en van de Raad van Toezicht te benoemen, te schorsen en te ontslaan. Waarom heeft de regering hiervoor dan niet gekozen, zo vragen deze leden. Genoemde leden vragen tevens waarom de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad dan wel het belanghebbendenorgaan niet (in vorm van advies) betrokken is bij de profielschets van zowel het bestuur als de Raad van Toezicht.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen waarom naast de individuele kwaliteiten die getoetst worden in de geschiktheidstoets, er niet tevens aandacht wordt besteed aan het functioneren van het bestuur als geheel. Waarom kiest de regering er niet voor om via het voorliggende wetsvoorstel ook te voorzien in extra aandacht voor het functioneren van het bestuur als geheel, zo vragen deze leden.

Artikel 108 PW stelt dat instemmingrechten van partijen die geen orgaan zijn van het pensioenfonds nietig zijn, zo stellen de leden van de ChristenUnie-fractie vast. Deze leden vragen hoe groot het risico is dat de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad als orgaan van het pensioenfonds worden beschouwd. Kan het dan zijn dat pensioengerechtigden dubbele medezeggenschap krijgen en waarom vindt de regering dit dan wenselijk, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een nadere uitleg waarom de regering de zorg van de Raad van State niet deelt dat door de versterking van de positie van gepensioneerden andere groepen zoals jongeren in het gedrang dreigen te komen. Welke mogelijke negatieve gevolgen voor het draagvlak ziet de regering hierdoor en welke waarborgen of dit te voorkomen zijn er dan, zo vragen deze leden

De leden van de ChristenUnie-fractie willen weten welke gevolgen het wetsvoorstel volgens de regering heeft voor de toekomst van het arbeidsvoorwaardelijk pensioen. Verwacht de regering dat het wetsvoorstel het arbeidsvoorwaardelijke karakter van het pensioen kan aantasten, zo vragen deze leden. Zo nee, waarom niet? Genoemde leden vragen hoe de goedkeuringsbevoegdheid van de Raad van Toezicht die daarmee besluiten van de sociale partners kan doorkruizen zich verhoudt tot de afspraken in het pensioenakkoord over pensioen als arbeidsvoorwaarde. Welke gevolgen heeft dit volgens de regering voor het draagvlak van het pensioen als arbeidsvoorwaarde, zo vragen deze leden.

De leden van de ChristenUnie-fractie stellen vast dat er bij premiemaximalisatie een andere zetelverdeling voor de werkgever komt. Deze leden vragen om een nadere onderbouwing van deze keuze, aangezien werkgevers later alsnog met risico’s kunnen worden geconfronteerd omdat pensioncontracten heronderhandelbaar zijn. Waarom wordt de bestuursstructuur en de rol van de werkgever dan gekoppeld aan (tijdelijke) premiemaximalisatie, zo willen deze leden weten. Deze leden vragen of het aanpassen van de zetelverdeling tussentijds of na afloop van het zittingstermijn van de bestuurders dient te gebeuren.

Genoemde leden vragen welke gevolgen de regering van het beperken van de inspraak en participatie van de werkgever verwacht voor het draagvlak van werkgevers. Vindt de regering dat het verliezen van de rol van werkgevers in de verantwoordingsfunctie door het verdwijnen van het verantwoordingsorgaan en het neerleggen van de verantwoordingsfunctie bij de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad waarin de werkgever geen zitting heeft niet leidt tot een onevenwichtige verdeling, zo vragen deze leden. Deze leden vragen om een nadere uitleg waarom de regering het huidige verantwoordingsorgaan en de invulling hiervan niet handhaaft.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een toelichting welke nadere regels ten aanzien van de omzetting van een pensioenfonds in een andere rechtsvorm aan de orde (kunnen) zijn via de algemene maatregel van bestuur. Kan de regering nader toelichten op welke wijze de verklaring van geen bezwaar van de toezichthouder voor de omzetting van een pensioenfonds naar een andere rechtsvorm tot stand komt, zo vragen deze leden. Welke criteria worden gehanteerd voor het afgeven van een verklaring van geen bezwaar voor de omzetting van een pensioenfonds naar een andere rechtsvorm, zo willen deze leden weten.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een nadere toelichting of de voorgestelde overgangstermijn afdoende zal zijn voor pensioenfondsen met een bestuursstructuur die niet in het wetsvoorstel is opgenomen. Kan de regering toelichten wat de consequenties zijn indien een pensioenfonds er niet in slaagt de voorgestelde organisatorische aanpassingen binnen de overgangstermijn door te voeren, zo vragen deze leden weten. Deze leden vragen welke complicaties of knelpunten, die hebben geleid tot het voorstel van overgangsrecht, de regering is tegengekomen.

Artikelsgewijs

Artikel 115b

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om een onderbouwing waarom wel wordt voorzien in het recht van het belanghebbendenorgaan op overleg met het interne toezicht, maar niet voor de deelnemers- en pensioengerechtigdenraad.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.

 


« Terug