Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat over belastingafspraken met multinationals
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een plenair debat met staatssecretaris Wiebes van Financiën en minister Kamp van Economische Zaken
Onderwerp: Debat over belastingafspraken met multinationals
Kamerstuk: 25 087
Datum: 1 juni 2017
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Hoe gedienstig kun je zijn? Ik heb het dan niet over u, voorzitter. U bent het, maar ik heb het over de Belastingdienst. Mevrouw Leijten zei het al: leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker. Dat is een bekende leuze. De indruk die we de afgelopen weken hebben gekregen, is echter dat het voor sommige grote bedrijven niet alleen makkelijker, maar ook behoorlijk wat leuker is gemaakt door de fiscus. Dan heb ik het niet alleen over het afgeven van rulings. Dat er zekerheid vooraf wordt gegeven over de fiscale behandeling, valt nog te begrijpen. De vraag is echter of Nederland zelf ook actief heeft meegewerkt aan het faciliteren van belastingontwijking.
Uit de documenten die enkele weken geleden naar boven kwamen naar aanleiding van een WOB-verzoek rijst het beeld op dat het beleid er niet alleen of niet zozeer op gericht is om een bedrijf in elk land een fair share te laten betalen, maar dat de nadruk ligt op het behouden van het gunstige fiscale vestigingsklimaat. Vandaag kwam eveneens het nieuws naar buiten dat het kabinet in een aantal gevallen zelfs heeft meebetaald aan de advisering van multinationals die zich hier mogelijk willen vestigen en willen weten of het fiscaal allemaal nog wat leuker kan. Kunnen deze bedrijven deze onderzoeken werkelijk niet zelf betalen? In hoeveel gevallen is er de afgelopen jaren een subsidie afgegeven of op enige andere wijze hulp verleend aan bedrijven in het kader van de fiscale advisering en, belangrijker, hoe rechtvaardigt het kabinet dit?
Primair gaat dit debat over de rulingpraktijk. Sinds het laatste debat dat we over belastingontwijking voerden, heeft de staatssecretaris veel informatie aan ons verstrekt die meer inzicht geeft in het handelen van met name de Belastingdienst in de APA/ATR-praktijk. Als er ergens veel schimmigheid en mist omheen heeft gehangen, met de geur van belastingontwijking daarbij, is het wel om de belastingrulings. Het is niets voor niets dat de door de staatssecretaris zelf ingestelde onderzoeksgroep tot de aanbeveling is gekomen om meer transparantie in die informatievoorziening naar de buitenwacht en zorgvuldige communicatie te betrachten. Ik zou hieraan willen toevoegen: vergeet daarbij de Kamer niet.
De staatssecretaris neemt de aanbevelingen van de onderzoeksgroep ter harte en stelt in vervolg op deze groep een onderzoekscommissie in, waarbij de Kamer via de rapportages van de Belastingdienst kennis kan nemen van de bevindingen. Ik kan mij ook vinden in de aanbevelingen van de onderzoeksgroep en ik ben blij dat de staatssecretaris die onderschrijft. De enige manier om mist rond de belastingrulings weg te nemen is transparantie. Wanneer stelt de staatssecretaris deze commissie in? Maken daar ook experts van buiten de Belastingdienst en het ministerie van Financiën deel van uit? En hoe onafhankelijk kan deze commissie te werk gaan?
Maar belangrijker nog is de vraag hoe de rapportages eruit gaan zien. Onze zuiderburen hebben een online rulingdatabase opgezet. Die is voor iedereen toegankelijk, maar daarin zijn wel de bedrijfsnamen en andere bedrijfsgevoelige informatie weggelakt. Dat laatste snap ik. Hoever wil de staatssecretaris gaan met het publiceren van de rulings? Wil hij alleen de conclusies publiceren, wil hij het gaan doen net zoals het in België gebeurt, of kiest hij voor iets daartussenin? Hoe wil hij dat gaan vormgeven? Ik krijg daarover graag helderheid.
Ik heb nog enkele vragen naar aanleiding van de actualisering van de notitie over de verschijningsvormen van de APA/ATR-praktijk. De minister schrijft in zijn brief van 23 mei jl.: "In grensoverschrijdende situaties kunnen sommige verschijningsvormen, vooral de hybride mismatches, de cv/bv en informeelkapitaalsituaties worden geduid als internationale belastingontwijking. Sinds de vorige notitie is echter een groot aantal maatregelen genomen die de fiscale aantrekkelijkheid van deze verschijningsvormen wegneemt. Bij de andere verschijningsvormen gaat het dominant om zekerheid vooraf over noodzakelijke of zo bedoelde fiscale omstandigheden. In alle gevallen geeft de zekerheid vooraf geen andere uitkomsten dan zekerheid achteraf." Ik heb enkele vragen naar aanleiding van deze passage.
Is de fiscale aantrekkelijkheid van alle verschijningsvormen van belastingontwijking daadwerkelijk weggenomen en, zo nee, van welke dan niet? Hybride mismatches, de cv/bv en informeel kapitaal zijn allemaal constructies die in Nederland nog bestaan. Vindt de staatssecretaris dat deze verschijningsvormen verder teruggedrongen zouden moeten worden en, zo ja, hoe? En wat betekent het woord "dominant" precies in deze context? Zekerheid vooraf die dezelfde uitkomsten biedt als zekerheid achteraf is natuurlijk helemaal prima. Dat lijkt me de essentie van een ruling. Maar het woord "dominant" lijkt ruimte te bieden voor andere, minder gewenste afspraken. Hoeveel speelruimte biedt het woord "dominant"? Ik krijg graag geruststellende helderheid van de staatssecretaris.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl