Inbreng verslag wetsvoorstel Carola Schouten inzake wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute
Inbreng verslag wetsvoorstel van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten met betrekking tot een wijziging van de Participatiewet
Onderwerp: Wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute
Kamerstuk: 34 578
Datum: 9 november 2016
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat het realiseren van beschut werk verplicht stelt en de praktijkroute naar de doelgroep banenafspraak mogelijk maakt voor mensen met een arbeidsbeperking. Zij dringen al langer aan op het invoeren van een praktijkroute en zijn blij dat er nu stappen mee worden gezet. Daarnaast zien zij de noodzaak om extra stappen te zetten bij het creëren van beschutte werkplekken, maar hebben nog wel vragen over de gekozen route daarvoor. Zij hebben de volgende vragen bij het wetsvoorstel.
De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat de regering het van belang acht de twee maatregelen uit dit wetsvoorstel en het aanpassen van de herbezettingsvoorwaarde in samenhang te bezien. Zij kunnen zich daarin vinden, maar constateren ook dat het om een paar belangrijke bijstellingen gaat, waarvoor niet werd gekozen bij de aanname van de Participatiewet. Kan de regering nog eens in samenhang aangeven waarom deze aanpassingen van de werking van de participatiewet pas nu noodzakelijk zijn geworden en of daar nog lessen uit geleerd moeten worden voor regering en parlement in reflectie op het oorspronkelijke wetgevingstraject?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vinden dat gemeenten een vorm van beschut werk moeten realiseren voor mensen die dat nodig hebben en dat het onder omstandigheden gerechtvaardigd kan zijn om daar verplichtingen voor op te leggen. Zij constateren evenwel dat het invoeren van een verplichting om beschut werk te realiseren kan schuren met de oorspronkelijke uitgangspunten van de decentralisatie en dat gemeenten soms andere vormen kiezen om vergelijkbare doelen te bereiken. De regering geeft aan dat nu toch de weegschaal doorslaat richting een verplichting. Kan zij de leden van de fractie van de ChristenUnie wat meer inzicht geven in de afweging die op dat punt is gemaakt, ook in het licht van de forse kritiek van de Raad van State op dit punt? Kan de regering aangeven of ook andere mogelijkheden zijn overwogen om het aantal gerealiseerde plekken voor beschut werk te verhogen, met een minder verplichtend karakter?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of het creëren van een extra mogelijkheid voor mensen om direct bij het UWV een aanvraag van een beschut werkplek te doen in de praktijk deze mensen ook aansluiting kan bieden bij de door de gemeenten te realiseren beschutte werkplekken. Kan de regering inzichtelijk maken hoe dit in de praktijk werkt?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen in welke mate de invulling van beschut werk wettelijk is ingekaderd. Kan de regering schetsen welke beleidsvrijheid gemeenten behouden bij het invullen van die werkplekken?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen waarom bij verhuizing gemeenten de mogelijkheid krijgen een nieuwe aanvraag beschutte werkplek bij het UWV te doen? Wat is daarvan de functie?
De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen in de toelichting dat de verplichting om beschut werk aan te bieden nooit verder gaat dan waarmee in de toedeling van financiële middelen rekening is gehouden. Kan de regering aangeven wat dit precies betekent?
De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de bonus van 3000 euro voor beschut werk noodzakelijk is om beschut werkplekken te kunnen financieren of dat dit naar de mening van de regering ook zonder die bonus realiseerbaar is?
De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben vragen over de verhouding tussen de door het Rijk ingeschatte behoefte aan beschut werk en de praktijk. Zij vragen wat er gebeurt als het geraamde aantal beschut werkplekken hoger ligt dan het aantal mensen dat behoefte heeft aan beschut werk? Kan het dan voorkomen dat middelen voor het creëren van beschut werk daarvoor niet worden ingezet, omdat er onvoldoende kandidaten zijn? De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen verder hoe wordt omgegaan met gemeenten die meer beschut werk willen realiseren dan wettelijk is voorgeschreven? Kunnen zij daarvoor ook aanspraak op middelen maken en waarom? En hoe wordt omgegaan met gemeenten die beschut werk willen realiseren voor mensen van buiten de gemeentegrenzen? Kunnen zij daarvoor ook aanspraak op middelen maken en waarom? De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of de regering ook heeft overwogen om alleen middelen ter beschikking te stellen voor daadwerkelijk gerealiseerde banen, via een directe koppeling tussen baan en financiering? Waarom is daarvoor niet gekozen?
De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat gemeenten uitsluitende criteria mogen hanteren als het aantal verplichte beschutwerk plekken is gerealiseerd. Betekent dit dat in de praktijk mensen met een advies voor beschut werk, toch kunnen worden geweigerd?
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de Raad van State een spanning waarneemt tussen het recht van mensen op een beschut werkplek en het recht van gemeenten om niet meer beschut werkplekken te realiseren dan waar zij aan zijn gehouden op grond van de wet. Kan de regering nader ingaan op de belangenafweging die hier is gemaakt? En zou werkplek volgende financiering een oplossing kunnen zijn voor deze paradox?
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat de wet niet duidelijk maakt wat bepalend is voor het vaststellen van het aantal gewenste beschut werkplekken. Kan de regering aangeven welke criteria zij daarvoor hanteert en waarom deze niet in de wet zijn vastgelegd?
De leden van de fractie van de ChristenUnie lezen dat belangenorganisaties signaleren dat het voor gemeenten aantrekkelijker is om iemand die een uitkering ontvangt uit de Participatiewet een beschut werkplek aan te bieden, dan mensen die op andere wijze een uitkering ontvangen of geen uitkering ontvangen. Dan bespaart een gemeenten immers op de uitgaven uit het eigen budget. Erkent de regering dat dit een verkeerde bevoordeling kan opleveren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat wil ze daaraan doen?
De leden van de fractie van de ChristenUnie constateren dat we een forse achterstand hebben opgelopen bij het realiseren van beschutte werkplekken. Op welke wijze moet wat de regering betreft deze achterstand worden ingehaald? Betekent dit ook iets voor het verplicht te realiseren aantal beschutte werkplekken?
De leden van de fractie van de ChristenUnie zijn verheugd met het mogelijk maken van de praktijkroute, zoals zij eerder al aangaven. Zij zijn benieuwd welke verwachtingen de regering heeft van de effecten van de invoering op de instroom in de doelgroep?
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl
Archief > 2016 > november
- 23-11-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake een Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding
- 15-11-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het voortgezet algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid (AO d.d. 27/10)
- 15-11-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over het Pakket Belastingplan 2017 en de Wet uitwisseling inlichtingen over rulings
- 09-11-2016 - Schriftelijke vragen Carola Schouten over het door kerken uitgebrachte rapport «Armoede in Nederland 2016»
- 09-11-2016 - Inbreng verslag wetsvoorstel Carola Schouten inzake wijziging van Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten i.v.m. verlaging leeftijd waarop men recht heeft op volwassenminimumloon, i.v.m. stukloon en meerwerk en enige andere wijz.
- 09-11-2016 - Inbreng verslag wetsvoorstel Carola Schouten inzake wijziging van Participatiewet en enkele andere wetten in verband met het verplichten van beschut werk en met betrekking tot het quotum van arbeidsbeperkten en het openstellen van de Praktijkroute