Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Participatiewet
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een algemeen overleg met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Onderwerp: Participatiewet
Kamerstuk: 34 352
Datum: 27 oktober 2016
Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Wij zouden bijna vergeten waarmee wij het vorige debat over de Participatiewet geëindigd zijn, dus daar begin ik maar mee: de garantiebanen. Wij hebben indertijd een verhitte discussie gehad over de cijfers die wij zouden krijgen. Die cijfers zijn uiteindelijk gekomen. De grote vraag is of wij het goed doen of niet. Mevrouw Kos¸er Kaya stelde er al een aantal vragen over. Terecht mogen wij detacheringen meetellen bij de realisatie van de garantiebanen. Maar als je ziet dat het bedrijfsleven goed bezig is met het realiseren van een aantal dienstverbanden, zelfs formele, vaste dienstverbanden, en als je ziet dat er bij de overheid 1.000 vaste dienstverbanden verdwijnen, zegt de Staatssecretaris dan: dat doe ik goed? Dat zeg ik los van de vraag of je het allemaal wel of niet mag meetellen. Vindt de Staatssecretaris echt dat zij het goed doet? Er heeft een aantal detacheringen plaatsgevonden vanuit de SW richting het bedrijfsleven en de overheid. Wat is er met de vrijvallende plekken gebeurd? Zijn die opgevuld of zijn die mensen gewoon verplaatst van de ene naar de andere werkplek? Dat is natuurlijk niet het creëren van extra werk. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe zij het ziet? Gaat het daar goed?
Ik vind het helemaal top voor mensen dat zij extra uren kunnen gaan werken, maar extra uren zijn nog geen extra banen, terwijl zij in de telling wel zijn omgezet in extra banen. Als wij daar ook rekening mee houden, vindt de Staatssecretaris dan echt dat zij goed bezig is? Of vindt zij, ook in het licht van wat het bedrijfsleven aan het doen is, dat er bij het Rijk, bij de overheid een stapje bij moet? Misschien is het een retorische vraag, maar ik wil dit graag bij de Staatssecretaris neerleggen.
Ik kom op de inkoop van diensten. In de Werkkamer ligt het volgens mij stil. Dat ligt plat. Er is geen overeenstemming over, terwijl de Kamer geen woord Spaans heeft gesproken. De Kamer vindt het belangrijk dat dit er gaat komen. Wij hebben de Staatssecretaris de ruimte gegeven om het in de Werkkamer te regelen, om er draagvlak voor te krijgen, maar nu zijn wij aan bod. Nu moet de Kamer echt zeggen: Staatssecretaris, regel dit.
Wanneer gaan wij dit regelen? Per wanneer kunnen wij ervoor zorgen dat de inkoop van diensten meegeteld wordt? De heer Heerma gaf het onderscheid al aan tussen de echte inkoop van diensten en delen die niet heel erg aan één persoon zijn toe te wijzen. Daarvoor is bij Cedris een pilot gestart. Is de Staatssecretaris bereid om die pilot te omarmen en er op die manier voor te zorgen dat inkoop van diensten meegeteld kan worden?
Ik kom op de praktijkroute en het verplicht beschut werk. Ik heb dezelfde ervaring als de collega’s. Wij worden van alle kanten op verschillende manieren bestookt met informatie waaruit bij mij de vraag rijst of er überhaupt overeenstemming is. De een wil het een, en de ander wil het ander. Ik snap best hoe de lobby werkt, maar het gaat om een wetsvoorstel dat nota bene voortvloeit uit een afspraak van de Werkkamer. Het is raar dat er gescheiden daarvan allerlei trajectjes plaatsvinden. Wat is daar nou precies aan de hand? Is dat draagvlak er nou wel of niet? Ik geloof dat Cedris de enige instantie is waar ik nog niets van heb gehoord. Die vond het kennelijk wel prima, maar het lijkt mij handig om hierover iets meer te weten in de aanloop naar de behandeling van dit wetsvoorstel. Kan de Staatssecretaris een inkijkje geven in wat daar gebeurt?
Een ander punt is de manier waarop wij omgaan met de Participatiewet op lokaal niveau. Ik moet dat misschien een beetje toelichten. Op dit moment speelt in Den Haag een discussie over het realiseren van 1.000 banen voor mensen met een arbeidshandicap of mensen in de bijstand. Ik zou zeggen: hartstikke mooi. Maar als je dat vervolgens relateert aan de doelstellingen van onze Participatiewet, heb ik daar een aantal vragen over. Het zijn volledig gesubsidieerde banen. De groep is volgens mij breder dan alleen specifiek de groep die je beschut werk wilt toebedelen. Het zijn niet-bestaande banen, het zijn banen die gecreëerd worden. In Den Haag gaat het om een periode van maar drie jaar. Na drie jaar is alles voorbij. Dan stopt de subsidie weer en dan zitten de mensen weer zonder baan thuis. Ik besef dat dit een lokale kwestie is, maar dit gaat toch compleet in tegen alle doelstellingen die wij met de Participatiewet hebben afgesproken? Wat vindt de Staatssecretaris van deze manier waarop gemeenten zelfs middelen uit het I-budget inzetten om dit soort banen mogelijk te maken? Kan de Staatssecretaris daar, eventueel schriftelijk, meer duidelijkheid over geven? Ik hoor wel graag nu al van haar hoe zij deze banencreatie taxeert. Heeft het effect op de verdringing van groepen?
Mevrouw Voortman (GroenLinks): Ik zou wel wat meer willen horen over waar de twijfels en ook de kritiek van mevrouw Schouten zit. Natuurlijk heb je liever dat mensen in banen terechtkomen waar zij voor altijd in kunnen blijven werken, maar in dit geval hebben mensen wel drie jaar werk. Ze doen werkervaring op. Dat vergroot wellicht de kans dat zij vervolgens ander werk vinden. Waar zit nou het bezwaar tegen dit type banen?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Heel veel werkgevers zijn bezig om ervoor te zorgen dat mensen bijvoorbeeld leer-werktrajecten krijgen, om ze in dienst te nemen met een loonkostensubsidie. Nu komt er een regeling waarin zo ongeveer al het geld van de gemeenten wordt ingezet om 1.000 mensen aan het werk te helpen, terwijl er misschien wel meer mensen geholpen kunnen worden als ze gewoon bij het bedrijfsleven geplaatst kunnen worden op duurzame banen. De Staatssecretaris wil niet terug naar de zogenaamde melkert-banen. Het feit dat die mensen geen perspectief op een duurzame baan hadden, was de grote bottleneck. En nu wordt gewoon vooraf al gemeld dat dat perspectief er niet is en dat bijna alle gemeentelijke middelen ervoor ingezet worden. Dat kan misschien tot verdringing leiden van groepen die op een andere manier aan het werk geholpen kunnen worden
in het bedrijfsleven. Daarvoor zijn straks geen middelen meer en bedrijven kunnen zeggen: ik kan nu gratis een werknemer via de gemeenten krijgen die ik anders misschien in dienst had genomen.
Mevrouw Voortman (GroenLinks): Samenvattend, mevrouw Schouten is bang dat werkgevers achterover gaan leunen en dat er verdringing plaatsvindt van bijvoorbeeld mensen met een arbeidsbeperking.
Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ja, omdat die doelgroep, naar ik begrepen heb, breder is dan alleen de arbeidsgehandicapten. De werkgevers denken: waarom zou ik alleen maar banen gaan creëren op het moment dat een gemeente een volledig gesubsidieerde baan gaat aanbieden? Volgens mij werkt dat tegen elkaar in. Het is niet de duurzame oplossing die wij hier met elkaar nastreven.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl
Archief > 2016 > oktober
- 31-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan een wetgevingsoverleg met betrekking tot Pakket Belastingplan 2017
- 27-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Arbeidsmarktbeleid
- 27-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Participatiewet
- 13-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Belastingdienst
- 11-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de Begroting Wonen en Rijksdienst
- 04-10-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de Algemene Financiƫle Beschouwingen