Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Evaluatie verhuurdersheffing en Stedelijke ontwikkeling
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten als lid van de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst aan een algemeen overleg met minister Blok voor Wonen en Rijksdienst
Onderwerp: Evaluatie verhuurdersheffing en Stedelijke ontwikkeling
Kamerstuk: 29 453
Datum: 6 juli 2016
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank voor het feit dat ik later mocht aanschuiven. Het is een beetje puzzelen met alle debatten die er op dit moment zijn. Het belangrijkste onderwerp van vandaag is natuurlijk de evaluatie van de verhuurderheffing. Het feit dat daar bijna gelijktijdig twee evaluaties over zijn verschenen, eentje van de minister en eentje van de "woonpartij", is kenmerkend voor de discussie die wij daar in de afgelopen jaren over hebben gevoerd. Beide evaluaties lijken vanuit het eigen oogpunt te zijn geschreven. In de ene evaluatie staat: er zitten goede kanten aan; we kunnen tot wat verbeteringen komen. In de andere staat: we hebben hiermee weer aangetoond dat het een slechte maatregel is. Dat is eigenlijk ook wel de samenvatting van de discussie die wij in de afgelopen jaren hebben gevoerd.
Voor de ChristenUnie is de verhuurderheffing nooit een doel op zich geweest; dat zal zij ook nooit zijn. We hebben de verhuurderheffing ingevoerd om te bekijken hoe we de begroting op orde konden krijgen — daar moeten we ook eerlijk over zijn — maar ook vanuit de gedachte dat de efficiency bij de woningcorporaties verbeterd moest worden, en in samenhang met ander beleid om de sociale huursector terug te brengen bij de mensen voor wie die bedoeld was: de mensen met de laagste inkomens. We moeten die mensen weer meer kans geven op een huurwoning. In die context is de verhuurderheffing ingevoerd. Dankzij de ChristenUnie is die nog wel substantieel verlaagd; dat wil ik nog wel even noemen. Het kabinet had een wat hogere verhuurderheffing in gedachte en wij hebben daar nog een deel van kunnen afhalen.
Is het daarmee een succes? Ik blijf een beetje tussen de twee rapporten in hangen, want mijn conclusie is dat er goede en slechte kanten aan zitten. De goede kant is dat er echt een efficiencyslag is gemaakt en dat door deze maatregel in combinatie met het beleid met betrekking tot het scheefwonen, een betere doorstroming op gang is gekomen. De mindere kant is dat de investeringen erg verschillen. Bij sommige corporaties zijn de investeringen behoorlijk op orde gebleven, terwijl er bij andere corporaties sprake lijkt te zijn van een substantiële vermindering van het aantal investeringen. Hoe verklaart de minister dat er met dezelfde verhuurderheffing toch zo veel verschillen lijken te zitten in de investeringscapaciteit van corporaties?
Dan ga je bijna denken dat het ook wel aan het gebied zal liggen waarin een woningcorporatie actief is, want we doen nu net alsof Nederland één woningmarktregio is, maar dat is het natuurlijk niet. We zien bijvoorbeeld dat er in Utrecht veel meer investeringsruimte is dan in Amsterdam, terwijl dat allebei schaarstegebieden zijn. Daar krijg ik niet goed de vinger achter. Heeft de minister een betere verklaring voor die verschillen?
Ik lees in de stukken dat de minister aan het bekijken is of hij door middel van heffingsverlagingen tot wat meer maatwerk kan komen. Op zich zijn wij daar voorstander van. Ik vind dat goed, omdat je daarmee iets kunt doen aantal geconstateerde knelpunten. Maar wat betekent het wetsvoorstel dat de minister kennelijk naar de Kamer gaat sturen voor de verhuurderheffing op de lange termijn?
Er lijkt toch een soort koppelverkoop te ontstaan tussen de heffingsverlagingen die worden geïntroduceerd en de hoogte van de verhuurderheffing na 2017. Ik vind dat wie die discussie ook echt nog met een nieuw kabinet moeten gaan voeren. Het lijkt een beetje prematuur om die twee zaken aan elkaar te koppelen. Voor ons staat het niet vast dat de verhuurderheffing op dat bedrag van ruim 2 miljard moet blijven dat nu in het regeerakkoord is opgenomen. We moeten dat echt naar bevind van zaken gaan bekijken, op basis van de begroting op dat moment en de keuzes die in het woonbeleid van een nieuw kabinet worden gemaakt. De minister kan gerust een wetsvoorstel naar de Kamer sturen, maar wij zullen het met die ogen beoordelen.
Ik sluit mij gemakshalve aan bij wat de sprekers voor mij over de hofjes, de WOZ-waarde en de werking daarvan op de verhuurderheffing hebben gezegd. Het woonwaarderingsstelsel, de Blokhokken — dat is wat oneerbiedig gezegd — staan ook op de agenda vandaag. Volgens ons zitten daar toch wat haken en ogen aan. Wij hebben het altijd over een race to the bottom, maar het risico bestaat dat er nu een race to the top ontstaat, vanwege een mogelijk prijsopdrijvend effect bij geliberaliseerde huurwoningen die groter zijn dan 40 m2. Het is ons niet helemaal duidelijk of er alternatieven zijn overwogen om iets te doen aan het probleem in het middensegment. Dat probleem is er — ik zie dat ook — maar dit wordt nu gepresenteerd als de enige optie. Is er ook gekeken naar een wat gedifferentieerdere liberalisatiegrens of regionaal maatwerk bij het passend toewijzen? Ik heb niets gelezen over dit soort alternatieven waarmee daar ook aan tegemoet kan worden gekomen.
De voorzitter:
Kunt u afronden?
Mevrouw Schouten (ChristenUnie):
Ja, dat zal ik doen.
Dit staat nog los van de vraag hoe het praktisch allemaal gaat uitwerken. Volgens mij bepaalt het bouwjaar van de woning straks onder welk huurregime je komt te vallen. Ik vraag mij af of dat standhoudt bij de rechter. Als twee woningen van 40 m2, een van voor 2010 en een van daarna, verschillende prijzen hebben, dan kan dat wel vragen oproepen.
Wat betekent dit alles voor de toekomst van de verhuurderheffing? Daar hebben we echt meer informatie voor nodig. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan het interdepartementaal beleidsonderzoek (ibo) over de sociale huur. We moeten een en ander gaan beoordelen in het licht van wat er straks nodig is op de woningmarkt.
Meer informatie: www.tweedekamer.nl
Archief
december 2019
juni
september 2018
juni 2017
- 14-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO inzake de Eurogroep / Econfinraad
- 01-06-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat over belastingafspraken met multinationals
mei
april
- 18-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake wijziging Wet arbeid vreemdelingen en Vreemdelingenwet 2000 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider
- 12-04-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van de Wet aanvullende regels uitwisseling landenrapporten
februari
- 09-02-2017 - Schriftelijke vragen Carola Schouten en Eppo Bruins over de mogelijkheden om grenswerkers als expats te behandelen
- 08-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat inzake de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 20..
- 02-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het AO Investeringsagenda Belastingdienst
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat genaamd Wijziging van de Kieswet in verband met het afschaffen van de mogelijkheid voor politieke groeperingen om lijstencombinaties te vormen
- 01-02-2017 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over Burgerinitiatief "Peuro"
januari
december 2016
- 21-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de plenaire behandeling van Najaarsnota 2016
- 15-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan een plenair debat inzake Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de verlaging van de leeftijd waarop men recht heeft op het volwassenminimumloon
- 08-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan het plenair debat over de uitwerking van de Wet DBA
- 06-12-2016 - Bijdrage Carola Schouten aan de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid