Bijdrage Carola Schouten aan het algemeen overleg Participatiewet

woensdag 16 maart 2016

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Carola Schouten aan een algemeen overleg met staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Onderwerp:   Participatiewet

Kamerstuk:    34 352          

Datum:           16 maart 2016

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Voorzitter. Eind vorig jaar hebben we in de Kamer een toch vrij indringend algemeen overleg gehad. Het was indringend omdat het toen al niet heel erg goed ging met de uitvoering van de Participatiewet. Er is toen een appel op Staatssecretaris gedaan om om de tafel te gaan zitten met de betrokken partijen om te bekijken waar de grootste belemmeringen zitten en waar die weggenomen kunnen worden. Als we zo doorgaan – dat heb ik toen gezegd en dat zeg ik nu nog een keer – zijn we heel snel op weg om het draagvlak voor deze wet onderuit te halen. Dat was echt een noodkreet.

We zitten nu drie of vier maanden verder en moeten weer een tussenbalans opmaken, bezien hoe het gaat. Laat ik maar gewoon duidelijk zijn: ik maak me ontzettend grote zorgen. Ik zie niet dat er op dit moment stappen worden gezet die we moeten zetten om deze wet tot een succes te maken. Ik noem een paar voorbeelden uit de praktijk, van werkgevers en ook van instanties die er alles aan proberen te doen om deze wet wel te laten slagen. De NS zocht vier karretjesduwers in Utrecht. Die waren niet te vinden bij UWV en de gemeente. Iemand met een aangetoond IQ van 56 die volgens de gemeente geen gewoon werk kan doen, moest van UWV toch maar op zoek gaan naar een reguliere baan. In de praktijk betekent dit dat deze persoon gewoon aan zijn lot wordt overgelaten. PostNL liet pakketten sorteren door mensen vanuit een beschutte werkplek, maar haalt het werk nu in Arnhem en Eindhoven weg bij de sociale werkvoorziening omdat het op lange termijn niet kan worden gegarandeerd. Er verdwijnen dus mogelijkheden voor beschut werk. Dat gebeurt allemaal op een moment dat we er juist voor moeten zorgen dat er een extra inspanning wordt geleverd om die wel te realiseren. Ik kijk eerst maar naar de banenafspraken en de cijfers die naar buiten kwamen, en met name naar hoe het bij de overheid gaat. Als de overheid het al niet goed doet, hoe kunnen wij dan met goed recht tegen werkgevers zeggen dat zij werk moeten maken van deze wet? De cijfers van de overheid zoals die nu naar buiten zijn gekomen, zijn echt niet goed. Het staat er niet goed voor. Daar kunnen allerlei redenen voor zijn, maar die redenen golden net zo goed voor het bedrijfsleven dat ook net uit een crisis komt. Daarom willen wij dat er echt duidelijkheid komt en dat die afspraak gewoon wordt nagekomen bij de overheid. De nieuwe tussenstand horen wij pas rond juni. Dat is te laat. Wij moeten eerder een vinger aan de pols gaan houden. Wij willen graag dat er een tussenstand van de tussenstand komt, dus dat er nu een extra meting gaat komen van de stand van zaken. Wij vragen om dat eind april te doen, zodat wij die in mei in de Kamer kunnen bespreken. Als wij het in juni pas horen, zal het pas in de zomer of na de zomer worden besproken en dan zijn wij gewoon te laat. Ik wil graag een reactie van de Staatssecretaris op dit voorstel. Ik kom nu op beschut werk en het meetellen zonder herbezetting. Wat dat betreft sluit ik me aan bij de vragen van mevrouw Voortman. Het kan toch niet zo zijn dat als die banen worden gecreëerd, die niet worden bezet door mensen uit de doelgroep? Ik krijg graag een bevestiging dat de Staatssecretaris gewoon vasthoudt aan dat uitgangspunt van herbezetting.

 Het doelgroepregister moet worden gevuld. We hebben hier al vaak over gesproken met elkaar. Er zijn nog steeds niet genoeg profielen in het doelgroepregister om werkgevers die graag iemand willen plaatsen een keuzemogelijkheid te geven. Een werkgever heeft niet meteen de werknemer te pakken die hij graag wil hebben. In een normale sollicitatie heb je daar ook meer kandidaten voor nodig. Als die profielen er niet zijn, valt er ook niet zo heel veel te kiezen voor de werkgever en dan is de kans dat een vacature niet wordt ingevuld behoorlijk groot. Ik weet dat er bij UWV wordt gewerkt aan het snel vullen ervan, maar ik maak me er zorgen over dat dat niet snel genoeg gaat. Kan de Staatssecretaris aangeven wat voor extra mogelijkheden er nog zijn om die versnelling wel aan te brengen? Misschien kunnen er private partijen bij worden betrokken, zodat die daar ook hun kennis en expertise voor kunnen gaan inzetten. Wil de Staatssecretaris daarnaar kijken?

Dan de toegankelijkheid van de profielen. Een werkgever wil graag kijken naar de cv’s van mensen: past iemand bij mijn bedrijf? Dat doe je bij een reguliere sollicitatie ook. Heel veel profielen zijn niet beschikbaar. Hoe kan een werkgever dan weten of er een goede match tot stand kan komen? Is de Staatssecretaris bereid om te bekijken of bepaalde delen van de profielen toegankelijk gemaakt kunnen worden, zodat er een goede match kan worden gemaakt?

Ik kom nu op de praktijkroute. De heer Heerma zal er misschien iets over zeggen, maar ik begin er ook alvast over. Vanuit organisaties die hiermee werken, zoals de vereniging van leidinggevenden in het sociaal domein Divosa en de landelijke vereniging voor sociale werkgelegenheid en re-integratie Cedris, is nu een plan ontwikkeld en een voorstel gedaan om een praktijkroute naar indicatie te maken. Ik zou heel graag willen dat we daar gewoon naar gaan kijken, dat we die kunnen gaan inzetten. Het is straks mogelijk dat iemand de eerste zes maanden voor 50% loonwaarde ingezet wordt. Gebruik die tijd om te zien wat de echte loonwaarde is van iemand bij zo’n bedrijf. Ik zie niet in waarom dat niet zou kunnen. Het risico bestaat dat een werkgever uiteindelijk op een lagere loonwaarde uitkomt. De gemeente heeft er echter belang bij om op een wat hogere loonwaarde uit te komen. Dat houdt elkaar dus in balans. Als je een goed model hebt waarin je dat kunt vaststellen, moet dat volgens mij mogelijk zijn. Dan bespaar je enorm veel bureaucratie, waar veel werkgevers en ook gemeenten nu over klagen. Mevrouw Karabulut (SP): Het feit dat een gedeelte van de mensen nu gewoon buiten de boot valt, heeft te maken met het afsluiten van de sociale werkvoorziening en de route via de sociale werkvoorziening om mensen te keuren. Bovendien zijn de criteria voor de Wajong enorm aangescherpt. Erkent mevrouw Schouten dat? Vindt zij dat als dit wettelijke aanpassing behoeft, wij dat moeten regelen?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik ben aan het zoeken naar wat mevrouw Karabulut dan precies wil regelen. Kan zij dat toelichten?

Mevrouw Karabulut (SP): Mevrouw Schouten zegt terecht dat een gedeelte van de mensen nu niet aan de bak komt. Zij vallen overal buiten de boot doordat wij de criteria voor UWV hebben aangescherpt. Een andere mogelijkheid is er vrijwel niet. Die was er voorheen via de sociale werkvoorziening, maar die is afgesloten. Pleit zij er dan voor om een dergelijke route te heropenen en die dan wettelijk te borgen? Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Ik pleit ervoor dat we in de praktijk gaan kijken wat de loonwaarde van iemand is. Dat hoeft niet met heropening van bepaalde mogelijkheden. Volgens mij kun je op dit moment als iemand geplaatst wordt bij een werkgever gewoon kijken, samen met de gemeente, wat zijn loonwaarde in de praktijk is. Daarvoor hoef je niet nog een keer allerlei indicaties, waar ik lang tegen heb geageerd, uit te voeren. Je kunt gewoon in de praktijk in overleg bezien wat de loonwaarde is. Ik zie niet in dat we daarvoor per se weer allerlei zaken moeten heropenen. Dit kan gewoon geregeld worden in de praktijk.

Mevrouw Karabulut (SP): Op dit moment is dat – we zullen het antwoord van de Staatssecretaris wel horen – niet mogelijk, juist omdat die criteria wettelijk op een andere manier zijn geregeld. Als blijkt dat het noodzakelijk is om die wettelijke voorwaarden te wijzigen, kunnen we dan ook op steun van de ChristenUnie rekenen? Voorheen heeft zij zelf voor aanscherping ervan gestemd, met dit als gevolg.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Het gaat niet om de aanscherping van de regels. Het gaat erom dat bepaalde routes die wij graag willen er nu niet zijn. Volgens mij praten wij langs elkaar heen. Mevrouw Karabulut wil de criteria minder scherp maken, althans dat hoor ik haar zeggen volgens mij. Ik denk dat we echt langs elkaar heen praten. Ik zeg namelijk: ga gewoon een nieuwe route introduceren, waarmee je vanuit de praktijk kunt vaststellen hoeveel iemand zelf kan verdienen en hoeveel loonkostensubsidie nodig is. Daar zullen we misschien bepaalde wijzigingen in de wet voor moeten doorvoeren. Daartoe ben ik uiteraard bereid, als dat nodig is. Ik geloof echter niet dat dat helemaal het punt is dat mevrouw Karabulut wilde maken. Zij zat meer op de scherpte van de criteria en daar gaat dit niet over. Misschien kan zij daar in haar eigen termijn meer duidelijkheid over bieden.

De voorzitter: Gelet op de tijd verzoek ik u om naar het einde van uw betoog te gaan. Als u daarmee klaar bent, wacht u nog een interruptie van mevrouw Voortman. Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Dat is goed. Ik heb nog een vraag over de loondoorbetaling van 50% in de eerste zes maanden. Wat betekent dat financieel voor de gemeenten? Ik heb daar in de brief geen duidelijkheid over gekregen. Misschien zijn die gevolgen er niet. Als dat het geval is, is dat prima. Ik vroeg het me af en ik heb het niet kunnen vinden. Ik hoop dat de Staatssecretaris daar nog een toelichting op wil geven.

Dan kom ik uiteraard nog op de inkoop van diensten, waarover wij net bij interruptie al hebben gesproken. Er liggen gewoon twee aangenomen moties over inkoop van diensten bij bijvoorbeeld bij SW-bedrijven. We zijn allemaal in Zeeuws-Vlaanderen geweest. Ik heb het voorbeeld al ongeveer twintig keer genoemd. Daar worden door grote bedrijven diensten ingekocht bij dat soort bedrijven en die tellen niet meer mee, waardoor die diensten daar helemaal niet meer worden afgenomen. Het gevolg daarvan is dat die mensen hun baan verliezen. Dat is niet het doel van deze wet. We willen maximale banenkansen. Laat de Staatssecretaris er alsjeblieft duidelijkheid over geven en laten we het snel invoeren. Dat helpt namelijk die sociale ondernemers van mevrouw Voortman, maar meer nog helpt het de mensen die gewoon zo dringend op zoek zijn naar een baan. De voorzitter: Dank u wel. Uw vijf minuten zijn om en uw zeven minuten trouwens ook. Ik geef het woord aan mevrouw Voortman voor een interruptie.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): Ik heb een vraag over de positie van kwetsbare jongeren, jongeren die een beroep doen op de gemeente voor een uitkering of hulp bij het vinden van werk en nu te maken krijgen met vier weken wachttijd. Nog steeds biedt 40% van de gemeenten helemaal geen ondersteuning in de eerste vier weken. Ik vroeg me af of ook de ChristenUnie graag wil weten wat er dan met die jongeren gebeurt, of die dan terugkomen of dat zij uit beeld verdwijnen. Wil de ChristenUnie dat ook graag weten?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Het verschilt per gemeente. Er zijn natuurlijk ook gemeenten die het gewoon wel doen. Volgens mij is het dus niet overal, landelijk, op deze manier geregeld. Daar zit natuurlijk ook een stuk gemeentelijke vrijheid. Het is altijd prima om bepaalde ontwikkelingen te zien. Als daar een beeld van is, wil ik dat wel zien. Dat is prima. Ik ben er echter wel een beetje beducht voor om weer hier vanuit Den Haag precies aan gemeenten voor te schrijven hoe zij bepaalde dingen moeten inrichten. De essentie van decentralisatie is dat dat soort keuzes op lokaal niveau wordt gemaakt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks): Dat is natuurlijk ook zo. Het ging mij er vooral om dat we nu een keer de informatie krijgen waar we al een aantal keren om hebben gevraagd. In de brief van november staat die namelijk niet, ondanks de toezegging. Wil de ChristenUnie dan ook van de Staatssecretaris weten wat voor keuzes de gemeenten dan maken en hoe het zit met jongeren uit het voortgezet speciaal onderwijs (vso) die in het doelgroepregister terechtkomen, maar geen uitkering krijgen? Wil zij ook weten of die voldoende begeleid en geholpen worden door gemeenten?

Mevrouw Schouten (ChristenUnie): Over dat laatste had ik nog wel een vraag, dus die kan ik op deze manier nog aan de Staatssecretaris stellen. Dank u wel, mevrouw Voortman. We gaan het zo meteen netjes regelen voor het voortgezet speciaal onderwijs. We gaan het als het ware aan elkaar plakken. We hebben daar al eerder om gevraagd in debatten en gelukkig wordt het nu geregeld. Er is inderdaad ook nog een bestand dat misschien net tussen wal en schip valt. De vraag is hoe we daarmee omgaan. Misschien zijn daar op gemeentelijk niveau al ideeën over. Dat weet ik niet. Als de Staatssecretaris daar nog iets kan betekenen, zou dat fijn zijn. Dat deel ik met mevrouw Voortman.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl

« Terug