Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de informatievoorziening aan de Kamer inzake Volkert van der G.
Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een plenair debat met minister van der Steur van Veiligheid en Justitie
Onderwerp: Debat over de informatievoorziening aan de Kamer inzake Volkert van der G.
Kamerstuk: 34 300 – VI
Datum: 1 oktober 2015
De heer Segers (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Weer is het mis op het ministerie van Veiligheid en Justitie. De commissie-Oosting is nog maar nauwelijks begonnen met het onderzoek naar de zaak van het bonnetje van Cees H. We zijn nog maar nauwelijks bekomen van de fatale communicatieblunders binnen het ministerie in de zaak-Bart van U. Nu is er alweer een probleem, en dat op een ministerie dat al bijna bezwijkt onder de last van de reorganisatie van de politie — we hebben het nieuws vanochtend gehoord — en onder de gevolgen van bezuinigingen op rechtsspraak en Openbaar Ministerie.
Ik wil in dit debat antwoord op drie vragen. De eerste vraag is: hoe kon het zo misgaan? Iedereen praatte met iedereen, voorlichting beantwoordde vragen van Brandpunt en ondertussen wist deze minister van niets. Hoe is het mogelijk dat staatssecretaris Teeven en minister Opstelten verschillende herinneringen hebben aan precies dezelfde zaak? Mijn tweede vraag is wat deze minister tijdens het vragenuur van vorig week wist over de fotodeal. We weten inmiddels dat de Kamer onjuist is geïnformeerd, maar wist de minister vorige week ook dat het onjuist was? Mijn derde vraag: is er op het ministerie zicht op verandering en verbetering? Is deze minister in staat om daar leiding aan te geven?
Vorige week heeft de minister tijdens het vragenuurtje gezegd dat de fotodeal met Volkert van der G. een dag voordat de foto werd gemaakt bij het OM bekend was. In werkelijkheid wist het Openbaar Ministerie er al maandenlang van en was het er heel nauw bij betrokken, net als Reclassering Nederland, de Dienst Bewaken en Beveiligen, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, verschillende afdelingen van het ministerie en de directie voorlichting. De vorige bewindslieden zijn erover gebriefd. Zo'n beetje iedereen wist ervan, behalve deze minister en dus de Kamer. Hoe is dat in vredesnaam mogelijk?
Zijn er werkelijk alleen inschattingsfouten gemaakt? Is het werkelijk voorstelbaar dat al die diensten, al die ambtenaren niet door hadden dat de zaak-Van der G. weleens gevoelig zou kunnen zijn? De vraag stellen is hem beantwoorden. Uit de pijnlijke brief die we van de minister hebben gekregen, blijkt dat ambtenaren van het ministerie juist heel goed hebben aangevoeld dat de voorwaardelijke invrijheidstelling van Van der G. een gevoelige kwestie was. Juist daarom praatte iedereen met iedereen en werden de bewindslieden Opstelten en Teeven vijf keer gebriefd over dat proces. Hoe geloofwaardig is het dat de ene gebriefde bewindspersoon, Opstelten, zich wel kan herinneren dat er ook over de fotodeal is gesproken en dat de andere gebriefde bewindspersoon, Teeven, zich niets kan herinneren? Zat er niets over de zaak-Van der G. in het overdrachtsdossier van de minister?
Dan mijn tweede vraag. Wat wist de minister toen hij vorige week mondelinge vragen van de Kamer beantwoordde? De minister heeft ons vorige week niet het volledige verhaal verteld over de fotodeal die is gesloten met Van der G. en met zijn advocaat. In zijn brief geeft hij min of meer de schuld aan het Openbaar Ministerie: het ambtsbericht schoot tekort. Een belangrijke vraag is hoe dat kan. Tegelijkertijd lijkt het erop dat het OM dat vlak voor het vragenuurtje heeft hersteld. Daarvan zegt de minister echter dat het ambtsbericht toen niet is aangevuld. Daarmee zegt de minister eigenlijk: ze hebben me wel verteld dat er meer aan de hand was, maar ze hebben het niet uitgetypt en daarom heb ik het de Kamer niet verteld. Dat is misschien wel de zwaarste inschattingsfout die in deze zaak is gemaakt. Kan de minister eens heel precies vertellen wat hij voorafgaand aan het vragenuurtje mondeling hoorde van het Openbaar Ministerie, waarin dat verschilde van wat hij vervolgens aan de Kamer vertelde en waarom daar verschil tussen zit?
Tot slot mijn derde vraag. Hoe kan het anders? Hoe kan het beter? Hoe gaat deze minister daar leiding aan geven? De minister schrijft in zijn brief dat hij deze en gene duidelijk heeft gemaakt dat het zo niet langer kan. Is dat niet al veel eerder en veel vaker gezegd? Wat geeft ons reden om te geloven dat de interne en de externe informatievoorziening nu echt verbeterd gaat worden?
Wat hierbij zou helpen, is dat er niet alleen een cultuurverandering bij Veiligheid en Justitie komt, maar ook bij de VVD. In deze zaak hebben wij namelijk geoogst wat de afgelopen jaren is gezaaid. Sinds Rutte I gaat veiligheid vooraf aan justitie, ook letterlijk. Repressie en stoerheid lijken belangrijker dan het recht en de rechtsstaat. Veiligheid is in de etalage gezet, veiligheid staat op de uithangborden, glimmende glossy's, terwijl ondertussen in de winkel hard gewerkt wordt aan justitie, aan het hooghouden van de rechtsstaat. Het was de lijsttrekker van de VVD die het ondenkbaar noemde dat Van der G. op proefverlof zou gaan. Het was de vorige staatssecretaris van de VVD die meerdere keren suggereerde dat proefverlof te willen en te kunnen tegenhouden. Het was de VVD-fractie die hem daarin steunde, terwijl ondertussen op het ministerie datzelfde proefverlof werd voorbereid. Dat is een onhoudbare en onwenselijke schizofrenie. Ik zal de dag prijzen dat het ministerie weer gewoon het ministerie van Justitie gaat heten.
De heer Van Oosten (VVD):
Als de heer Segers zo veel kritiek heeft op het ministerie van Veiligheid en Justitie, in het bijzonder in de richting van de VVD-fractie, waarom heeft zijn fractie dan al die jaren de begroting gesteund?
De heer Segers (ChristenUnie):
Het was een verre voorganger, de heer Rouvoet, die bij de naamsverandering van het ministerie, toen het het ministerie van Veiligheid en Justitie ging heten, precies hier de vinger bij heeft gelegd. Justitie moet voorafgaan aan veiligheid. Het recht en de rechtsstaat moeten voorafgaan aan veiligheid. Als je in de naamgeving al een keuze maakt en van veiligheid het stuwende beginsel maakt, dan oogst je inderdaad dat wat wij nu oogsten. Al heel snel is hier de vinger bij gelegd. Wij hebben samen met D66 moties ingediend om dit terug te draaien, om de politie terug te brengen bij Binnenlandse Zaken, om het weer het ministerie van Justitie te maken. De heer Van Oosten kan niet zeggen dat wij dit niet eerder hebben gezegd. Het is een heel consistente lijn, die wij bij gelegenheid iedere keer hebben herhaald. Ook bij deze zaak moet het worden herhaald, want hier komt pregnant naar voren wat je dan oogst.
De heer Van Oosten (VVD):
Dit zijn heel stevige woorden, maar waarom hebt u dan die begroting altijd gesteund?
De heer Segers (ChristenUnie):
Wij hebben de begroting gesteund omdat wij willen werken aan die rechtsstaat, omdat wij willen werken aan veiligheid, maar dan wel ondergeschikt aan die rechtsstaat, als onderdeel van die rechtsstaat. Waarom is dit nou zo'n belangrijk punt? Als door politici de suggestie wordt gewekt — het kwam van meerdere partijen en niet alleen van de VVD — dat je een proefverlof kunt tegenhouden, dat je de voorwaardelijke invrijheidsstelling kunt traineren of tegenhouden, dan stel je meer mensen teleur dan wanneer je pal voor die rechtsstaat staat en zegt: wij hebben regels en die gelden voor iedereen, zelfs voor iemand die een vreselijke daad heeft begaan, zelfs voor de moordenaar van Pim Fortuyn. Dat zou sterker zijn geweest dan wanneer je alleen maar tamboereert op veiligheid en suggesties wekt die je niet kunt waarmaken.
Bij het aantreden van deze minister heb ik met collega Van Nispen en voormalig collega Schouw een artikel in de NRC geschreven met als hartenkreet: minister, sta weer pal voor de rechtsstaat. Die hartenkreet wil ik vandaag herhalen. De rechtsstaat moet niet langer weggemoffeld worden, maar fier worden verdedigd, ook door de VVD, ook door deze minister.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief > 2015 > oktober
- 29-10-2015 - Inbreng Gert-Jan Segers inzake Wijziging BW, Wetboek Strafvordering en het Wetboek van Strafrecht teneinde vergoeding affectieschade mogelijk te maken en verhaal daarvan alsmede verhaal verplaatste schade door derden in het strafproces te bevorderen
- 27-10-2015 - Schriftelijke vragen Gert-Jan Segers over adopties vanuit Bulgarije
- 27-10-2015 - Schriftelijke vragen Gert-Jan Segers over drugsgebruik op het Amsterdam Dance Event (ADE)
- 15-10-2015 - Bijdrage Joël Voordewind aan de plenaire behandeling van het initiatiefwetsvoorstel Segers, Volp en Kooiman tot strafbaarstelling misbruik prostitué(e)s die slachtoffer zijn van mensenhandel
- 14-10-2015 - Schriftelijke vragen Gert-Jan Segers over ruilprostitutie bij rijscholen
- 14-10-2015 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Politie
- 08-10-2015 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Gert-Jan Segers inzake Wijziging Wet Rob en intrekking Wet Rfv i.v.m. adviesfunctie
- 07-10-2015 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan de Begroting Koninkrijksrelaties (IV)
- 07-10-2015 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg over de Trans-Atlantische Handels- en Investeringsovereenkomst TTIP
- 01-10-2015 - Bijdrage Gert-Jan Segers aan het plenair debat over de informatievoorziening aan de Kamer inzake Volkert van der G.
- 01-10-2015 - Inbreng verslag (wetsvoorstel) Gert-Jan Segers inzake voorstel van wet van het lid Van Klaveren tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met een verruiming van de vrijheid van meningsuiting