Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Opleidingsstop Politieacademie

donderdag 21 maart 2013 00:00

Bijdrage van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers als lid van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie aan een algemeen overleg met minister Opstelten van Veiligheid en Justitie

Onderwerp:   Opleidingsstop Politieacademie

Kamerstuk:    29 628

Datum:            21 maart 2013

De heer Segers (ChristenUnie): Voorzitter. Bij voorbaat een verontschuldiging, want ik moet uiterlijk half vijf weg. Ik weet niet of wij tot vijf uur …

De voorzitter: Wij gaan proberen ervoor te zorgen dat u allen gelijkelijk kunt vertrekken en dat u daarbij bent.

De heer Segers (ChristenUnie): Precies! Gezien de aard van het debat zou dat ook zomaar kunnen, maar anderszins bij voorbaat mijn excuses.

Deze minister is verantwoordelijk voor het aantal politieagenten dat jaarlijks de opleiding kan starten. Hij heeft gezegd dat er geen probleem is, dat er niet zoveel aan de hand is, want een numerus fixus stond al in de begroting. Hoe moet ik dan de brief lezen van de directeur Werving & Selectie van de Politieacademie, die zegt dat niet alleen de numerus fixus een reden is, maar dat er ook een aanstellingsstop aanvullend op de numerus fixus is gekomen in verband met de begrotingsproblematiek? Betekent dit dat er ook te weinig geld is voor het opleiden van het afgesproken aantal politieaspiranten?

De minister verklaart de plotselinge aanstellingsstop verder door het voorspoedige verloop van de werving en selectie. Het is natuurlijk mooi dat die werving zo goed gaat, maar rondom de communicatie over de aanstellingsstop is toch wel iets misgegaan. Collega's hebben daaraan gerefereerd. De vraag is hoe de minister dit soort miscommunicatie en overhaaste acties in de toekomst kan voorkomen. Hoe is het bijvoorbeeld mogelijk dat er eerst een inventarisatieronde mogelijk was om tot de slotsom te komen dat de aanstelling en werving onmiddellijk moesten worden gestaakt? Je zou toch verwachten dat de werving van politieagenten bij de Nationale Politie nationaal gecoördineerd wordt en dat actuele cijfers altijd paraat zijn.

Mijn tweede en laatste punt betreft de politievrijwilligers. De minister heeft er heel warme woorden over gesproken. Het gaat om mensen die naast hun baan bijspringen en de politie assisteren, minimaal 240 uur per jaar tegen een vrijwilligersvergoeding. Dat is een prachtige inzet van burgers voor onze veiligheid. De minister is er enthousiast over en heeft in 2011 uitgesproken dat wat hem betreft veel meer politievrijwilligers erbij moeten komen. In 2015 zou het om 4.500 vrijwilligers moeten gaan. Dat is 10% van de politiesterkte en meer dan het dubbele van het aantal vrijwilligers op dit moment. Wat is er sinds het verschijnen van dit voornemen van de minister gebeurd? Deze vrijwilligers staan niet zomaar op de stoep van de politie, maar moeten geworven worden. Daarover maakt mijn fractie zich zorgen. Er zijn op dit moment zo'n 1.500 vrijwilligers voor het politiewerk en nog een paar honderd zogenaamde volontairs voor administratieve taken. Vorig jaar zijn er slechts 160 vrijwilligers geworven en dit jaar 244, terwijl de minister streefde naar een aantal van 625 per jaar. In dit tempo gaan wij dat niet halen. Wat gaat de minister daaraan doen om zijn doelstelling voor 2015 alsnog te halen? Is er wel budget voor die werving? Het enige wat op dit moment gebeurt bij de werving, is het in stand houden van een website. Dat lijkt mij toch echt te weinig.

Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.


« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

september 2021

juni

mei

april

februari

december 2020