Inbreng Gert-Jan Segers inzake impl. richtlijn 2011/36/EU ter voorkoming en bestrijding mensenhandel
Inbreng verslag (wetsvoorstel) van ChristenUnie Tweede Kamerlid Gert-Jan Segers inzake implementatie richtlijn 2011/36/EU ter voorkoming en bestrijding mensenhandel
Onderwerp: Implementatie van de richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake voorkoming en bestrijding van mensenhandel. de bescherming van slachtoffers ervan, en ter vervanging kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PbEU L 101)
Kamerstuk: 33 309
Datum: 27 september 2012
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel dat onder meer strekt tot implementatie van de richtlijn 2011/36/EU1 van het Europees Parlement en de Raad inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel, de bescherming van slachtoffers ervan. Deze leden steunen de aanscherping van de Nederlandse strafwetgeving ter zake van mensenhandel en delen de visie van de regering dat hier sprake is van moderne slavernij. Op een aantal punten geven deze leden in overweging het wetboek van Strafrecht verder aan te scherpen.
Strafbaarstelling klant prostituee
Artikel 18, vierde lid, van de richtlijn geeft de lidstaten in overweging om strafrechtelijk op te treden tegen klanten die bewust gebruik maken van de diensten van een slachtoffer van mensenhandel. Genoemde leden constateren dat hiervoor geen voorstel is opgenomen omdat volgens de minister handhaving problematisch zou zijn omdat er moeilijk bewijs te leveren zou zijn dat een klant opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de diensten van een slachtoffer van mensenhandel. Genoemde leden merken op dat dit probleem er niet is als naar Zweeds model klanten strafbaar zouden worden gesteld. Wie gebruikmaakt van de diensten van een prostituee weet bovendien dat de kans levensgroot is dat er sprake is van dwangarbeid. Thans geldt alleen strafbaarheidsstelling van klanten van minderjarige prostituees. In het wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche is een strafbaarstelling opgenomen van de klant die gebruik maakt van illegaal aanbod van prostitutie: de klant dient na te gaan of hij diensten afneemt van een prostituee die is ingeschreven in het landelijk register van prostituees. Genoemde leden vinden dit een verbetering, maar dit komt niet volledig tegemoet aan artikel 18, vierde lid omdat ondanks de verplichte registratie in het landelijk register niet is uitgesloten dat prostituees in dit register slachtoffer zijn van mensenhandel. Genoemde leden constateren dat de regering dit zelf ook erkent doordat wordt verwacht dat slachtoffers van mensenhandel zich straks “vooral” in het illegale deel van de prostitutie zullen bevinden. Deze leden geven daarom in overweging om een expliciete strafbaarstelling voor bewust gebruik van diensten van een slachtoffer van mensenhandel op te nemen in het wetboek van Strafrecht dan wel het Zweedse model over te nemen. Zij vragen of er andere landen zijn die wel een expliciete strafbaarstelling kennen voor het bewust gebruik van diensten van een slachtoffer van mensenhandel.
Verruiming strafverzwaringsgrond
De leden van de ChristenUnie-fractie steunen de verruiming van de strafverzwaringsgrond tot mensenhandel gepleegd tegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaar of tegen een ander persoon bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt. De leden constateren dat de NRM aandacht heeft gevraagd voor de relatie met het voorstel tot verhoging van de leeftijdsgrens voor prostitutie naar 21 jaar, zoals opgenomen in het wetsvoorstel Regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche (Kamerstukken I 2010/11, 32 211, A). Deze leden delen de vraag van de NRM of prostituees in de leeftijd van 18 tot 21 jaar straks ook als bijzonder kwetsbaar slachtoffer in de zin van artikel 4, tweede lid, onder (a) van de richtlijn moeten worden beschouwd. Volgens de minister is er ruimte voor het openbaar ministerie respectievelijk de rechter om in voorkomend geval op grond van andere omstandigheden te oordelen dat sprake is van misbruik van een kwetsbare positie. Genoemde leden pleiten ervoor hier dezelfde grens te hanteren als in het wetsvoorstel regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche zodat duidelijk is dat bij prostituees tot 21 jaar altijd sprake is van deze strafverzwaringsgrond.
Overig
Tenslotte wijzen deze leden op een verschrijving in artikel I onderdeel C lid 4 waarin wordt gesproken over “feiten die zijn voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld”. Deze leden menen dat “vergezeld of gevolgd van geweld” hier moet worden vervangen door “vergezeld van of gevolgd door geweld”.
Voor meer informatie: www.tweedekamer.nl.
Archief
september 2021
- 22-09-2021 - Algemene Politieke Beschouwingen
- 07-09-2021 - Debat over het eindverslag van de informateur
juni
- 30-06-2021 - Doorstroom van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs
- 23-06-2021 - Debat over het eindverslag van de informateur
- 22-06-2021 - Debat over de Europese Top van 24 en 25 juni 2021
- 17-06-2021 - Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 16/6)
- 07-06-2021 - Onderwijs en corona - primair en voortgezet onderwijs
mei
- 20-05-2021 - Raad Buitenlandse Zaken
- 19-05-2021 - Debat over de Europese Top van 24 en 25 mei 2021
- 12-05-2021 - De dreigende executie van een Egyptische monnik
- 03-05-2021 - Invoer van producten uit de Westelijke Sahara via Marokko naar de EU
april
- 29-04-2021 - Debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield
- 26-04-2021 - Het bericht dat Iran is verkozen als lid van de Commissie voor Vrouwenrechten van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties
- 23-04-2021 - De veroordeling van een monnik in Turkije voor het geven van brood aan Koerdische bezoekers
- 06-04-2021 - Debat over aanwijzen van en opdracht verlenen aan de informateur
- 01-04-2021 - Debat over de ontstane situatie in de verkennende fase van de kabinetsformatie