Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Ouderenzorg

donderdag 07 februari 2019 00:00

Bijdrage Gert-Jan Segers aan een algemeen overleg met minister de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuknr. 31765

De heer Segers (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Twee jaar geleden werd het manifest Waardig ouder worden gepresenteerd. Dat was een initiatief van KBO-PCOB, Omroep MAX en ChristenUnie, ondersteund door tientallen maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk is het ook politiek breed ondersteund, van PVV tot D66. Het doel was om ouderen een volwaardige plaats in de samenleving te geven. Ik zie dat heel veel aanbevelingen een plek hebben gekregen in het Pact voor de ouderenzorg. De minister is met alle initiatieven aan de slag gegaan. Daar wil ik hem voor danken. Dat is heel goed.

Een van de aanbevelingen betreft de strijd tegen eenzaamheid. De minister heeft daarover gezegd dat we de handen ineenslaan. Eén tegen eenzaamheid is echt een Rotterdamse aanpak. Hij heeft ook gezegd dat mensen het moeten merken. Collega Poortvliet refereerde daar al aan. Dat is een gewaagde uitspraak, want je gaat het een keer meten. Merkt iedereen het dan? Tegelijkertijd zou het heel cynisch zijn om niets te doen. Ik prijs de minister ervoor dat hij aan de slag is gegaan en dat hij die ambitieuze aanpak heeft. Tegelijkertijd hebben we de focus op 75-plussers, terwijl er daarvóór ook een probleem is. Er is een motie ingediend of je niet ook naar jongeren zou moeten kijken. Ik snap dat er ergens focus moet zijn, maar tegelijkertijd is preventie in de fase ervoor, voor 75-minners, ook van belang. Mijn vraag is dus of we toch niet ook kunnen kijken naar de groep daarvoor.

Een belangrijk middel bij de strijd tegen eenzaamheid is de verbinding die we willen leggen tussen jongeren en ouderen, tussen verschillende generaties. Een middel daarbij is de maatschappelijke diensttijd. Die wordt ergens in één regeltje genoemd. Ik zou de minister toch willen aanmoedigen om daar meer werk van te maken en om alle initiatieven die nu worden ontplooid in het kader van maatschappelijke diensttijd, te gebruiken in de strijd tegen eenzaamheid. Ik zag een prachtig item bij RTL over een school in Arnhem waar jongeren in een verpleeghuis kwamen. Dat leverde prachtige verhalen op van de jongeren en van de ouderen. Ik word dan een klein beetje sentimenteel, maar ik zie dan echt de ontmoeting tussen generaties, die zo mooi is. Er zijn nu 15.000 jongeren aan de slag. Dat worden er nog veel meer. Dat zijn ook potentiële werkers in de zorg. Volgens mij is dit een initiatief met heel veel kansen, dus graag iets meer dan één regeltje en iets meer enthousiasme om de maatschappelijke diensttijd ook aan te wenden in deze strijd.

Over mantelzorg zijn al verschillende vragen gesteld. Er zijn veel mantelzorgers. Tegelijkertijd sluit dat wat wordt aangeboden aan het ontlasten van mantelzorgers, die vaak overbelast zijn, niet altijd goed aan op de vraag van mantelzorgers. Iedereen kan zomaar mantelzorger worden en iedereen kan zomaar mantelzorg nodig hebben. Er zijn allerlei dingen geregeld in de cao, op lokaal niveau en landelijk, maar mijn vraag is toch hoe wij vraag en aanbod veel beter op elkaar kunnen laten aansluiten. Het is vaak moeilijk om de mantelzorgers te vinden en het is vaak moeilijk om het aanbod goed te doen. Vandaar mijn vraag hoe we dat goed in kaart kunnen brengen. Welke gelegenheden zijn er, zoals het initiatief van VVD en D66 waaraan collega Bergkamp net refereerde? Dat moet niet stilvallen. We moeten die logeerzorg aanbieden om mensen ook hierin te ontlasten.

Wat daarbij van belang is, is zorg in buurten. Wat daarbij weer van belang is, is de ruimte voor nieuwe woonvormen. Ik weet dat de minister bij het initiatief De Knarrenhof in Zwolle is geweest. O, dat moet nog gebeuren, maar hij weet ervan. Dat is een mooi initiatief, dat lokaal is ingebed. Ik ben er zelf ook geweest. Het is een soort nieuw hofje waar mensen voor elkaar zorgen. Van die vorm word ik warm, maar als je hoort hoeveel regels en bezwaren in de weg staan tussen de wens en de realisatie, dan moet er nog heel veel gebeuren. Een cruciale factor is de grond die beschikbaar is, letterlijk de ruimte die er is voor dat soort nieuwe woonvormen. Je ziet dan dat gemeenten toch altijd gaan voor de hoogste grondopbrengst, dus dat de commerciële partijen toch altijd aan het langste eind trekken en dan vaak iets realiseren voor middeninkomens en hogere inkomens. Ook zie je dat de initiatieven veel meer van de grond komen in regio's buiten de Randstad dan in de Randstad, waar de grondprijs heel hoog is. Ik maak me daar zorgen over. We moeten daar heel voorzichtig mee zijn, maar moet de overheid hier dan toch niet iets sturender optreden en in de allocatie soms ook zeggen "wij willen letterlijk ruimte bieden aan nieuwe woonvormen"? Nog even, over twintig jaar, is meer dan de helft van de bevolking 60-plusser en woont in eenpersoonshuishoudens. Die hebben allemaal nieuwe woonvormen nodig en moeten voor elkaar zorgen. Mijn warme oproep is om daarmee aan de slag te gaan.

Ik sluit me aan bij collega Bergkamp over de social trials. Er is een motie ingediend. Ook daar stuiten we weer op schotten in de financiering, waarbij iedereen naar iedereen kijkt en er weinig gebeurt. Er is nu wel een procesbudget toegezegd, maar dat is niet geschikt voor meerjarige financiering. Mijn vraag is dus om daar nog eens naar te kijken en echte experimenteerruimte toe te staan.

Laat ik hier maar even een punt zetten, mevrouw de voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Segers.

Meer informatie

« Terug

Archief

« Vorige Volgende »

september 2021

juni

mei

april

februari

december 2020