Bijdrage Gert-Jan Segers aan het algemeen overleg Maatschappelijke diensttijd
Bijdrage Gert-Jan Segers aan een algemeen overleg met staatssecretaris Blokhuis van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerstuknr. 34 775
De heer Segers (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. We leven in een samenleving die in toenemende mate divers en pluriform is. Er zijn kloven die ons verdelen: jong/oud, praktisch geschoold/theoretisch geschoold, etnische verschillen, culturele verschillen en religieuze verschillen. Er zijn niet zoveel plekken waar al die verschillen samenkomen en mensen elkaar ontmoeten. Vroeger hadden we de militaire dienstplicht. Een boerenzoon, een Delftse ingenieur en een loodgieter uit Amsterdam zaten samen in één eenheid en ontmoetten elkaar. Dat schiep een heel bijzondere eenheid. Zo veel plekken waar al die verschillen samenkomen en mensen zich samen inzetten voor iets moois, iets goeds, namelijk hun land, hebben we niet meer.
Twee jaar geleden raakte ik aan de praat met generaal buiten dienst Van Uhm. Een man met een indrukwekkende staat van dienst en ook een indrukwekkend levensverhaal, omdat zijn eigen zoon naar Afghanistan is gegaan en daar zijn leven heeft gegeven in de strijd voor vrijheid. Als er dus iemand recht van spreken heeft, is hij het. Hij vond het mooi dat ik vrijwilligerswerk wil en wil dat jongeren zich inzetten voor de samen-leving. Zijn grote vraag was echter hoe we ervoor zorgen dat hetgeen met die militaire dienstplicht lukte nu ook lukt, namelijk dat hoger en lager opgeleiden en al die verschillende religieuze en etnische diversiteiten toch samenkomen en dat we ook de jongeren die we wat moeilijker bereiken kunnen inzetten en kunnen stimuleren om zo’n stap te zetten. Wat mij betreft is dat de vraag van dit AO. Hoe zorgen we ervoor dat het niet iets elitairs wordt of, zoals collega Rog zei, dat mensen in hun eigen bubbel blijven? Hoe zorgen we ervoor dat ze die stap naar de ander gaan zetten en iets goeds voor hun naasten gaan doen?
Dat is de grote vraag, die ik ook aan de Staatssecretaris wil stellen. Ja, vrijwilligheid. Tegelijkertijd willen we geen verdringing. We willen niet dat mensen tegen hun zin in iets onderbetaald doen. Nee, we willen dat het echt vanuit henzelf komt, maar ook dat het iets toevoegt en dat we het kunnen inzetten om echt die samenleving te creëren. Een samenleving met allemaal verschillen die uiteindelijk samen Nederland vormen.
Voor de uitwerking en het bedenken van oplossingen hebben we mensen nodig als generaal Van Uhm, misschien een Dirk Kuijt of andere ambassadeurs. Het moeten mensen zijn die zelf de stap zetten om zich in te zetten voor de samenleving en daarmee een voorbeeld zijn. Het is van belang dat het heel breed wordt vormgegeven. We hebben het gehad over de zorg en over het bedrijfsleven. We hebben het gehad over onderwijs en vrijwilligersorganisaties. Hoe zorgen we ervoor dat het in de breedte een plek krijgt en dat mensen daarin over grenzen gaan waar ze anders niet overheen zouden gaan?
Mevrouw de voorzitter, in het regeerakkoord is inderdaad afgesproken dat die maatschappelijke diensttijd een wat meer verplichtende rol kan spelen in de verlengde kwalificatieplicht. Hoe gaat de Staatssecretaris dat vormgeven?
En dan helemaal tot slot. In de brief van de jongerenorganisaties, waaraan al eerder gerefereerd is, zijn heel terechte vragen, zorgen en aandachts-punten naar voren gebracht, zoals prestatiedruk waarmee jongeren te maken hebben en mogelijke verdringing waarover hier al eerder is gesproken. Mijn vraag aan de Staatssecretaris is hoe we kunnen voorkomen dat jongeren maatschappelijke diensttijd zien als iets wat extra ballast oplevert. Hoe zorgen we ervoor dat jongeren het zien als een prachtige plek en een prachtige kans om, zoals president Kennedy ooit zei, zich niet zozeer af te vragen wat het land of de samenleving voor hen doet, maar om zich af te vragen wat zij voor hun land kunnen doen.
De voorzitter:
Dank u wel. Nog een vraag van de heer Kerstens.
De heer Kerstens (PvdA):
Over het aspect van de militaire dienstplicht, dat de heer Segers net aanstipte. Is hij zelf in dienst geweest?
De heer Segers (ChristenUnie):
Ik ben afgekeurd vanwege mijn gescheurde enkelbanden.
De heer Kerstens (PvdA):
Ik ben wel in dienst geweest. Ik deed daar de kaderopleiding met een aantal jongens die ook gestudeerd hadden en een paar jaar uitstel hadden gekregen om in militaire dienst te gaan. Zij werden vervolgens opgeleid om leiding te geven aan al die jongens die niet gestudeerd hadden. Ik vraag me af of dat nou het beste voorbeeld is van elkaar ontmoeten op een manier waar men de rest van zijn leven nog wat aan heeft.
De heer Segers (ChristenUnie): Ik ben ooit een keer naar het Caraïbisch deel van Nederland geweest met afgevaardigden van de Eerste Kamer. Daar zat oud-generaal Van Kappen bij. Hij heeft mij het verschil tussen vriendschap en kameraadschap uitgelegd. Er zijn namelijk grote verschillen. In het leger leerde hij kameraadschap. Men is een eenheid en zet zich in voor elkaars veiligheid en voor vrijheid, terwijl men niet per se vrienden is. Men heeft elkaar nodig. Dat schept een band, een eenheid. Van Kappen zegt dat hij dat nergens anders in de samenleving ooit zo heeft gezien. Dat vond ik bijzonder. Ik weet niet of het hier lukt.
Ik weet wel dat we ervaring hebben met de maatschappelijke stage. Ik neem dat even als voorbeeld. Toevallig zitten mijn dochters op een school die nog steeds een maatschappelijke stage kent. Zij zijn op een gegeven moment naar verpleeghuizen gestuurd en hebben daar een bingoavond georganiseerd. Zij waren nooit zelf op het idee gekomen om een bingoavond te organiseren. Zij waren nooit op het idee gekomen om de fiets te pakken, daarnaartoe te gaan en een avond met wereldvreemde ouderen door te brengen. Ze hebben het wel gedaan. Zij hadden een prachtige avond en de ouderen hadden een prachtige avond. Ik vind het een moment van inspiratie voor de maatschappelijke diensttijd en ik hoop dat er nog veel meer van dat soort momenten gaan komen.
De voorzitter:
Dank u wel.
Archief
september 2021
- 22-09-2021 - Algemene Politieke Beschouwingen
- 07-09-2021 - Debat over het eindverslag van de informateur
juni
- 30-06-2021 - Doorstroom van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs
- 23-06-2021 - Debat over het eindverslag van de informateur
- 22-06-2021 - Debat over de Europese Top van 24 en 25 juni 2021
- 17-06-2021 - Tweeminutendebat Raad Buitenlandse Zaken (CD 16/6)
- 07-06-2021 - Onderwijs en corona - primair en voortgezet onderwijs
mei
- 20-05-2021 - Raad Buitenlandse Zaken
- 19-05-2021 - Debat over de Europese Top van 24 en 25 mei 2021
- 12-05-2021 - De dreigende executie van een Egyptische monnik
- 03-05-2021 - Invoer van producten uit de Westelijke Sahara via Marokko naar de EU
april
- 29-04-2021 - Debat over het bericht dat het kabinet informatie over de toeslagenaffaire voor de Tweede Kamer achterhield
- 26-04-2021 - Het bericht dat Iran is verkozen als lid van de Commissie voor Vrouwenrechten van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties
- 23-04-2021 - De veroordeling van een monnik in Turkije voor het geven van brood aan Koerdische bezoekers
- 06-04-2021 - Debat over aanwijzen van en opdracht verlenen aan de informateur
- 01-04-2021 - Debat over de ontstane situatie in de verkennende fase van de kabinetsformatie