“De manier waarop NS heeft gehandeld door het delen van concurrentiegevoelige informatie bij de aanbesteding van het regionaal openbaar vervoer in Limburg is fout. Het is daarom terecht dat NS het boetekleed heeft aangetrokken.”

“Maar daarmee zijn we er nog niet. Uit het rapport van de Autoriteit Consument en Markt (ACM) blijkt ook dat er onduidelijkheden zijn over de positie van NS. Arriva was bij de aanbesteding afhankelijk van tijdelijke treinen die alleen NS kan leveren. Door aan Arriva andere treinen aan te bieden dan aan de eigen NS-dochter Abellio, stond Arriva direct op achterstand. Volgens de ACM is NS nu niet verplicht treinen aan te bieden. Dat is vreemd.”

Dik-Faber wil van de staatssecretaris weten hoe dit in de toekomst wordt voorkomen. “Andere vervoerders zijn voor tijdelijke treinen vaak afhankelijk van NS, die tegelijkertijd ook concurrent is in het aanbieden van reizen op het spoor. NS wordt wat mij betreft verplicht om mee te werken bij een verzoek om treinen van deze vervoerders.”