Maar ben ik ook schuldig? (ND column)
Onder een witte poort, na een vriendelijke groet van de portier, het fort in. Langs een rij zwarte kanonnen die richting de oceaan wijzen. De trap af naar een grote, klamme kelder waarin de slaven verbleven totdat ze via de door of no return vertrokken om nooit meer in Afrika terug te keren.
De trap weer omhoog, naar de koele vertrekken waar ooit de gouverneur en zijn assistenten resideerden, met een prachtig uitzicht over de zee en de gevangen slaven onder hun voeten. Om de toer te eindigen in een klein museum, met boeien van toen, foto’s van gegeselde slaven en hun vrije nazaten.
Ik ben een paar dagen op familiebezoek in Ghana en de tocht voerde langs een aantal slavenforten van onze voorouders. Waaronder dat van Elmina, ooit door Nederlanders veroverd op de Portugese concurrenten. Ook daar zijn beneden de krochten waar de slaven waren, maar – nog schrijnender – de kerk is er bovenop gezet. Met een Nederlands psalmvers aan de muur waarin God sprekend wordt opgevoerd en zegt dat ‘Hij hier zal wonen’ (Psalm 132).
ik schaam me
Tweehonderd jaar Nederlandse slavenhandel, verdoezeld met een Bijbeltekst. Toen ik er deze week iets van zag, schaamde ik me. Schaamte voor dit hoofdstuk uit onze geschiedenis. Maar ben ik ook schuldig? In ieder geval niet persoonlijk. Ik kan moeilijk veroordeeld worden vanwege het feit dat mijn ouders mij verwekt hebben en ik de kleur van hun huid heb gekregen. Maar misschien is er wel zoiets als collectieve schuld, die ik als lid van een gemeenschap meedraag. Maar hoelang blijft een gemeenschap schuldig? Is er nog collectieve schuld van Italianen vanwege de veroveringen van de Romeinen? Lijkt me sterk. Zijn Duitsers nog collectief schuldig voor de misdaden van de nazi’s? Ik zou het geen Duitser meer willen nadragen. Daarvoor waren de Neurenberger processen te grondig, is de bittere waarheid genoegzaam aan het licht gekomen en hebben naoorlogse Duitse leiders diep genoeg de knieën gebogen, zoals Willy Brandt in Warschau deed. Het baande de weg voor het wonder van verzoening. Schuld die ruimhartig wordt erkend kan ook ruimhartig worden vergeven. De schuld is dan ook echt weg. Hooguit blijft er nog wat schaamte over. Maar daar valt mee te leven.
Deze weken schrijft Betsy Udink in De Groene Amsterdammer aangrijpende verhalen over de Armeense genocide. De gruwelijke moord op honderdduizenden Armenen, nu honderd jaar geleden, die door menig Nederlands minister van Buitenlandse Zaken lafhartig ‘de Armeense kwestie’ is genoemd. Hartverscheurende verhalen over Armeense soldaten die eerst als pakezels werden gebruikt, om uiteindelijk langs de kant van de weg doodgeknuppeld te worden. Vrouwen en kinderen die de Syrische woestijn in werden gejaagd om daar als schapen afgeslacht te worden. Mannen die gekruisigd werden, geestelijken die gefolterd werden, met pek overgoten en door de straten werden gesleept, lijken die in putten en rivieren werden gegooid. Het is in detail beschreven, gedocumenteerd, vaak door de beulen zelf. Udink heeft de verhalen verzameld en al zijn ze niet geschikt voor teerhartigen, ze zijn het meer dan waard om verteld te worden. Omdat de waarheid van deze genocide door Turkije schaamteloos verdoezeld wordt en door zelfs Nederlandse bureaucraten als ‘een kwestie’ dreigt te worden afgedaan. En zolang de waarheid geweld wordt aangedaan, zolang er geen schuld is beleden, is er nog steeds sprake van collectieve schuld. En erger, zolang de schuld niet is beleden, kan er geen verzoening plaatsvinden en zal onze verhouding tot Turkije alleen al daarom een uiterst problematische zijn.
eindelijk vrij
Woensdagmorgen ging ik in Accra naar de kerk. Aswoensdag, het begin van de vastentijd, de start van de lange weg naar Pasen. Een periode van soberheid, inkeer, zelfonderzoek naar de pijnlijke waarheid van wat er in mijn hart allemaal kan rondspoken. Geen collectieve schuld, maar een hoogstpersoonlijke schuld, die werd afgewenteld op een nota bene schuldeloze Man. Hij wees de weg naar verzoening, naar vrijheid.
Miljoenen slaven werden gedwongen door de door of no return te gaan. Pas veel later zouden hun nazaten weer vrijheid krijgen en zongen ze zoals alleen zij dat kunnen zingen: Free at last (‘Eindelijk vrij’), free at last, I thank God I’m free at last. Na Pasen ga ik zachtjes meezingen.
Gert Jan Segers is Tweede Kamerlid voor de ChristenUnie. Hij schrijft iedere zes weken een column in het Nederlands Dagblad.
Nieuwsarchief > 2015 > februari
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Maar ben ik ook schuldig? (ND column)'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.