De plicht om te zorgen voor elkaar (column Christelijk Weekblad)
Als de Wet langdurige zorg wordt aangenomen, is een jaar tijd een groot deel van ons zorgstelsel grondig verbouwd. Ook met steun van mijn partij, de ChristenUnie. En voor mij is daarbij steeds het uitgangspunt van Jongeling leidend geweest: op de samenleving rust de principiële plicht om om te zien naar zieken en mensen met een beperking. De plicht om te zorgen voor elkaar.
‘Eén van de belangrijkste principiële criteria waaraan men een volk en een samenleving kan toetsen is de vraag hoe dat volk en hoe die samenleving zich opstellen tegenover de lichamelijk en geestelijk gebrekkigen en de gehandicapten.’ Dit is een citaat van Tweede Kamerlid Jongeling van het GPV – later opgegaan in de ChristenUnie. Hij sprak deze woorden in 1967 (bijna 50 jaar geleden!) bij de behandeling van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de AWBZ.
Ik heb deze woorden onlangs geciteerd in een zorgdebat. In de eerste plaats omdat het voor mij de kern raakt van waar ik voor sta op het gebied van zorg. Ook omdat we spraken over de nieuwe AWBZ: de Wet langdurige zorg. Na de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de zorgverzekeringswet is dit de laatste grote hervormingswet in de zorg. Als deze wet wordt aangenomen, is een jaar tijd een groot deel van ons zorgstelsel grondig verbouwd. Ook met steun van mijn partij, de ChristenUnie. En voor mij is daarbij steeds het uitgangspunt van Jongeling leidend geweest: op de samenleving rust de principiële plicht om om te zien naar zieken en mensen met een beperking. De plicht om te zorgen voor elkaar.
Valt u op dat het hier niet gaat over de overheid, maar over de samenleving? Naastenliefde, zorgen voor elkaar, is allereerst een taak van kerken, gezinnen, buren en families. En dat gebeurt ook volop. Zo was ik onlangs op bezoek bij Kars in Ommen. Kars woont, samen met 7 anderen, met begeleiding in een setting die op initiatief van hun ouders tot stand is gekomen. Hij vertelt enthousiast over zijn thuis en over de betekenis van het geloof en de kerk voor hem. Natuurlijk, de overheid is er om recht te doen in het publieke domein. Om ervoor te zorgen dat mensen waar niemand naar omkijkt worden opgevangen. Om de barmhartige Samaritaan te zijn als er geen barmhartige Samaritaan langskomt. Dat is publieke gerechtigheid. Maar de verantwoordelijkheid begint bij de samenleving!
Sinds we in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw onze verzorgingsstaat hebben opgebouwd, is de rol van kerken ingrijpend veranderd. Kerken waren tot dat moment soms nog het enige vangnet voor mensen die nergens terecht konden. Toen keken mensen voor hulp in nood naar de kerk, nu kijken mensen voor hulp in nood naar de overheid. Dat heeft mooie kanten, omdat de kerk niet iedereen kon bereiken en niet alles kon dragen. Maar we zijn er ook iets mee verloren. Niet alleen kerken, maar ook andere sociale structuren zijn weggedrukt door de verzorgingsstaat.
Aan die verzorgingsstaat komt in 2015 niet plots een einde, maar er wordt wel een groter beroep gedaan op de omgeving van mensen. Daardoor ontstaan prachtige kansen voor kerken om weer iets van hun oude taken op te nemen. Een geweldige kans om te getuigen van liefde voor onze naasten. En een geweldige kans om de relevantie te laten zien van de kerk voor de maatschappij. In Zwolle zijn vorig jaar op initiatief van het Diaconaal Platform gastheren en gastvrouwen in de wijken aangesteld. Mensen die – als zij een badge dragen – door wijkbewoners aangesproken kunnen worden en op die manier praktische hulp kunnen bieden. Eenzaamheid kunnen tegengaan. De diaconale taak van de kerk kan door deze nieuwe beweging echt veranderen!
Het is zó jammer dat een discussie over visie op zorg en samenleving wordt vertroebeld door bezuinigingen. Voor mij begint het echter wel met visie. Het is goed als er een groter beroep wordt gedaan op wat burgers zelf kunnen én wat zij voor anderen kunnen betekenen. Toch moest er ook financieel worden ingegrepen. In de tijd van Jongeling vielen 6 op de 1000 mensen onder de Algemene Wet Bijzonder Ziektekosten. Nu zijn dat 50 op de 1000 mensen. In de jaren ‘60 waren de gemiddelde kosten per zorggebruiker 6000 gulden. Nu zijn de gemiddelde kosten per zorggebruiker omgerekend 53.000 gulden. Ingrijpen was onvermijdelijk om de zorg beschikbaar en betaalbaar te houden, ook voor komende generaties. De zorgkosten stijgen nog steeds, maar wel veel minder. In deze kabinetsperiode niet met 16 miljard, maar door ingrijpen ‘slechts’ met 6 miljard. Nog een flink bedrag…
Veranderingen gaan altijd met onzekerheid gepaard. Dat is moeilijk, zeker als je afhankelijk bent van zorg. Maar ik zie ook dat er in de samenleving, in de kerken iets is losgemaakt. Ik daag u, ons, de kerken uit om deze kans te grijpen en Gods liefde te laten zien in de wijk, de stad of het dorp waarin u woont.
Deze column van Carla Dik-Faber verscheen eerder in Christelijk Weekblad.
Nieuwsarchief > 2014 > oktober
Geen berichten gevonden
Reacties op 'De plicht om te zorgen voor elkaar (column Christelijk Weekblad)'
Als je hierbij schrijft dat ingrijpen onvermijdelijk was "om de zorg beschikbaar en betaalbaar te houden", dan begrijp ik daaruit dat het via de awbz betaalde deel van de zorg moest verminderen. Kennelijk vraagt dat om inspanningen die óf niet door de overheid (maar door anderen) betaald worden óf waarvan de kosten niet meer in geld wordt uitgedrukt: we moeten onbezoldigde tijd vrijzetten voor zorg.
De burger moet dus weer zelf aan de slag om voor zijn naaste een goede naaste te zijn. Ook hij of zij zal -net als de overheid- zijn prioriteiten bij moeten stellen:
- welk werk is zo noodzakelijk dat ik het aanpak
- welke offers zijn wel gewenst, maar doe ik niet.
Kortom: niet gemakkelijk!
...
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.