Roel Kuiper: 'Asielverlening niet verder aanscherpen'
Klemmende redenen van humanitaire aard moeten kunnen blijven leiden tot asielverlening. Dat bepleitte Roel Kuiper tijdens een debat over het wetsvoorstel 'Herschikking asielgronden' in de Eerste Kamer. Wat hem betreft mag het verschuiven en schrappen van asielgronden in het wetsvoorstel niet tot een verdere aanscherping van het asielbeleid leiden.
Bijdrage van ChristenUnie-senator Roel Kuiper aan het debat over wetsvoorstel 33293: Herschikking gronden voor asielverlening
Voorzitter,
Dit wetsvoorstel komt tot ons met de onschuldige aankondiging dat het hier slechts een herschikking betreft van gronden voor asielverlening. Een beetje herschikken, wie kan daar iets tegen hebben? Toch gaat het hier om een tamelijk ingrijpende aanpassing van artikel 29 van de Vreemdelingenwet, waaruit een aantal gronden voor asielverlening verdwijnt en geacht wordt opgenomen te zijn in andere gronden. De ontwikkeling van Europees asielrecht zou deze herschikking van gronden mogelijk maken en de staatssecretaris spreekt dan ook over harmonisatie van Europees asielbeleid. Het laten vervallen van nationale asielgronden heeft echter als consequentie dat onder meer de categoriale bescherming en het beroep op ‘klemmende redenen van humanitaire aard’ uit de Vreemdelingenwet verdwijnt. Onze fractie heeft hierbij een aantal aantekeningen en zal haar definitieve standpunt pas bepalen na dit debat.
Voorzitter, het beeld als zou Europese regelgeving een communicerend vat zijn dat inmiddels zo is gevuld is dat het onze wetgeving kan vervangen rijst op uit de stukken, maar klopt niet. De kwalificatierichtlijn uit 2004 die de basis vormt voor deze herschikking bevat minimumnormen. De Europese Unie wil dat deze minimumnormen in het Europees asielbeleid verankerd zijn, maar laat landen nadrukkelijk vrij aanvullende gronden voor asielverlening in eigen wetgeving op te nemen. Nederland had in zijn eigen Vreemdelingenwet ruimere gronden. De Europese standaard is geen stap vooruit, maar een stap achteruit, want een nadere beperking van een breder asielbeleid. Het College voor de Rechten van de Mens noemde dit het opzoeken van de ‘ondergrens’. Mijn fractie beseft natuurlijk dat landen die bredere gronden hebben vatbaar zijn voor aanzuigende werking. Maar dat doet zich hier kennelijk niet voor en mag ten principale ook niet het argument zijn om gronden te schrappen. Het asielbeleid dient uitdrukking te zijn van een eigen opvatting over de beschermwaardigheid van asielzoekers, uitdrukking ook van een eigen verantwoordelijkheid voor mensen in nood. Nederland heeft die verantwoordelijkheid altijd sterk gevoeld en dat heeft zijn uitdrukking gevonden in de Vreemdelingenwet.
Mijn fractie zou in dit debat precies aan de weet willen komen of de c- en d-gronden uit artikel 29 gedekt worden door wat in artikel 29 onder a en b-gronden wordt verstaan. Er is al op gewezen dat de ‘klemmende redenen van humanitaire aard’ beschermingsgronden bieden die niet gemist kunnen worden en niet ondervangen door wat er in de Vreemdelingenwet blijft staan. Ook wijzen organisaties op de betekenis van categoriale bescherming. Het is voor asielzoekers in landen waar een gewelddadig klimaat jegens groepen bestaat moeilijk aan te tonen dat dat geweld tegen hen persoonlijk gericht is. Als het gaat om kwetsbare groepen worden LHTB’s uit Iran genoemd, maar hierbij kan ook gedacht worden aan geloofsvervolging of andere vormen van collectieve bedreiging in thuislanden. Ziet richtlijn 2011/95 die nog geïmplementeerd moet worden wel op situaties die betrekking hebben op groepen asielzoekers, vraag ik de staatssecretaris? Moeten we niet eerst spreken over de implementatie van die richtlijn en dan over dit wetsvoorstel? Mijn fractie wil dus graag precies weten hoe het zit met wat beoogd werd met de c- en d-gronden na wetswijziging. Verscheidene fracties in dit huis hebben aangegeven dat het behoud van nationale gronden voor asielverlening aangewezen kan zijn. Het kan zijn dat we nu teveel wegstrepen en dat de herschikking een te strak kader oplevert. We zouden in dat licht de redenering dat er weinig gebruik meer wordt gemaakt van deze gronden ook kunnen omdraaien. Waarom zouden we ze uit de wet schrappen als ze kennelijk geen aanzuigende werking hebben en ons asielbeleid intussen iets meer humanitair maakt.
Voorzitter, nu ook de gronden e en f vervallen is onze fractie tevreden over de mogelijkheid van snellere ambtelijke afdoening van asielaanvragen van nareizende gezinsleden. Daarover hebben wij geen verdere vragen. Wel zouden we willen vragen hoe de regelingen waar wij over spreken, de gronden voor asielverlening en de regeling voor nareizende gezinsleden in de ons omringende landen eruit ziet.
Wat de legesheffing betreft menen ook wij dat bedragen van 250 Euro voor een vervangend document erg hoog zijn en spreken met andere fracties onze verwondering hierover uit. Voor onze definitieve standpuntbepaling zien wij uit naar de nadere uitleg van de staatssecretaris.
- Labels
- Eerste Kamer
- Roel Kuiper
Nieuwsarchief > 2013 > november
Geen berichten gevonden