Roel Kuiper: Verkleinen gemeenteraden is onverstandig
'Gemeenteraden verkleinen, terwijl gemeenten er op korte termijn veel nieuwe taken bij krijgen is een slecht plan.' Dat zei ChristenUnie-senator Roel Kuiper vandaag in de Eerste Kamer. 'Het irriteert dat deze ingrepen in de lokale democratie worden gemotiveerd met argumenten die van een ondraaglijke lichtheid zijn. Het functioneren van de lokale democratie is hier in het geding.'
Inbreng van Roel Kuiper bij wetsvoorstel 33084 – Voorstel lid Heijnen i.v.m. het terugbrengen van het aantal gemeenteraadsleden
Less is more – dat moet de indiener van dit wetsvoorstel hebben gedacht. Dat uit minder zomaar meer kan ontstaan wordt de laatste jaren vaker beweerd. Hoe dit wonder precies in z’n werk gaat, is echter niet aanstonds duidelijk; we hebben het hier over een overtuiging die zich fact free en zonder deugdelijke toelichting door het leven slaat. Mijn fractie kan de logica achter dit wetsvoorstel moeilijk vatten. Welk wonder gaat er gebeuren als gemeenteraden het moeten gaan doen met minder gekozen vertegenwoordigers?
Nog geheel los van dit voorstel ervaren gemeenteraadsleden nu al een hoge werkdruk. De dualiseringsoperatie uit 2002 was bedoeld om gemeenteraadsleden meer in contact met burgers te brengen en een sterkere controlerende functie te geven. Gemeenteraadsleden geven aan dat deze aspecten veel tijd kosten. Dualisering heeft volgens 67% van de raadsleden tot meer werkdruk geleid (Staat van de dualisering, 2008, 49). We staan aan de vooravond van een decentralisatie-operatie die veel nieuwe en ook complexe verantwoordelijkheden op het bordje legt van gemeenteraden. De budgetten waarover gemeenteraden straks beslissen worden omvangrijker. Zittende raadsleden – de ervaringsdeskundigen – geven in onderzoeken aan dat het werk verdelen over minder raadsleden zal leiden tot nog hogere werkdruk, tussentijds aftredende raadsleden en minder contact met de burger. Legt u me dan maar eens uit welke bijdrage aan het openbaar bestuur het principe less is more, toegepast op de omvang van gemeenteraden, nu precies levert.
Voorzitter, het vorige kabinet meende dat het nationale parlement wel met minder vertegenwoordigers toe kon, nu ligt hier een wetsvoorstel op tafel dat het aantal gemeenteraadsleden wil terugdringen. Het kan op steun rekenen van het huidige kabinet. Heeft Nederland dan buitensporig omvangrijke gemeenteraden? Vergelijking met andere Europese landen leert dat dat allerminst het geval is. Ieder raadslid vertegenwoordigt bij ons meer burgers dan in landen als Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk of de Scandinavische landen. De relatieve omvang van gemeenteraden in Nederland is dus al klein. De minister geeft echter aan dat ‘gegeven de noodzaak hervormingen door te voeren in de bestuurlijke organisatie’ de omvang van gemeenteraden moet worden beperkt. Wat bedoelt de minister met de ‘noodzaak’ van hervormingen als het gaat om de omvang van het lokaal bestuur? Welke inhoudelijke verbetering ontstaat er als we het aantal raadsleden verder beperken? Zonder twijfel heeft het voorstel negatieve effecten op het functioneren van de gemeenteraad als volksvertegenwoordiging, niet in de laatste plaats omdat de pluriformiteit van de raad zal afnemen. En de regering motiveert dit alles slechts met een nietszeggend zinnetje over een niet nader toegelichte ‘noodzaak hervormingen door te voeren’.
Voorzitter, het wetsvoorstel wordt gepresenteerd als een ‘dualiseringscorrectie’. Gesteld wordt dat het gaat om het corrigeren van een onbedoeld effect van de dualisering. Het is opvallend dat de bedenker van deze dualisering, prof. dr. D.J. Elzinga, er zelf anders over denkt. Volgens hem is er bewust voor gekozen het aantal raadsleden na verkiezing van wethouders op deze manier beperkt te laten stijgen en hij acht deze correctie helemaal niet nodig. Veel gemeenteraden hebben dit ook helemaal niet zo opgevat. Veel raadszalen zijn direct na 2002 verbouwd omdat ze plaats moesten bieden aan extra raadsleden. Dat zouden ze niet gedaan hebben als ze wisten dat er een vlekje was dat alsnog gecorrigeerd moest worden. De idee dat er iets gecorrigeerd moest worden is naar voren gekomen uit het rapport van de Commissie Bestuurlijke Coördinatie (Commissie De Grave) uit 2005, Je gaat erover of niet. De indiener beroept zich voor zijn motivatie eigenlijk uitsluitend op dat rapport. Maar dat rapport ging vooral over bestuurlijke drukte en situeerde die drukte vooral tussen de bestuurslagen. Het bouwde voort op de bevindingen van de Commissie-Geelhoed, Op schaal gewogen (2002). Geelhoed constateerde dat bestuurlijke drukte vooral een bovenlokaal fenomeen was. De Commissie Bestuurlijke Coördinatie richtte zich daar met name op en deed inderdaad ook het voorstel voor de ‘dualiseringscorrectie’. Was dit werkelijk een poging de bestuurlijke drukte terug te dringen of was dit een op zichzelf staand reductievoorstel? In elk geval zou ik de indiener willen vragen toe te lichten wat nu het verband is tussen dit reductievoorstel en de analyse van de zogenaamde bestuurlijke drukte in het rapport van de Commissie De Grave.
Een van de argumenten waar de Commissie De Grave veel werk van maakt had te maken met de groei van de deelraden in grote steden. Nu de deelraden worden opgeheven zou de indiener zich de vraag moeten stellen welk effect zijn voorstel heeft op de gemeenteraden van grote steden. We hebben het verzet daartegen uit Rotterdam al gehoord. Ook zou intussen in rekening moeten worden gebracht dat herindelingsoperaties leiden tot de vermindering van het aantal raadsleden op nationale schaal. Mocht het de indiener of de minister om een bezuinigingsoperatie gaan dan kunnen zij hun zegeningen ook al tellen zonder dit wetsvoorstel. Sinds de invoering van het duale stelsel is het aantal raadsleden met ruim 600 afgenomen (2002: 9778; 2012: 9175). En deze beweging gaat door.
Voorzitter, ik rond af. Dit wetsvoorstel lijkt op een kwantitatieve operatie, maar het gaat in de kern om het functioneren van onze lokale democratie. Het heeft onze fractie verbaasd dat daar met geen woord over wordt gerept. De kernvraag moet zijn bij een voorstel als deze wat er nodig is voor het uitvoeren van taken en bevoegdheden ten dienste van de lokale democratie en van een vitaal openbaar bestuur. Maar die vraag wordt helemaal niet gesteld en dat is eigenlijk wel een kwalijke zaak. Het irriteert dat deze ingrepen in de lokale democratie worden gemotiveerd met argumenten die van een ondraaglijke lichtheid zijn. Minder is niet zomaar meer. En wie dat geloof aanhangt, moet een poging doen anderen van de waarheid daarvan te overtuigen. Nu dat niet gebeurt, blijft de vraag staan welk doel gediend wordt met deze ingrepen. Die vraag leeft niet alleen hier, maar ook lokaal: 80% van de raadsleden wil dat het aantal raadszetels tenminste gelijk blijft en niet wordt verminderd. Over de beperkte vergoedingen die we over hebben voor onze gekozen lokale volksvertegenwoordigers hebben we het nog helemaal niet gehad. Voorzitter, onze gemeentelijke democratie verdient meer en daarom zal mijn fractie dit voorstel niet steunen.
- Labels
- Eerste Kamer
- Roel Kuiper
Nieuwsarchief > 2013 > juli
Geen berichten gevonden