Geen koude sanering pelsdierhouderij
Vandaag heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen dat de pelsdierhouderij in Nederland per 1 januari 2024 verbiedt. De ChristenUnie-fractie heeft voor het verbod gestemd. We vinden dat nertsen zich naar hun geschapen aard niet lenen voor deze vorm van intensieve dierhouderij. Naast dat uitgangspunt heeft de senaatsfractie echter steeds aandacht gevraagd voor de positie van nertsenhouders in geval van een verbod.
Twee jaar geleden (in oktober 2010) hebben we het wetsvoorstel om die reden tegengehouden en aanvullende maatregelen bedongen op het gebied van sloop en pensioengaranties. Eerder is, ook op verzoek van de ChristenUnie, een ruimere overgangstermijn in de wet gezet. Nu de indieners van de wet op al deze punten maatregelen hebben genomen, konden en wilden wij onze steun aan dit wetsvoorstel niet onthouden.
Er is veel te zeggen over dit onderwerp. Ook beseffen wij dat een verbod in de sector met gemengde gevoelens wordt ontvangen. Maar het is niet nu pas voor het eerst dat er over de afbouw van de pelsdierhouderij in Nederland wordt gesproken. In 1999 heeft de Tweede Kamer zich al uitgesproken voor een verbod. In 2008 is het houden van vossen en chinchilla’s verboden. In 2006 is het wetsvoorstel aangeboden waarover dan nu uiteindelijk is gestemd. Al die jaren was duidelijk dat er duidelijke meerderheden in het parlement waren die voor een verbod waren. Voor het houden en doden van nertsen voor hun pels is onvoldoende draagvlak in de Nederlandse samenleving.
De ChristenUnie en haar voorlopers hebben zich altijd kritisch opgesteld ten aanzien van de nertsenhouderij. Ethische bezinning in christelijke kring op dit punt is altijd tamelijk eenduidig geweest. Nertsen zijn geen gewone landbouwhuisdieren, hoe goed er ook voor ze wordt gezorgd. In het wild leven ze in uitgestrekte gebieden en bovendien solitair. Het zijn roofdieren die moeilijk te domesticeren zijn. Een recente SGP-publicatie acht het domesticeren van nertsen zelfs in strijd met de scheppingsorde. Ook is er de vraag of het massaal fokken en doden van dieren ter wille van de productie van (vervangbaar) bont, zich ten diepste verdraagt met een goed beheer van de schepping. Het gaat hier om miljoenen dieren die onderdeel zijn geworden van een grootschalig productieproces.
Deze discussies zijn de agrarisch ondernemers in de sector ook bekend. In elk geval weten zij al jaren dat er een verbod op komst is. De laatste jaren is de sector nog fors gegroeid, ook al kon worden voorzien dat er het nodige ging veranderen. De prijs van pels is de afgelopen jaren verder gestegen en er is een (internationale) markt waarvoor geproduceerd kan worden. Ook in de overgangsperiode zal de nertsenhouderij rendabel blijven. Daarom is een compensatie in tijd in combinatie met de extra maatregelen nu voldoende, ook al is het voor betrokken boeren moeilijk afscheid te nemen van wat ze in deze sector hebben opgebouwd. Daarvoor hebben we alle begrip! Een deel van de betrokken ondernemers moet een weg vinden om op andere activiteiten over te schakelen.
De ChristenUnie heeft altijd een open oog gehad voor de ondernemers in deze sector die op termijn zouden moeten afbouwen. Er is in alle bijdragen in Tweede en Eerste Kamer steeds voor hen opgekomen. Er komt geen warme sanering - dat zou onbetaalbaar zijn en in strijd met het ondernemersrisico - maar ook beslist geen koude sanering! De ruim 150 bedrijven zijn samen goed voor meer dan 300 miljoen euro omzet en maken bedrijfswinsten die oplopen tot 500.000 euro per bedrijf per jaar. In deze omstandigheden moet het goed mogelijk zijn om in tien jaar terug te verdienen wat men nu heeft geïnvesteerd.
Het argument dat de pelsproductie zich naar het buitenland gaat verplaatsen is voor onze fractie geen reden geweest om hier af te zien van een verbod. Integendeel, er is ook internationaal een beweging die deze vorm van bio-industrie niet meer wil. Er zijn Europese landen met een verbod en Europese landen die de pelsdierhouderij praktisch onmogelijk maken. In die rij van landen voegt Nederland zich nu en dat is een veelbetekenend signaal.
We beseffen ons dat dit verbod op termijn een einde maakt aan een sector waarin voor de Nederlandse economie goed verdiend wordt. Maar dit gegeven gaf niet de doorslag. Al ons spreken over rentmeesterschap en een duurzame landbouw zou niets waard zijn als we deze principes niet in praktijk zouden brengen. Onze principiële opvattingen over dierenwelzijn zijn van groot gewicht geweest bij onze eindafweging. Derhalve steunen we nu dit wetsvoorstel.
Heeft u vragen of opmerkingen? We horen graag van u via christenunie@eerstekamer.nl
- Labels
- Eerste Kamer
- Roel Kuiper
Nieuwsarchief > 2012 > december
Geen berichten gevonden
Schrijf een reactie via Facebook