Segers zei tijdens het debat over de voorgestelde wijziging van het burgerlijk wetboek: “Voor de ChristenUnie-fractie is de toegenomen complexiteit geen winst, maar ik erken dat dit wetsvoorstel poogt om vanuit het recht met de nieuwe situatie om te gaan. Bij veruit de meeste ouderparen is er geen reden te twijfelen aan het vaderschap van de juridische vader. De meeste kinderen worden opgevoed door hun biologische vader en moeder. De meeste kinderen hoeven zich op latere leeftijd geen ingrijpende vragen te stellen, zoals: waar kom ik eigenlijk vandaan? Of: wie is mijn vader en wie is mijn moeder? Vanuit dit perspectief en met onderstreping van het belang van het kind kijken wij naar dit wetsvoorstel.”

Segers stelde dat het voor de ChristenUnie vooral van belang is dat de hoofdregel van het afstammingsrecht overeind blijft staan. Dus dat de juridische ouders in beginsel de biologische ouders zijn. Dit wetsvoorstel introduceert meer situaties dan nu waarin dat niet het geval is. Eén ding staat dan vast: op veelal latere leeftijd zullen nog meer kinderen dan nu op zoek gaan naar hun ‘ware’ ouders, met alle ongemakkelijke situaties van dien tot gevolg.

Segers bracht daarom in de vorm van een amendement het ‘recht om te weten’ in. Een voor kinderen afdwingbaar recht om via de rechter uit te laten zoeken of een persoon waarvan vermoed kan worden dat hij of zij de biologische ouder is, dat dan ook officieel te laten vaststellen. Dat moet ook mogelijk zijn in gevallen waarin je die wetenschap niet wilt koppelen aan een verandering van het juridisch ouderschap.  

Dinsdag 30 oktober stemt de Tweede Kamer over het wetsvoorstel en het amendement.

Lees het verslag van het debat hier terug  of bekijk het debat terug op http://debatgemist.tweedekamer.nl/Player/?mid=1715