Peter Ester voorstander van versoberen wachtgeldregeling
Op de eerste dag van het nieuwe politieke seizoen debatteerde de Senaat over de versobering van de wachtgeldregeling voor politici. ChristenUnie-senator Peter Ester is daar voorstander van. 'De economische crisis waarin ons land zich bevindt, vraagt offers van iedereen. Politieke ambtsdragers moeten we daar niet van uitzonderen.'
Lees hier de hele bijdrage van Peter Ester aan het debat over wetsvoorstel 33.298: Wet aanpassing uitkeringsduur politieke ambtsdragers Appa.
MdV,
Het Lenteakkoord vraagt veel van de Nederlandse samenleving. Het gaat om 12 miljard Euro aan saldoverbeterende maatregelen, waarvan 8,5 miljard lastenverzwaringen en 3,5 miljard ombuigingen op de overheidsuitgaven. Maatregelen die bedoeld zijn om de Nederlandse economie weer sterker te maken en te voldoen aan onze begrotingsverplichtingen. Bezuinigingen van een dergelijke omvang raken alle burgers. Mijn partij beseft als mede-architect van het Lenteakkoord en de daaruit voortvloeiende Begroting 2013, de impact van de bezuinigingen op de samenleving ten volle.
Juist omdat er veel van alle Nederlanders gevraagd wordt, is het belangrijk dat ook politici zelf een herkenbare bijdrage leveren. Daar gaat een duidelijk maatschappelijk signaal van uit. Ook hierin voorziet het Lenteakkoord: de maximumduur van de wachtgeldregeling van politici wordt gelijkgesteld aan de maximum WW-duur. Nu is die duur 4 jaar. Concreet betekent dit dat politieke ambtsdragers recht hebben op een maximale WW-duur van 38 maanden. Het maximum dat voor iedere Nederlandse werknemer geldt.
Mijn fractie acht dit een redelijk, fair en proportioneel voorstel. De economische crisis waarin ons land zich bevindt, vraagt offers van iedereen. Politieke ambtsdragers moeten we daar niet van uitzonderen. Het gaat ook bepaald niet om bestuurders en vertegenwoordigers die we generiek als armlastig zouden kwalificeren. Wij zijn dan ook bepaald niet onder de indruk van argumenten als zou een maatregel als bekorting van de ww-duur het politieke ambt onaantrekkelijk maken en daarmee leiden tot ondervertegenwoordiging van bepaalde bevolkingsgroepen in ons systeem van politieke representatie. Zeker, politieke ambtsdragers kennen geen ontslagbescherming; hun herbenoeming is niet vanzelfsprekend. Zij functioneren immers op basis van de parlementaire vertrouwensregel en niet op basis van een contractuele verbintenis. En dat gegeven is kenmerkend voor wat we “het politieke risico” plegen te noemen. De normale werking van de arbeidsmarkt is hier niet aan de orde. Het arsenaal aan rechtspositionele voorzieningen is derhalve beperkt. Het is niet anders: “it comes with the job”.
Uitgangspunt van mijn fractie is dat bezoldiging nooit de doorslag mag geven in het zoeken of in het niet zoeken van een politiek ambt. En zeker niet de primaire drijfveer. Voor de ChristenUnie is het dienstig zijn aan de Res Publica - gedreven door ons politiek, godsdienstig en cultureel gedachtengoed - de bepalende factor om ons voor publieke functies te engageren.
Wij moeten ons als politici realiseren dat ons ambt niet langer een vanzelfsprekend krediet en aanzien geniet. Sterker, het vertrouwen in de institutionele politiek is ernstig geërodeerd. Ook in dat licht bezien is het gepast dat politici ook zelf de broekriem aanhalen in economisch barre tijden. Het gaat overigens in dit wetsvoorstel om een bezuiningsmaatregel die niet echt diep ingrijpt. Niet de hoogte maar alleen de duur van de wachtgeldregeling wordt gecorrigeerd. De directe financiële consequenties voor politieke ambtsdragers vallen naar het oordeel van mijn fractie binnen alleszins aanvaardbare grenzen.
MdV, ik rond af. Soms komt er in dit Huis een wetsvoorstel voorbij waar je niet lang over hoeft te debatteren. Dit wetsvoorstel is daarvan een voorbeeld. Het ziet er naar uit dat de wet met een ruime meerderheid wordt aangenomen. Een gekwalificeerde meerderheid is sowieso vereist. Gezien het belang van de maatschappelijke signaalwerking van dit wetsvoorstel wil mijn fractie de Minister verzoeken om – uiteraard indien de stemmingsuitslag dat rechtvaardigt – de goedkeuring van deze wet op daadkrachtige wijze naar de samenleving te communiceren. Kan de Minister dit verzoek honoreren?
Het zal duidelijk zijn, MdV, dat mijn fractie dit wetsvoorstel steunt.
- Labels
- Eerste Kamer
- Peter Ester
Nieuwsarchief > 2012 > september
Geen berichten gevonden
Schrijf een reactie via Facebook