Peter Ester: 'Begroting op orde brengen'
Plenaire bijdrage aan het debat over Wetsvoorstel 33 287: Wet Uitvoering Fiscale Maatregelen Begrotingsakkoord 2013
Voorzitter, Ons land staat er financieel-economisch bepaald niet goed voor. Sinds de tweede helft van 2011 bevindt Nederland zich in een recessie. De economische vooruitzichten zijn weinig rooskleurig. Het CBS meldde vorige maand weliswaar dat Nederland uit de recessie zou zijn, maar we hebben echt meer kwartaalpeilingen nodig om deze conclusie te staven. Ten opzichte van vorig jaar is onze economie verder gekrompen. In vergelijking met het eerste kwartaal is de economie wat minder teruggelopen dan voorspeld, hetgeen in belangrijke mate te danken is aan – ironisch genoeg – meer gestegen overheidsuitgaven dan geraamd.
De crisis houdt Nederland in zijn greep. De werkloosheid is boven de 6% gekomen; 100.000 jongeren zijn zonder baan. Het CPB voorziet meer dan 550.000 werklozen volgend jaar. De dekkingsgraad van pensioenfondsen blijft zorgen baren. De hypotheekschuld in Nederland is zeer hoog, ook internationaal gezien, en nam als percentage van het nationaal inkomen toe van 43% in 1995 naar maar liefst105% in 2011. Een op de zes woningbezitters heeft een negatieve overwaarde; dat wil zeggen dat de hypotheekschuld hoger is dan de WOZ-waarde. Het consumentenvertrouwen ontworstelt zich niet aan het dieptepunt. De uitgaven aan zorg en pensioenen zijn de laatste jaren harder gestegen dan voorzien. De zorguitgaven stijgen tussen 2000 en 2015 reëel met 4% per jaar. Ook de zorgsector ontkomt derhalve niet aan bezuinigingen. Zonder maatregelen zullen de zorguitgaven in harde euro’s met 15 miljard stijgen in de periode 2011-2015; ofwel van 60 naar 75 miljard euro. Ook hier zijn moeilijke keuzes te maken. Het gaat om een sector die iedere Nederlander raakt. De AOW uitgaven zullen in de komende jaren ook gestaag toenemen gezien de uittreding van de getalsmatig omvangrijke babyboom generatie.
De overheidsschuld, MdV, is sinds 2008 sterk gestegen en dat alles bij verslechterde groeivooruitzichten. De overheidsschuld zal ook in de komende jaren verder toenemen.
Zonder corrigerend ingrijpen dreigden we eerder dit jaar de 3%-norm voor het EMU-saldo niet te halen. De EMU-schuld zou oplopen tot 75% van het bbp in 2014 en daarna nog toenemen. De Europese schuldencrisis houdt markten en overheden in de klem. Ook in Nederland. Via effecten op de economische groei, maar ook als gevolg van garantiestellingen en steunmaatregelen in het kader van het EFSF en het ESM. De Rekenkamer hield ons vorige maand nog eens pijnlijk voor dat de risico’s voor de overheidsfinanciën in de afgelopen jaren substantieel zijn toegenomen. De overheidsgaranties belopen nu een bedrag van ongeveer 465 miljard Euro; een verdubbeling sinds het uitbreken van de kredietcrisis in 2008.
We betalen, MdV, de rekening voor een te laat en te weinig ingrijpend hervormingsbeleid. Ondanks het feit dat alle seinen op rood stonden, hebben we nagelaten de arbeidsmarkt, de woningmarkt en de zorg drastisch te hervormen. Ook de OECD houdt ons in de Economic Survey van Nederland, zoals die vorige maand gepubliceerd werd, een duidelijke spiegel voor. Zonder hervormingen geraakt Nederland niet uit de crisis.
Dat was de financieel-economische context van het Begrotingsakkoord 2013 dat we vandaag en morgen met elkaar in dit Huis bespreken; althans wat de fiscale implicaties betreft. Het behoeft weinig betoog, MdV, dat dit akkoord op tamelijk unieke wijze tot stand is gekomen. Het stemt mijn fractie tot tevredenheid dat de ChristenUnie hier een bepalende rol in heeft mogen spelen. Het feit dat D66, Groen Links en de ChristenUnie als oppositiepartijen de handen ineen sloegen om samen een begrotingsakkoord te smeden, illustreert dat als het er op aan komt partijen – althans deze – over hun eigen schaduw heen kunnen springen. Deze drie partijen namen hun verantwoordelijkheid en waren bereid hun nek uit te steken. Binnen luttele tijd lag er een akkoord, waar VVD en CDA in een latere fase snel bij konden aansluiten. Dit laat zien dat intelligente samenwerking ook in de huidige Nederlandse politieke cultuur mogelijk blijft. Dat geeft hoop voor de toekomst. De vitaliteit van de Nederlandse politieke verhoudingen is niet ten einde. Op deze wijze werd een Brusselse blamage voorkomen. Er ging een zucht van verlichting door het land. Mensen zagen dat politiek weer iets vermocht. Dat de politiek weer regie durfde te nemen. Dat barre tijden ook partijen bijeen brengen. Je merkte het in je omgeving: politiek deed er weer toe.
Met het Lenteakkoord 2013 ligt een klassiek Nederlands compromis op tafel. Mijn fractie kan daar in generieke zin mee uit de voeten. Zeker, het akkoord vertoont onvermijdelijke sporen van snelheid, met alle risico’s van dien. En niets weerhoudt ons om die in kaart te brengen. We zullen daar de komende twee dagen uitvoerig op ingaan. Ook mijn fractie. Wij zullen op een aantal pijnlijke punten wijzen. Maar we doen dat vanuit de instelling om Nederland gezamenlijk uit het slop te trekken. We moeten het overheidstekort terugdringen. Dat zijn we aan de volgende generatie verplicht.
Het doet deugd, MdV, dat met het Lenteakkoord de 3% norm gehaald wordt. Zij het met de hakken over de sloot. Mijn fractie houdt zich verre van cijferfetisjisme, maar ziet dit toch als een lichtpunt. Er gaat in ieder geval een positief economisch signaal en politieke daadkracht van uit.
De eerste vraag die mijn fractie aan de Staatssecretaris wil stellen, is die naar de samenhang der dingen. Het begrotingsakkoord 2013 haalt veel overhoop. Variërend van een BTW verhoging van twee procent, de nullijn voor de collectieve sector, het niet door laten gaan van de werkbonus, aanpassing van alcohol- en tabaksaccijnzen, geen inflatiecorrectie voor IB/LB, maar ook maatregelen rond vergroening van ons fiscale systeem, om maar een paar fiscale voornemens te noemen. Loopt er vanuit monetair en fiscaal perspectief een duidelijke rode lijn door deze maatregelen of gaat het om het incrementeel bijeenschrapen van bezuinigingsopties? Mijn fractie is benieuwd naar de visie van de Staatssecretaris op dit punt. Ook de Raad van State liet zich, hoewel wat voorzichtig, in deze richting uit.
Het begrotingsakkoord 2013 laat zijn sporen na. 1,8 miljard minder overheidsuitgaven en 9,1 miljard hogere lasten in 2013. Het EMU-saldo verbetert daardoor ex ante met bijna 11 miljard Euro in 2013. De koopkrachtverslechtering volgend jaar wordt gelukkig weer goed gemaakt in de jaren daarna, o.a. door de verlaging van de schijftarieven ter compensatie van de BTW verhoging. Lagere inkomensgroepen worden relatief ontzien. Na 2013 verschuiven de aanpassingen in de richting van ombuigingen. Dat lijkt ons een juiste keuze.
De ChristenUnie-fractie constateert met grote tevredenheid, MdV, dat de bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking worden teruggedraaid. Voor mijn fractie is dit een wezenlijk punt dat voor ons met elementaire noties van rechtvaardigheid en solidariteit te maken heeft.
Wij stellen ook met tevredenheid vast dat bij milieu en onderwijs sprake is van netto intensiveringen. Wij juichen de vergroening van ons fiscaal stelsel toe. Dat werd eerlijk gezegd ook wel tijd. Kan de Staatssecretaris inzicht gegeven in hoe de milieuopbrengsten worden geraamd van de vergroeningsmaatregelen? Wordt er op dit punt ook een verbinding gelegd met de drie fiscale innovatinstrumenten, te weten de WBSO, de RDA en de Innovatiebox?
Onmiskenbaar is dat macro-economisch gezien de Nederlander letterlijk en figuurlijk een prijs moet betalen. De gevolgen voor de consumptie van huishoudens zullen merkbaar zijn; een afname van de groei met 0,4%-punt per jaar. De BTW-verhoging van 19 naar 21% - èèn van de snelste manieren voor de overheid om haar inkomsten te vermeerderen - is hier vooral debat aan. De BTW-verhoging is goed voor eenderde van de saldoverbeterende maatregelen in 2013. Ik wil de minister specifiek op dit punt vragen of er in zijn visie een maximum BTW-percentage is dat de overheid kan heffen, ook in het huidige economische tijdsgewricht of dat hij een verdere verhoging voorstelbaar acht? Wij denken dan zeker ook aan de gevolgen voor het MKB. Mijn fractie is benieuwd naar zijn visie hieromtrent. Specifiek wat het MKB betreft de vraag of hij specifieke uitvoeringsproblemen voor het MKB verwacht rond de BTW-verhoging die al per 1 oktober a.s. in werking treedt en of hij wat dit betreft met de sector in gesprek is.
Wij kunnen, MdV, ons goed vinden in het beperken van de fiscale aftrekbaarheid voor nieuwe hypotheken en het verhogen van de AOW-leeftijd. Dat zal geen verbazing wekken. Beide maatregelen zijn kernpunten voor de ChristenUnie. Wij hopen zeer dat het akkoord rond beide kwesties een opmaat is voor het ontwikkelen van een integrale visie op de Nederlandse woningmarkt en de vergrijzing. Wij hebben in dit Huis meerdere keren met de Staatssecretaris van gedachten gewisseld over de woningmarkt en de noodzaak van een duurzaam stelsel van hypotheekrenteaftrek. Een debat dat we overigens nog niet goed hebben afgerond. De motie-Kuiper is nog niet verzilverd. Ik zou in dit licht de Staatssecretaris willen vragen of hij dit akkoord - inclusief de verlaging van de overdrachtbelasting - daarvoor als een bestendige stap ziet. Wij zien overigens met belangstelling de nadere fiscale uitwerking van het nieuwe hypotheekstelsel in het Belastingplan 2013 tegemoet. Het is bepaald jammer dat deze uitwerking niet nu voorligt.
Mijn fractie, MdV, heeft er meermalen op gewezen dat het verhogen van de AOW leeftijd impliceert dat we werknemers langer vitaal moeten houden. Dit zijn twee communicerende vaten. We betreuren het dan ook dat het vitaliteitspakket wordt versoberd. De werkbonus wordt niet ingevoerd; de mobiliteitsbonus wordt bevroren. We bespreken dat vandaag en morgen ook met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hoe ziet de Staatssecretaris de relatie tussen verhoging van de AOW-leeftijd en de versobering van het vitaliteitspakket? Is hij niet beducht voor tegengestelde effecten?
Het belasten van de reiskostenvergoeding – de zogeheten forenzentaks - houdt de gemoederen danig bezig. Partijen lijken zich te heroriënteren. De naderende verkiezingen zullen daar niet vreemd aan zijn. Mijn fractie beperkt zich in dit stadium tot het adresseren van een spanningsveld. Wij geven dit mee voor wat het waard is. Ook dit kabinet heeft telkenmale moeten constateren dat zowel de arbeidsmarkt als de woningmarkt op slot zit. Veel mensen zijn dan ook gedwongen langere woon-werkafstanden te accepteren. Er is vaak geen keuze. Mijn fractie wil de Staatssecretaris meegeven dit dilemma mee te wegen in zijn nadere fiscale uitwerking van de beoogde afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding in het Belastingplan 2013. Wij willen hem ook meegeven de effecten op de arbeidsparticipatie te laten doorrekenen. Kan hij dit toezeggen? Misschien is een deel van de oplossing van het dilemma om thuiswerken ruimhartiger fiscaal te faciliteren. In ieder geval willen wij de Staatssecretaris verzoeken een goede overgangsregeling te ontwerpen gezien het ingrijpende karakter van de beoogde afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding. Kan de Staatssecretaris ook dit verzoek honoreren? De notitie die de Staatssecretaris ons separaat deed toekomen, stelt hier niet geheel gerust. Blijkens de notitie zal 15 mei 2012 de datum zijn waarbij de overgangsregeling zal aansluiten. Bijvoorbeeld wat betreft een OV-abonnement. Is die cesuur niet erg vroeg? Juist gezien de nadere uitwerking van de regeling eerst in het Belastingplan 2013?
De tijdelijke crisisheffing (van 30% naar 75%) op hogere inkomens boven de 150.000 Euro en het extra belasten van excessieve vertrekbonussen hebben de instemming van mijn fractie. Van iedereen mag een bijdrage worden verwacht om de crisis te bestrijden. Zeker ook van de hoogste inkomens in ons land. De Staatssecretaris raamt de belastinginkomsten op 500 miljoen Euro. Mijn fractie zou graag de onderliggende rekensom zien om het realiteitsgehalte ervan te bepalen. Een vertrekbonus kan overigens velerlei vormen aannemen, waaronder een aandelenbonus of een storting in het pensioenfonds. Ook kan, via een “side letter”, een cash bonus een aantal jaren later worden uitgekeerd. Kunnen al deze varianten op vertrekpremies in afdoende mate worden afgedekt, zo wil ik de Staatssecretaris vragen. Is potentieel ontwijkgedrag afdoende geblokkeerd? Is de aanduiding “excessief” operationeel genoeg voor uw Belastingdienst? Graag een reactie van de Staatssecretaris.
Dan, MdV, nog de aftrekbeperking voor deelnemingsrente. Deze renteaftrek is een belangrijk element van de vennootschapsbelasting en in de ogen van vele stakeholders essentieel voor het Nederlandse fiscale vestigingsklimaat. Deze stakeholders hebben zich de afgelopen weken dan ook in ruime mate laten horen over de voorgestelde aftrekbeperking. Ook de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs mengde zich in het debat en wees op grote technische complexiteit van het voorstel en te verwachten uitvoeringsproblemen. Het vroeg zelfs om een apart wetsvoorstel rond de aanpassing van de deelnemingsrente. Graag hoort mijn fractie hoe de Staatssecretaris zich verhoudt tot de ontstane reuring. Daaraan gekoppeld de vraag of er enig zicht is op de vermoedelijke effecten van de aftrekbeperking op het vestigingsklimaat. Ziet de Staatssecretaris dit als een serieus probleem? De geschatte opbrengst van de maatregel is 150 miljoen Euro; maar wat zijn de kosten in termen van een mogelijk verslechterend vestigingsklimaat?
Vervolgens, MdV, een opmerking bij de aanpassing btw-vrijstelling medische diensten. Een aanpassing die 65 miljoen in het laatje moet brengen. Het BIG-register – de beroepencatalogus in de individuele gezondheidszorg - functioneert daarbij als beoordelingskader. Dit om het therapeutische kaf van het koren te scheiden. Tussen reguliere en alternatieve behandelingen. Mijn fractie begrijpt de insteek. Wij wijzen er wel op dat deze scheidslijn niet altijd evident is. Zo heeft, ik geef maar een voorbeeld, de cognitieve gedragstherapie een goede wetenschappelijke reputatie. Maar nog niet alle cognitief gedragstherapeuten - waarvan velen in de reguliere gezondheidszorg werkzaam zijn - zijn BIG-geregistreerd. Hierdoor ontstaat een grijs tussengebied. Mijn fractie begrijpt dat VWS nader onderzoek doet naar deze scheidslijn. Kan de Staatssecretaris ons informeren wat het doorslaggevende criterium is dat gehanteerd gaat worden om te bepalen aan welke kant van de scheidslijn een medische dienst ingedeeld gaat worden? Is dat opleidingsvereiste, effectiviteit van de therapie of certificering? Voor de betreffende beroepsgroep en hun patiënten is dat essentiële informatie.
MdV, een laatste punt. Het Begrotingsakkoord treft een veelheid van maatregelen, vaak ook rond complexe kwesties. Kan de Staatssecretaris de Senaat informeren hoe hij het fiscale uitvoeringstraject beoordeelt? Bij welke maatregelen zitten in zijn vaststelling de grootste implementatierisico’s? Aan sommige van deze maatregelen kleeft veel administratieve rompslomp. Dat geldt zeker voor de BTW-verhoging per 1 oktober a.s. Heeft de Staatssecretaris een risico-analyse gemaakt en zo ja wat zijn de belangrijkste bevindingen? Wij denken dan vooralook aan het MKB.
MdV, ik sluit af. Mijn fractie realiseert zich zeer wel dat het Begrotingsakkoord 2013 vooral een bezuinigingsdoelstelling heeft. Wij begrijpen en delen deze inzet. Een land heeft nu eenmaal een begroting nodig. Een eis die ook Brussel stelt. We hebben een aantal vragen gesteld, sommigen van fundamentele aard. Wij beseffen ook dat twee belangrijke maatregelen, te weten het belasten van de woon-werkvergoeding en de aftrek van hypotheekrente, in het Belastingplan 2013 nader zullen worden geoperationaliseerd.
Mijn fractie ziet uit naar de beantwoording van deze vragen door de Staatssecretaris. Daarna zullen wij de balans opmaken.
- Labels
- Eerste Kamer
- Peter Ester
Nieuwsarchief > 2012 > juli
Geen berichten gevonden