Opinie ChristenUnie in ND: Meer hulp voor hetzelfde geld
Bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking is lekker makkelijk. Het Malieveld of het Binnenhof stroomt toch niet vol met protesterende Afrikanen. Maar we mogen niet de rekening van de financiële crisis eenzijdig bij de allerarmsten in de wereld neerleggen. Zij zouden extra hard getroffen worden, terwijl ze deze crisis niet hebben veroorzaakt.
Als partijen als de VVD en de PVV zich al niet aangesproken voelen door Bijbelse noties als ‘rechtdoen aan de armen’, laten zij zich dan wel realiseren dat het verdere isoleren van ontwikkelingslanden deze landen alleen maar instabieler maakt. Ook vergroot het de kans op terrorisme, piraterij en toenemende migratie naar het Westen. De rekening hiervoor zal uiteindelijk veel hoger zijn dan wat duurzame ontwikkelingssamenwerking ons nu kost.
Ik ben wel een voorstander van een discussie over hoe het budget voor ontwikkelingshulp beter en effectiever besteed kan worden. Wat kan er anders?
1. Zet in op conflictbemiddeling. Terwijl in Sub-Sahara Afrika 42% van de kinderen onder de vijf jaar ondervoed is, verspillen veel ontwikkelingslanden het broodnodige aan wapens. Ethiopië vraagt bijvoorbeeld 400 miljoen dollar (nov. 2011) aan de internationale gemeenschap om 4,5 miljoen mensen te voeden die dreigen te sterven van de honger, maar gaf volgens de SIPRI-database van militaire uitgaven in 2009 ook jaarlijks 400 miljoen dollar uit aan defensie, omdat het betrokken is bij de oorlog in Somalië en een grensconflict heeft met Eritrea. Dergelijke landen zouden een groot deel van de eigen bevolking kunnen voeden als conflicten worden aangepakt en opgelost. De internationale gemeenschap kan geld uitsparen als nog veel meer dan nu ingezet wordt op conflictpreventie, -bemiddeling en –oplossing te komen.
2. Geef geen begrotingssteun meer. De Europese Unie geeft vele miljoenen euro’s aan begrotingssteun uit aan corrupte regimes. Nederland is voor een deel gestopt met hulp aan deze landen, maar betaalt er via de EU wel indirect aan mee. Een grote verspilling van ons belastinggeld. Corruptiebestrijding en de opbouw van een rechtstaat zijn immers noodzakelijke voorwaarden voor sociale en economische ontwikkeling. Overheidssteun moet alleen gegeven worden via sectorale steun, bijvoorbeeld aan het justitiële systeem (rechtszekerheid).En zelfs dan is het te overwegen dit in de vorm van een renteloze lening te doen, zodat de overheden zeer zorgvuldig met ons belastinggeld omgaan. Kortom, geen blanco cheques meer. Investeer liever in lokale particuliere initiatieven: die zijn veel effectiever en de resultaten zijn beter meetbaar.
3. Investeer in landbouw. Tweederde van de Afrikaanse bevolking leeft van de landbouw. Nederland heeft enorm veel kennis en een meerwaarde ten opzichte van andere donoren, onder meer door onze landbouwuniversiteit in Wageningen. Door bijvoorbeeld kleine boeren te helpen, kwaliteit van voedsel te verbeteren en de toegang tot (lokale) markten te vergroten, kan de voedselproductie in ontwikkelingslanden op een hoger niveau gebracht worden en kunnen reserves opgebouwd worden voor de droogteperiode (Jozef-economie). Indien nodig dient de wetgeving te worden aangepast zodat vrouwen grond en geld mogen bezitten, contracten af mogen sluiten en leningen aan mogen gaan. Als mensen zelf in staat zijn om een inkomen te verwerven, zijn ze ook in staat om medicijnen te kopen, waterpompen te laten repareren en hun kinderen naar school te laten gaan. Het stimuleren en verbeteren van de landbouw, zal de armoede sterk doen verminderen.
4. Investeer in beroepsopleidingen. Onderwijs en zorg (overheidstaken) dienen ontwikkelingslanden in eerste instantie met eigen geïnd belastinggeld te betalen. Het westen kan deze landen echter wel bijstaan in het bereiken van achtergestelde groepen, zoals kinderen die nu nog niet naar school gaan vanwege kinderarbeid of een handicap. Bovendien kan Nederland landen ondersteunen vervolg- en beroepsopleidingen verder te ontwikkelen.
5. Help een sociaal zekerheids(vangnet)systeem op te bouwen. Door middel van bijvoorbeeld collectieve zorgverzekeringen en een wezenuitkering kunnen kwetsbare groepen een minimum bestaansniveau krijgen. Er is berekend dat dit al mogelijk is met 1% van de nationale bestedingen. Er zijn al Afrikaanse initiatieven zoals de Social Protection Programs die dit nastreven. Dit zijn duurzame programma’s, omdat de overheid hier uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor is en de lange termijn betaalbaarheid wordt gegarandeerd.
6. Pak armoedebestrijding breder aan dan alleen door ontwikkelingshulp. De geldstroom van ontwikkelingshulp is maar een relatief beperkt deel van de internationale geldstromen. De bedragen die omgaan in internationale handel en grensoverschrijdende investeringen vormen veel omvangrijker geldstromen.
Als we inzetten op deze zes prioriteiten ben ik ervan overtuigd dat de internationale gemeenschap over 20 jaar geen ontwikkelingshulp meer hoeft te geven. Dat betekent echter niet dat er minder geld nodig is voor armoedebestrijding. De 0,7% norm van ons Bruto Nationaal Product is hard nodig om deze prioriteiten vorm te geven en de millenniumdoelen in 2015 te halen. Ik roep dan ook het CDA op in het Catshuis om deze norm in stand te houden. We moeten onze Afrikaanse broeders en zusters ook in de toekomst in de ogen kunnen kijken. Ik hoop en bid dat bezuinigen op ontwikkelingshulp niet de inzet van de onderhandelingen zal zijn. Wij kennen immers geen derde wereld, maar leven in één wereld.
Joël Voordewind, Tweede Kamerlid ChristenUnie
(Nederlands Dagblad, vrijdag 30 maart 2012)
Nieuwsarchief > 2012 > maart
Geen berichten gevonden