Peter Ester: "Degelijk jeugd- en gezinsbeleid is een must"
Bijdrage van ChristenUnie-senator Peter Ester aan het plenaire debat op 6 december over wetsvoorstel 32798: Wet Wijziging Wet Kindgebonden Budget
MdV
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling maar ook met zorg kennis genomen van de wijziging van de Wet op het Kindgebonden Budget. Mijn partij hecht zeer aan het ook financieel ondersteunen van gezinnen om er voor te zorgen dat de jongste generatie Nederlanders opgroeit in een stabiele en beschermde omgeving. Dat geldt zeker ook voor kinderen die deel uit maken van financieel kwetsbare gezinnen. De jongste generatie groeit meer dan ooit op in een complexe en onzekere wereld waarin sociale, economische en technologische ontwikkelingen elkaar in snel tempo afwisselen. Het gaat om het investeren in een generatie die bepalend zal zijn voor het Nederland van de 21e eeuw. Sterke gezinnen, jongeren die leren zich te hechten, oog te hebben voor de ander, te participeren aan de goede samenleving en solidaire en verantwoordelijke burgers te worden, zijn van groot belang voor sociale cohesie en sociale binding. Degelijk jeugd- en gezinsbeleid is voor de ChristenUnie een absolute must.
Investeren in jonge talenten is essentieel om een vitale samenleving te realiseren en te behouden. Investeren in kinderen is nodig om Nederland van een toekomstbestendige basis te voorzien. Daarmee is het ook welbegrepen eigen belang van oudere generaties om jongere generaties in hun groei naar volwassenheid stevig te ondersteunen. Sociaal, opvoedkundig, maar ook financieel. En daar hebben wij het vandaag over.
Gezien het bredere maatschappelijke belang van het kindgebonden budget als investering in de jongste generatie Nederlanders is het een slechte zaak dat de regering de herziening in hoog tempo door het parlement wil loodsen met als consequentie dat we het wetsvoorstel in één zitting moeten behandelen én er over moeten stemmen. Dit, MdV, verdient geen schoonheidsprijs. Het aantal spoedeisende wetsvoorstellen waarbij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid leading is en dat in zeer korte termijn - nog voor het einde van dit kalenderjaar – behandeld moet worden, neemt wel zeer grote proporties aan. Dit vraagt veel van dit huis en zeker van de kleinere fracties. Maar de hoge snelheid vraagt ook veel van de uitvoeringsinstanties, met name de Belastingdienst. Het gaat volgens de brief van de minister van 18 november jl. om maar liefst 7 miljoen huishoudens die een beschikking krijgen rond alle toeslagen – waaronder het kindgebonden budget – waarop men in 2012 recht heeft. Hoe denkt de regering erin te slagen de beoogde wijzigingen op tijd te communiceren naar de Nederlandse burger? Komen de grenzen van zorgvuldigheid hier niet in zicht?
MdV, Nederland kent op dit moment een toch wat verwarrende hoeveelheid kindregelingen. Ik noem de Aftrek levensonderhoud kinderen, de Alleenstaande-ouderkorting, Inkomensafhankelijke combinatiekortingen, Weekenduitgaven voor gehandicapten, Schrappen uitzonderingen uitkeerbaarheid algemene heffingkortingen en de Kindertoeslag heffingvrije vermogen in box 3.
Dit alles vraagt om visie hoe deze regelingen zich tot elkaar verhouden en vooral hoe een duurzaam kindgebonden budget er uit moet zien. Rond de zomer van dit jaar heeft de regering een visie beloofd over de samenhang in kindregelingen. Dit ook als opmaat tot vereenvoudiging en stroomlijning. Deze visie heeft dit huis nog niet bereikt. De laatste berichten in de Memorie van Antwoord zijn dat deze visie en de verdere plannen rond de jaarwisseling verwacht mogen worden. Dit is het zoveelste dossier, MdV, waarin de regering een voorschot neemt op een te voeren debat zonder dat we de aangekondigde visie zelf ter beschikking hebben. Dat vraagt erg veel van de rekbaarheid van de Senaat. Deze gang van zaken roept om problemen rond uitvoerbaarheid en maatschappelijke acceptatie, zeker waar het wetsvoorstellen betreft die per 1 januari a.s. ingang moeten vinden.
Dit alles betekent, MdV, dat wat mijn fractie betreft er grote terughoudendheid is rond het onderhavige voorstel. Het gaat om een forse ingreep in de kindregelingen: het aanpassen van de hoogte van het kindgebonden budget, het niet-indexeren van het budget tussen nu en 2016, de introductie van een vermogenstoets in het kindgebonden budget vanaf 2013 en het verlagen van de kinderbijslag. De regering begroot de opbrengst van de ingreep op 200 miljoen Euro in 2012, oplopend tot 250 miljoen in 2015. De verrekeningswijze die de belastingdienst hanteert, betekent dat de nieuwe bedragen als beschikking per medio december dienen te worden aangekondigd. Dat betekent dat de brieven zo ongeveer morgen de deur uit moeten. ICT vermag veel, maar dit alles vergt wel zeer veel. Kan de regering garanties bieden dat de kindgebonden toeslagentransities soepel zullen verlopen? Zijn er waarborgen ingebouwd en zo ja, welke?
Ik sluit af, MdV. Mijn fractie mist vooral visie op de samenhang van kindregelingen. Wij vragen de regering dan ook met klem wanneer we een integrale visie van het kabinet mogen verwachten rond een bestendig en transparant systeem van kindregelingen. Dat gaat dus verder dan een stroomlijning van bestaande regelingen. De Memorie van Antwoord is op dit cruciale punt echt te vaag. Voor mijn fractie is een integrale en samenhangende visie op kindregelingen van het kabinet wezenlijk om bezuinigingen op afzonderlijke kindregelingen als het kindgebonden budget te kunnen beoordelen en wegen. Nu is dat niet het geval.
- Labels
- Eerste Kamer
- Peter Ester
Nieuwsarchief > 2011 > december
Geen berichten gevonden