Slob was in de voorlaatste week van het Kamerreces enkele uren te gast bij het Zeekadetkorps Alkmaar, dat met z'n historische korpsschip de Bulgia van Den Oever naar Den Helder pendelde. Nederland telt negentien zeekadetkorpsen (www.zkk.nl) met totaal zo'n zeshonderd leden. Landelijk voorzitter Schout bij Nacht bd J.G.A. Brandt legde uit dat de relevantie van de zeekadetten voor de nautische sector groot is. Zowel bij de Koninklijke Marine - Brandts vroegere werkgever - als op de Nederlandse koopvaardijvloot monsteren veel jonge mensen aan die de zee hebben leren kennen bij een zeekadetkorps. ,,Ze hebben daar geroken aan het leven op zee. Ze hebben bijvoorbeeld ook ervaren wat het is om lange tijd samen te zijn in een kleine ruimte, zonder vluchtwegen om elkaar even te ontlopen na een conflict.'' Het korpsschip van ZKK Alkmaar, een voormalig marineschip uit 1953, is wat dat betreft een harde leerschool: weinig comfort en ouderwets kleine kooien aan boord.
Als onderwijsspecialist (en voormalig leerkracht) kostte het Arie Slob weinig moeite om zich voor te stellen wat het rendement is van een vrijwilligersclub als de zeekadetten: ,,Veel sectoren zitten verlegen om jonge, enthousiaste krachten. Er zijn grootse campagnes nodig om op de lange duur te voorzien in de personeelsbehoefte van sommige beroepen. De zeevaart - of het nu de Koninklijke Marine of de koopvaardij is - is niet een bestaan waarvoor je zonder aarzelen kiest. Dan is het natuurlijk prachtig dat een zeekadetkorps op ontspannende manier jongeren laat kennismaken met het leven op zee. Wie wel eens met z'n korpsschip naar Engeland op en neer gevaren is, kan zich tenminste een beetje een voorstelling maken van een nautisch beroep.''