Wen nu maar eens aan een christen
Een jaar nadat ChristenUnie-leider André Rouvoet vicepremier werd, komt pornofilm ‘Deep Throat’ op tv. Is het toeval? Dertien jaar zat André Rouvoet (46) in de Tweede Kamer en werden bijna al zijn plannen weggewuifd. Toen kwam hij opeens in de regering. Hij werd zelfs de winnaar van de formatie genoemd, koesterde zijn successen. Een generaal pardon voor asielzoekers, voor het eerst een minister voor Jeugd en Gezin en zelfs een breuk(je) in het abortusbeleid.
Maar al snel barstte de kritiek los. Bakken vol kreeg Rouvoet over zich heen. Zoveel dat hij er nu nog steeds verbaasd over is. ‘Iedere politicus wil toch een meerderheid krijgen voor zijn ideeën? Waarom zouden christenen niet mogen wat anderen wel mogen?’
Nou, omdat de vrees bestaat dat u uw eigen normen en waarden wil opleggen aan anderen? Daar zit niet iedereen op te wachten.
‘Een heerlijke discussie is dat toch. Ik vraag me af waarom mensen daar niet bang voor zijn als een VVD’er roept dat je hoofddoekjes of boerka’s moet verbieden. Dan leg je toch je eigen normen en waarden op? Of vergis ik me daarin? Politici streven ernaar het beleid te beïnvloeden, vanuit hun visie op de samenleving. Dat is de essentie van democratie. Voor een christenpoliticus is dat niet anders dan voor een liberaal of een sociaaldemocraat.’
Waarom wordt er dan juist zo geprikkeld op u gereageerd?
‘Dat is heel curieus. We zijn een kleine partij en zaten tot vorig jaar niet in de regering, maar vreemd genoeg is er altijd angst dat wij onze normen en waarden op willen leggen aan de rest van de samenleving. Als de ChristenUnie de meerderheid zou hebben, dan blijven de grondrechten zoals ze zijn. Zou er iets veranderen? Ja, natuurlijk. Maar we zouden het ook echt wel merken als de SP, de VVD of de PVV de meerderheid krijgt.’
‘Ik moet er niet aan denken dat die partijen een meerderheid krijgen, dat zou onvrijheid voor grote delen van de bevolking betekenen. Het gekke is alleen dat er bij een uitgesproken christelijke partij als de ChristenUnie altijd een probleem van wordt gemaakt.’
Rouvoet maakte het zichzelf ook bepaald niet gemakkelijk. Per se wilde hij minister voor Jeugd en Gezin worden. Een lang gekoesterde wens van zijn partij kwam in vervulling. Maar als eerste gezinsminister moet Rouvoet ook pionieren, uitvinden wat zo’n minister eigenlijk doet. De vicepremier is er zelf ook nog niet helemaal uit. We proberen hem zijn visie op het Nederlandse gezin te ontlokken, maar op veel vragen antwoordt hij dat hij ‘nog inventariseert’, ‘nadenkt over specifieke instrumenten’ en ‘zoekt naar aanknopingspunten voor beleid’. En eerst wil hij nog veel meer praten met jongeren zelf.
‘In de grote steden zorgen met name Marokkanen voor problemen, daarom wil ik eerst hun jeugdcultuur leren kennen. Ik wil weten wie hun helden zijn, hun leefpatroon, pas dan kun je ook zinnig beleid bedenken. En dat wil ik ook weten van de jeugd in Barneveld en Staphorst. Daar heb ik te maken met reformatorische jongeren die zich te buiten gaan in zuipketen. Die keten zitten vol met gewone Hollandse jongens.’
Grote onbeantwoorde vraag is: waar mag hij zich mee bemoeien en waarmee juist niet? Als Rouvoet te weinig doet, krijgt hij kritiek dat hij niet slagvaardig is. Als hij te veel doet, klinkt het: waar bemoeit die moraalridder zich eigenlijk mee? Afgelopen zomer kreeg de christelijke voorman een storm van kritiek over zich heen toen hij bekendmaakte dat hij van álle kinderen tot vier jaar een risicoanalyse wilde maken, die zou worden opgenomen in het inmiddels beruchte Elektronisch Kinddossier. Daarin zouden niet alleen gegevens over het kind zelf, maar ook over de ouders moeten komen.
Hij noemde risico’s als langdurig werkloos zijn, eenoudergezinnen, inkomensproblemen en drankmisbruik. De maatregelen zouden nodig zijn om in de toekomst drama’s als met het Maasmeisje te voorkomen, maar roepen ook de vraag op of de overheid niet te veel wil weten en niet veel hooi op haar vork neemt.
De jeugdzorg piept en kraakt toch al. Wilt u niet te veel?
‘Als het gaat om kindermishandeling, kun je niet ambitieus genoeg zijn. Ik kan slapeloze nachten hebben van de cijfers. We dachten altijd dat er per jaar ongeveer vijftigduizend gevallen waren. Dat blijken er véél meer: 107.000 tot 160.000. Als je eigen huis niet meer veilig is, dan is er echt wat mis in dit land. Dat is voor minstens driehonderd kinderen per dag het geval. Daar ga ik niet in berusten. Maar als je me vraagt: als ik als minister weg ben, is er dan geen kindermishandeling meer? Ik wou dat het waar was, maar niemand kan dat waarmaken. We zien dat de overheidsarm ook maar weer beperkt is.’
Maar ondertussen rekt u wel de grenzen op. U wilt achter de voordeur. Waar ligt uw grens?
‘Wat de overheid moet doen, is ten diepste altijd ongerechtigheid tegengaan, dat staat ook voor mij als christenpoliticus centraal. De overheid is er om de publieke gerechtigheid te dienen. Dat betekent: kindermishandeling tegengegaan met álle instrumenten die we hebben.’
‘Natuurlijk heeft Rouvoet niks achter de voordeur te zoeken. Opvoeden is een zaak van de ouders zelf. Tenzij het kind in gevaar komt. Dan heeft de overheid niet alleen het recht maar ook de plicht om in te grijpen. Als het kind het slachtoffer dreigt te worden, ja, dan grijpen we in, hoe eerder, hoe liever.’
‘Het beeld bestaat misschien dat ik graag wil ingrijpen, maar ik hou juist de boot wat af. De Kamer vraagt juist om meer verplichte opvoedingsondersteuning. Ik ben daar behoorlijk gereserveerd in. Ik wil een principieel debat over wanneer er mag worden ingegrepen door de overheid.’
‘De problematiek in de grote steden is reëel. Maar ik pieker er niet over om burgemeesters zomaar de bevoegdheid te geven om kinderen onder toezicht te plaatsen. Daar kan alleen de rechter over beslissen.’
Houdt u de boot af om niet als moraalridder te worden bestempeld?
‘Nee, ik kan wel lachen om sommige cartoons, zoals die waarin ouders naar hun kinderen roepen: ‘Is het nou stil of moet ik Rouvoet roepen?’ Maar het heeft weinig met de werkelijkheid te maken. Je leest soms de grootst mogelijke onzin. Over het Elektronisch Kinddossier bestaat het schrikbeeld dat de overheid vanaf de geboorte alle informatie beschikbaar stelt aan de minister himself. Onzin natuurlijk, alleen die hulpverleners die de informatie echt nodig hebben, kunnen erbij. Maar dat schrikbeeld is wijdverspreid. Zelfs Eerste Kamerleden denken dat dit gaat gebeuren. Volstrekte flauwekul!’
Rouvoet, zegt hij zelf, is niet iemand die zich laat leiden door ergernissen. Maar hij ergert zich wel. Aan de hardnekkige beelden, de foute beelden. Aan de clichés, die veel te gemakkelijk worden overgenomen. Maar, vragen we, heeft de ChristenUnie het misschien ook een beetje aan zichzelf te danken? Het is toch gewoon zo dat de partij vaak een mening heeft over bijvoorbeeld programma’s of films. Andere partijen zwijgen, de ChristenUnie heeft zijn morele oordeel al klaar.
Laatst nog wilde u onderzoeken of de uitzending van Deep Throat kon worden verboden. Dan kunt u toch reactie verwachten?
‘Nou doen jullie het ook!’
Rouvoet slaakt een diepe zucht.
‘Ik verbaas me erover dat verkeerde berichten zomaar worden overgenomen. Het is zo gemakzuchtig. Soms amusant, veel vaker ronduit ergerlijk dat de grootst mogelijk onzin wordt nagepraat. Waar hebben jullie me horen zeggen dat ik die film zou willen verbieden? Eén journalist maakt het ervan en alle andere journalisten nemen het over. Ik heb het woord verbod nooit in de mond genomen.’
Maar u deed wel een moreel appel om de film niet uit te zenden.
‘Er is mij gevraagd: doet u wel een moreel appel? Toen heb ik gezegd: het is altijd goed om mensen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te wijzen. Dat doet Wouter Bos toch ook met de topinkomens? Is dat gek? Natuurlijk niet. Plasterk zei nog voordat De Grote Donorshow vorig jaar werd uitgezonden dat hij de opzet onethisch en ongepast vond. Heb ik daar toen moeilijk over gedaan? Zeker niet. Je mag toch een mening hebben? Natuurlijk hebben wij onze opvattingen, maar bij de media zit ook zoiets van: nou, dat is leuk om hem eens over te vragen. Ik zoek zelf dit soort incidenten niet op. De samenleving reageert kennelijk anders op kritiek van christenpolitici. Als geloof een rol speelt, dan merk ik irritatie bij mensen.’
Hoe komt dat?
‘Ik denk dat het te maken heeft met verlegenheid met religie. Blijkbaar hebben sommige mensen daar moeite mee. Ik vind het merkwaardig dat religie in het publieke debat geen rol mag spelen. Waarom zou je wel vanuit humanistische overtuiging politiek mogen bedrijven en niet vanuit een christelijke? Ook in het islamdebat wordt religie geproblematiseerd. Dat staat me geweldig tegen. Bepaalde onderdelen zorgen voor probleem, maar DE islam is niet HET probleem. Ik zou willen dat we die verlegenheid eens voorbij waren.’
Moet dat de meerwaarde zijn van de ChristenUnie in de regering? De acceptatie van religie in de politiek?
‘Ik zie het als een volgende ontwikkeling van onze democratie. Dat het heel gewoon is dat je ook vanuit een uitgesproken christelijke levensovertuiging heel goed een land kunt regeren. Het is aan ons om dat te bewijzen. Dat zie je ook. Vorig jaar was het land te klein toen het ernaar uitzag dat we in de regering zouden komen, nu is het al veel meer geaccepteerd. Af en toe duiken er incidenten op en zie je dat het gewenningsproces nog niet helemaal is afgerond. Maar dan denk ik: dat komt nog wel.’
Als het aan de minister voor Jeugd en Gezin André Rouvoet ligt, mogen we in Nederland met z’n allen wel wat meer baby’s maken. ‘In Nederland zijn we over het algemeen vrij terughoudend met bevolkingspolitiek en daar kan ik me wel in vinden’, zegt de ChristenUnie-leider. Maar, met het oog op de kosten van de vergrijzing is het wel een ‘interessante discussie die we moeten gaan voeren’. Het Nederlandse geboortecijfer is niet slecht met 1,7 per kind, maar het ideaal voor het opvangen van de vergrijzing is 2,1. Rouvoet wil zich daarom verdiepen in Scandinavische landen waar de kinderopvang beter is geregeld. Vrouwen werken daar meer, maar krijgen ook meer kinderen. Rouvoet: ‘Je zou denken: als de opvang niet goed is geregeld, blijven vrouwen thuis en krijgen ze ook gemakkelijker kinderen. Zo eenvoudig blijkt het niet te werken.’ Zelf is hij vader van vijf kinderen. Moeten we zijn voorbeeld volgen? ‘Nee, natuurlijk niet, dat zou heel raar zijn. Als er nou iets een persoonlijke beslissing is, dan is dat het wel.
(Bron: De Pers / Marcia Nieuwenhuis / Dirk Jacob Nieuwboer - 19 februari 2008)
Foto: Evert-Jan Daniëls, www.xpressimages.nl
Nieuwsarchief > 2008 > februari
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Wen nu maar eens aan een christen'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.