Kleine anatomie van een mediahype
Als ze een cocktail van seks, repressieve religie en Haagse rellerigheid opsnuiven, vergeten media op slag waartoe ze op aarde zijn: om de waarheid te vinden en daarover een correct publiek debat te organiseren. Zomaar een maandagmiddag. En dan ineens. BNN en VPRO sturen een persbericht naar de media waarin ze ‘trots’ aankondigen dat ze Deep Throat gaan uitzenden. Een journalist grijpt ijlings naar de telefoon om Arie Slob het grote nieuws aan te zeggen, en vraagt in één adem door wat hij daar van vindt.
Als christen kun je van alles wat vinden, maar als partij moet je weten waar je wel en niet over gaat. Politiek gaat over de overheidstaak en over het publieke domein. Dus ook over de publieke omroep. Maar een halve blik op de Mediawet is voldoende om te weten dat de overheid een aangekondigde uitzending niet vooraf uit de lucht kan schieten. Daar hebben we het in mei nog over gehad, toen het CDA de Grote Donorshow wilde verbieden. Dat kan niet, legde de minister de Kamer destijds uit; rechters oordelen pas over feiten als ze gepleegd zijn. Plasterk noemde de show zoals die werd aangekondigd echter wel ,,ongepast en onethisch’’. De omroep is volledig verantwoordelijk, hield Plasterk de Kamer voor, maar ,,het moet mogelijk zijn hem daarop aan te spreken’’. Klonk als een moreel appél op BNN.
Deep Throat
Terug naar Deep Throat en de herhaalde vraag of de ChristenUnie daar alsjeblieft wat van wilde vinden. Jazeker, want wij snappen niet dat je ‘trots’ een film kunt vertonen die een prototype is van misbruik, vernedering, winstbejag en vrouwenonderwerping, kortom van alles wat er mis is in de porno-industrie. De ChristenUnie is vorig jaar een grote actie gestart tegen kinderarbeid, we zijn kritisch over wilde dieren die voor een tamme circusact hun natuur geweld moeten aandoen. Zouden we er dan níet tegen zijn dat een vrouw van alle kanten misbruikt wordt en dat de maffia daar 600 miljoen dollar aan verdient? Moet belastinggeld gebruikt worden om daar nog wat revenuen aan toe te voegen?
Om te voorkomen dat Slob door slechte luisteraars tot een preutse blootbanner versimpeld wordt, stellen we één schriftelijke reactie op voor iedere journalist die belt. Ze vragen toch allemaal hetzelfde. Ons standaard antwoordmailtje telt maar een paar zinnen, zonder de geringste zinspeling op een (onmogelijk) verbod. Samengevat: ‘Als je het levensverhaal van Linda Lovelace kent, kun je niet zonder gêne en walging naar de film kijken.’ Het ANP maakt ervan dat Slob walgt van het initiatief van de omroepen. Slordig citaat, maar vooruit.
Dinsdag: Spits! en Metro openen met de ChristenUnie. Nu belt een reeks radio- en televisierubrieken om onze reactie op ,,de ophef die is ontstaan over Deep Throat’’. Zo gaat dat onder journalisten: de eerste wappert met z’n krant en de volgende bericht over de storm die daardoor is opgestoken.
De SGP heeft inmiddels zeven schriftelijke Kamervragen bedacht, waarvan de belangrijkste boodschap is dat het kabinet vóór 23 februari door verbod of overreding de bekering van BNN en VPRO moet afdwingen. De vragen zijn gericht aan mediaminister Plasterk en diens collega Rouvoet. Wat heeft die ermee te maken? BNN is een ‘jongerenomroep’, redeneert de SGP. Zo krijgt RTL Nieuws van de SGP een argument aangereikt om Rouvoet voor de camera te halen.
Rouvoet
Zestig woorden Rouvoet zendt RTL die avond uit. Z’n eerste zin heeft een kartelrandje, want het is een antwoord op een niet uitgezonden vraag: ,,…moreel appél op de verantwoordelijkheid, ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid van omroeporganisaties, dat is één ding. Dat doe ik graag, dat doe ik altijd….’’ Vervolgens refereert hij aan de schriftelijke vragen die de SGP gesteld heeft: of de overheid iets tegen uitzending van DT kan doen als ze dat zou willen. En daarvan zegt de minister: ,,Nou, dat zullen we even netjes op een rijtje zetten.’’
Wat doet Rouvoet hier? Niet meer dan een beleefde toezegging dat het kabinet de zeven schriftelijke SGP-vragen netjes, een voor een zal beantwoorden. Maar RTL Nieuws, en in zijn spoor het Haagse papagaaiencircus, maakt ervan dat Rouvoet wil onderzoeken of de uitzending van DT verboden kan worden. Zijn algemene en tijdloze (,,dat doe ik altijd’’) verwijzing naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid van alle omroepen, wordt vertaald als een klemmend en specifiek appél op BNN en VPRO om DT niet uit te zenden.
Als twee dagen later Balkenende aan de Kamer schrijft dat de uitzending niet zal worden tegengehouden, is het verhaal dat Rouvoet bakzeil heeft gehaald. De premier laat intussen zijn kans liggen om, zoals Plasterk in het debat over de aangekondigde donorshow wél deed, tenminste een ethische uitspraak te doen en de omroepen op hun verantwoordelijkheid te wijzen. In het verleden is de CDA-leider wel eens minder beducht geweest om iets moreels te zeggen over televisie-uitzendingen: in 2003 bekritiseerde hij satirische programma’s over het Koninklijk Huis, en in 2005 sprak hij op de EO Jongerendag ,,als premier en als christen’’ een ‘walgelijk!’ uit over het RVU-programma God bestaat niet. Zoals een PvdA’er over topinkomens spreekt: de minister van Financiën grijpt ook naar het morele appél als het gaat over een publieke misstand die hij niet kan verbieden. Maar zulke woorden – die toch aardig in lijn zijn met de kritiek van het kabinet op seksualisering van de samenleving – weet Balkenende over Deep Throat niet te verzinnen. Met het gevolg dat de SGP in een persbericht treurt over de zegevierende ,,lijn van Plasterk’’ (alsof die persoonlijk de Mediawet heeft geschreven) en triest memoreert aan een beschaamde en vervlogen hoop dat er onder dit kabinet met CDA en ChristenUnie een andere wind zou gaan waaien.
Cocktail
Dat was vorige week; zo gaat het dus. Als ze een cocktail van seks, repressieve religie en Haagse rellerigheid opsnuiven, vergeten media op slag waartoe ze op aarde zijn: om de waarheid te vinden en daarover een correct publiek debat te organiseren. Een dagblad als Trouw presteert het zaterdag om twee commentatoren in één katern te laten terugblikken over ,,de staatsrechtelijke zonde van Rouvoet’’ en ,,de heilloze interventie van minister Rouvoet’’. En een ND-journalist vraagt aan Van Agt of hij voor een verbod is, ,,zoals minister André Rouvoet wil’’.
Als de ChristenUnie dit nu allemaal zelf verzonnen had, als een sappig publiciteitsoffensiefje, zou je haar nog kunnen verwijten dat ze een beetje naïef geweest is en haar thema’s verkeerd kiest. De commentator van het Nederlands Dagblad (31 januari) suggereerde zoiets: als het over seks gaat kunnen we voortaan maar beter even zwijgen en het initiatief aan ‘de wereld’ overlaten. Wat een bedremmeld, antithetisch wij/zij-denken. Alsof christenen en niet-confessionelen (socialisten en feministen bijvoorbeeld) geen verbond mogen vormen tegen een groot maatschappelijk onrecht. In de jaren zeventig voerden ook feministen snoeiharde actie tegen de porno-industrie. Zijn ze er nog? We hebben ze vorige week niet gehoord. En waarom zou ook een SP of een PvdA haar stem niet verheffen tegen de miljardenbusiness waarvan we weten dat veel productie in lagelonenlanden (Oost-Europa, Latijns Amerika) plaatsvindt en waar geen enkele controle is op de vrijwilligheid en arbeidsomstandigheden van de ‘acteurs’ en ‘actrices’?
Porno
De ChristenUnie zou, uit angst voor imagobevestiging, strategisch moeten zwijgen als het over porno gaat. Zulke adviezen krijgen we vaker toegestopt, zelfs van onze eigen jongerenclub Perspectief: in Spits! (29 januari) houdt hun voorzitter de ChristenUnie voor dat ze zich niet uit de tent moet laten lokken. Hoe verzinnen ze het: dat een partij maar beter haar mond kan houden over een fenomeen dat schuurt met alles waarin zij gelooft en waarvoor ze staat. Is er één partij in Nederland die een zo aangelegen thema heeft waarmee ze geheid een golfje zichtbaarheid en herkenbaarheid kan veroorzaken, en waarover ze juist dáárom maar liever haar mond houdt? In dit land waar politici om het hardst roepen dat je eerlijk moet zeggen wat je vindt?
Porno is een fout product en de consumptie ervan is schadelijk. We zijn wel wat bloot gewend tegenwoordig, maar porno onderscheidt zich op één wezenlijk punt van alle erotische scènes die we kennen uit film, toneel en literatuur: porno is geen geraffineerde suggestie maar keihard liegende werkelijkheid. Een pornoactrice speelt geen rol, ze moet haar lichamelijke integriteit prijsgeven voor een beeld dat niets aan de verbeelding overlaat. Film en toneel blijven aan de oppervlakte, porno dringt binnen. Niet gedreven door liefde maar door overheersing en geldzucht. Deep Throat symboliseert niet alleen de doorbraak van porno naar het grote publiek, uit het louche seksbioscoopje (met 49 Van Agt-stoelen) naar de gewone theaters. Door het levensverhaal van hoofdrolspeelster Linda Susan Boreman is de film ook een symbool voor de onderdrukkende achtergrond van de meeste pornoproducties.
Porno dringt binnen; dat geldt niet alleen bij de productie maar ook aan de consumptiezijde. Consumptie van pornobeelden verandert relaties en de beleving van seksualiteit daarin. Partners verlangen, vragen of eisen van elkaar wat ze in pornofilms hebben gezien. Ook hiervan is Deep Throat een symbool. Orale seks geldt in de moderne jeugdcultuur als een relatief goedkope, niet emotioneel verbindende of verplichtende ‘dienst’. Zelfs een president van de Verenigde Staten heeft betoogd dat er niet eens een sexual relationship (laat staan een liefdesband) nodig is om fellatio door een ondergeschikte te ondergaan.
Een gruwelijk fout geproduceerd artikel waarvan de consumptie schade aanricht bij individuen en in relaties. Genoeg stof voor een maatschappelijk debat, zou je denken. Als de misleidende etiketten ‘seks’, ‘religie’ en ‘rel’ eraf geweekt worden, kunnen we het misschien nog eens over porno hebben, en over de vraag of de publieke omroep moet bijdragen aan het salonfähig maken daarvan.
Maar dat was vorige week, en nu is het land al weer drie hypjes (PRdeV, de homobrief van Europa, het bloot van de SP) verder.
Auteur is Sjirk Kuijper, hoofd voorlichting en woordvoerder van de Tweede Kamerfractie van de ChristenUnie.
Vanavond besteedt 'De leugen regeert' om 21.20 uur (Ned. 2) aandacht aan dit misverstand. Het televisieprogramma vraagt wekelijks aandacht voor leugens en halve waarheden in de pers. De naam 'De Leugen Regeert' komt van een citaat van Koningin Beatrix, die in 1999 met die woorden de Nederlandse journalistiek typeerde.
(Dit artikel stond 8 februari in Het Katern van het Nederlands Dagblad)
- Labels
- Tweede Kamer
Nieuwsarchief > 2008 > februari
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Kleine anatomie van een mediahype'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.