Slob: ‘Ik ben geen volmaakt mens’
Fractievoorzitter Arie Slob van de ChristenUnie zou best wel eens dé knuffelbeer van werkend Nederland kunnen worden. Van hem zouden ouders het recht moeten krijgen om twee keer per week om drie uur naar huis te gaan. “Als ik vroeger uit school kwam, was mijn moeder er altijd. Erg prettig.” Een interview met Arie Slob in ledenmagazine Aaneen van Abvakabo FNV.
Arie Slob van de ChristenUnie is tien minuten te laat, en hij excuseert zich uitvoerig.
Verbouwingen in de Tweede Kamer, de fractie zit verspreid door het pand, kortom: gedoe en
geren.
Beleefd
De fractievoorzitter is beleefd. Nergens een stemverheffing. Bloedserieus. Tijdens het
gesprek spiekt hij af en toe op een A-4tje waarop een paar zinnen staan. ‘Standpunten die
per se ter tafel moeten komen’, zoiets. De politicus is voorzichtig, veel mitsen, maren en
nuanceringen.
Maar als het gaat over carrière en kinderen, wordt hij stelliger. Ouders die minstens 32 uur
per week werken, moeten het recht krijgen om twee keer per week om drie uur te stoppen,
vindt Slob. Dan kunnen ze op tijd hun kroost van school halen.
“In een bepaalde fase in je leven krijg je te maken met logistiek van een hoog niveau. Als je
een drukke baan hebt, en kinderen in de leeftijdscategorie van vier tot twaalf jaar, moet je
constant schipperen tussen arbeid en zorg. Wij willen ouders de mogelijkheid geven die twee
beter te combineren.” Zodat mensen - áls ze dat willen- meer aandacht kunnen besteden
aan hun privéleven.
Hoezo? Is het beter voor kinderen als er een ouder is die thuis wacht met thee en koekjes?
“Bij zulke vragen valt me vaak een ondertoontje op, alsof we met het voorstel terug willen
naar de jaren 1950. Ja, ik denk dat er zeker voordelen zijn als ouders thuis zijn als de
kinderen van school komen. Als ik vroeger uit school kwam, was mijn moeder er altijd. Ik kon
meteen mijn verhaal kwijt. Erg prettig. Ik zal nooit zeggen dat kinderen in de crèche minder
goed zullen opgroeien dan kinderen die thuis worden opgevangen. Maar in die uren dat je
als ouder thuis bent, heb je in ieder geval contact met je kinderen. Je kunt met elkaar praten,
je hebt een grotere betrokkenheid.”
Papadag
Slob heeft zelf vier kinderen, van wie de oudste twintig en de jongste elf jaar is. Zijn vrouw is
fysiotherapeute. Of hij zelf van de mogelijkheid gebruik zou maken om zijn werkdag eerder te
beëindigen? Hij sputtert een beetje. “Voor mij heeft een schooltijdbaan weinig zin want ik heb
geen jonge kinderen meer.” Na enig aandringen: “Op dinsdag, woensdag en donderdag heb
ik altijd vergaderingen. Op die dagen kan ik lastig om drie uur zeggen: ik ga naar huis. Maar
op maandag en vrijdag heb ik meer mogelijkheden om mijn agenda te plooien, dan zou ik
met name in die dagen een deel van de opvang op me moeten nemen. Neem Wouter Bos,
die deed dat op vrijdag. Die noemde hij zijn ‘papadag’.”
Maar het hóeft niet, benadrukt Slob, eerder weggaan. Het is slechts een mogelijkheid. Soms
kun je zelf goede afspraken maken met je werkgever. Zo niet: “Dan kun je toch zeggen:
sorry, maar ik wil één of twee dagen per week eerder weg naar huis om de kinderen te
verzorgen. Daartoe heb ik het wettelijk recht.”
Het kabinet reageerde terughoudend op het voorstel van de ChristenUnie. “Alleen al als je
het woord ‘wettelijk recht’ laat vallen, schieten mensen omhoog.” Vooral werkgevers zullen
niet zitten te wachten op schooltijdbanen.
Of mannen hiervan gebruik gaan maken? “Ik hoop het wel.” Maar Slob geeft toe dat ook in
zijn geval zijn vrouw een groter aandeel in de opvoeding van hun kroost had dan hij. “Daar
maak je met elkaar persoonlijke keuzes in. Inleveren? Zo zag mijn echtgenote het niet. Zij
vond het een mooie taak om gewoon voor de kinderen te zorgen. En het betekent niet dat
dat minder is dan buitenshuis werken.”
Aanmatigend
Met de krapte op de arbeidsmarkt en de toenemende vergrijzing is het zaak om zoveel
mogelijk mensen aan de slag te krijgen. Gooien die schooltijdbanen dan geen roet in het
eten?
“Volgens een recent rapport van de Raad van Werk en Inkomen (RWI) zitten 200.000
mensen zonder betaald werk die wél actief op zoek zijn naar een baan. Daar vind je veel
hooggeschoolde vrouwen tussen. Dat dit arbeidspotentieel niet wordt gebruikt, is te wijten
aan die onmogelijke combinatie van werk en zorg. Ze kiezen dan toch voor de zorg. Ze
zouden best willen werken op het moment dat er toegesneden banen komen. Bij het
Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) zouden daarom vacaturebanken moeten worden
opgezet speciaal voor schooltijdbanen. Commerciële bemiddelingsbureaus moeten gericht
werven.”
Het voorstel van de ChristenUnie staat haaks op de uitspraken van collega minister Plasterk
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die vindt dat alle vrouwen fulltime moeten werken.
“Dat vind ik heel ver gaan. Uiteraard moet je ruimte bieden voor mensen als ze op de
arbeidsmarkt actief willen zijn. Het is voor de economie en de samenleving goed als er
zoveel mogelijk mensen aan de slag zijn. Maar we moeten niet blind zijn voor het feit dat er
naast een baan andere dingen zijn in het leven waar mensen óók een verantwoordelijkheid
voor dragen. Ik vind het vreemd dat we het in Nederland altijd over keuzevrijheid hebben, en
dat aan de andere kant iemand als Plasterk wel redelijk dwingend voor anderen gaat
bepalen wat ze wel of niet moeten doen. Ik vind het zeer aanmatigend als iemand tegen een
moeder zegt: u moet zo snel mogelijk naar die arbeidsmarkt, dat is het beste voor u en ook
voor uw kinderen en het land. Terwijl die vrouw twee tot vier jonge kinderen heeft, er thuis
voor de kinderen wil zijn, én met haar partner heeft bepaald dat de één kostwinner is en de
ander maar een klein deel van de inkomsten voor zijn rekening neemt.”
Slob kijkt op zijn papiertje en zegt ineens: “O ja, en voor alleenstaande ouders is het ook
heel plezierig, die schooltijdbanen.”
Bloedstroom
Zelf is de fractievoorzitter weinig thuis, sinds hij in 2001 actief werd in de landelijke politiek.
Sinds enkele maanden heeft Slob een pied á tierre in Scheveningen, waar hij slaapt na
avondvergaderingen. Normaliter woont hij met zijn gezin in Zwolle.
“Hoe ik ben als vader? Dat moet je aan mijn kinderen vragen. Onlangs waren mijn twee
jongste dochters komen eten in Den Haag, en wat ik toen van ze hoorde was dat ze het
eigenlijk wel goed met me hadden. Ik heb een goede band met mijn kinderen, denk ik.”
“Mijn oudste dochter woont op dit moment in Nigeria, ze loopt stage in een ziekenhuis. Ze
heeft een website waar ze haar belevenissen op zet, we bellen, we mailen. Als zij in haar
laatste mail schrijft: ik houd van u, dan doet me dat natuurlijk wel goed.”
Hij heeft één zoon van achttien. “Die is geïnteresseerd in mijn werk, in de politiek. Dat vind ik
erg leuk. Dat hóeft-ie helemaal niet leuk te vinden. Of mijn kinderen trots zijn op mij? Ja, ik
geloof wel dat ze het interessant vinden wat ik doe. Ze volgen mijn werk. Ik krijg heel veel
steun van mijn echtgenote en kinderen. Als ik die steun niet zou hebben, zou ik mijn werk
niet goed kunnen doen. Ik ben veel weg, er zijn nachten dat ik niet thuis ben. In dat opzicht
zijn we geen standaardgezin.”
“Ach, er zullen ook wel keren zijn dat niet lukt allemaal, dat ik niet genoeg luister naar mijn
gezin, dat mijn hoofd vol zit. Ik ben geen volmaakt mens. Ik maak fouten, ook naar mijn
kinderen en vrouw toe. Maar overwegend hebben we het goed met elkaar, en daar ben ik
dankbaar voor. Want het kan ook anders.”
Geloof
Het geloof is geheel verweven in het leven van de Christelijke politicus. “Ik heb mijn geloof
wel eens de bloedstroom van mijn leven genoemd. Dat heb ik niet van mezelf hoor. Het
bepaalt voor een groot deel wie je bent en hoe je je opstelt. In de Bijbel worden een aantal
waarden genoemd die van belang zijn. De Tien Geboden, maar ook zelfbeheersing, liefde,
openstaan voor mensen, geduld. Dat zijn allemaal dingen die je in je leven moet proberen
eigen te maken - ook in de omgang met je gezin. Je moet op het moment dat je fouten maakt
die fouten ook toegeven aan die ander. Aan je vrouw, je kinderen. ‘Sorry, ik heb een fout
gemaakt. Dat is niet goed geweest.’ Dat werkt veel beter.”
Meester wordt politicus
Arie Slob (Nieuwerkerk aan den IIssel, 1961) is van opleiding historicus. Tot 1996 werkte hij
als docent geschiedenis en maatschappijleer in het voortgezet onderwijs. “Het lag me wel,
de omgang met jongeren. Ik wilde ze proberen verder te helpen.” Op een gegeven moment
dacht Slob: er is wel meer in het leven dan alleen in een schoolgebouw zitten. En verruilde
zijn baan voor een functie als onderwijskundig adviseur en vervolgens voor het
directeurschap van onderwijsorganisatie Concent. Voordat Slob landelijk politiek actief werd,
was hij gemeenteraadslid in Zwolle. In 2002 werd hij lid van de Tweede-Kamerfractie van de
ChristenUnie, sinds 2007 is hij fractievoorzitter.
Bron: Aaneen / SANG-AH YOO, december 2007
Nieuwsarchief > 2007 > december
Geen berichten gevonden
Reacties op 'Slob: ‘Ik ben geen volmaakt mens’'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.