‘Medische ethiek: keer ten goede’
"Een keer ten goede,’’ zo omschrijft Kamerlid Esmé Wiegman – van Meppelen Scheppink de ‘beleidsbrief ethiek’ die het kabinet afgelopen vrijdag vaststelde en naar de Kamer stuurde. "Abortus blijft helaas toegestaan, maar alles is erop gericht het aantal abortussen omlaag te brengen. Door onbedoelde zwangerschappen te voorkomen, en door de hulpverlening bij ongewenste zwangerschap te verbeteren en verbreden.’’
De beleidsbrief van staatssecretaris van Volksgezondheid Jet Bussemaker (PvdA) begint met een beschouwing over de waarden die ten grondslag liggen aan de medische ethiek die het kabinet voorstaat. Rode draad is de ‘menselijke waardigheid’ die tot uitdrukking komt in drie waarden: autonomie, beschermwaardigheid van het leven en goede zorg. Die drie waarden kunnen verschillend gewogen worden.
Wiegman: "In het verleden leek het alsof autonomie, zelfbeschikkingsrecht, de enige waarde was als het over medisch-ethische kwesties ging. In het beleid dat nu wordt voorgesteld, wordt de beschermingwaardigheid van het leven veel meer benadrukt. Een cruciale zin in de brief is: ‘Bij verschillende weging van waarden is het toch mogelijk om tot concrete beleidsvoornemens te komen.’ Die zin verwoordt precies wat er aan de hand is. Natuurlijk denken wij in veel opzichten anders dan de verantwoordelijke staatssecretaris, Jet Bussemaker. Maar met de beleidsvoorstellen die ze doet kunnen we oprecht ingenomen zijn. Ze zijn een goede uitwerking van de afspraken die in het coalitieakkoord over dit terrein gemaakt zijn. Dat versterkt het vertrouwen.’’
Abortus
Een belangrijk beleidspunt is dat de beslissing over het uitdragen of afbreken van een ongewenste zwangerschap volgens een zorgvuldig protocol moet worden begeleid, zodat de vrouw alle keuzemogelijkheden goed kan afwegen. Abortus is niet dé oplossing; andere keuzemogelijkheden moeten goed in beeld komen. De beleidsbrief noemt onder meer de mogelijkheid van co-ouderschap en het (tijdelijk) afstaan van het kind. Verder belooft het kabinet ook de hulpverlening te verbeteren in het traject dat op de beslissing valt. Met name voor tienermoeders is het belangrijk dat zij praktische ondersteuning krijgen wanneer ze voor hun baby willen zorgen. Wiegman: "Zorgen over een afwijzende familie, over geld en opleiding, over de relatie met de verwekker van het kind: daar moet een tienermoeder bij geholpen worden.’’
En anderzijds erkent het kabinet ook de noodzaak van nazorg voor vrouwen die een abortus hebben ondergaan en daar later nadelige gevolgen van ondervinden.
Noodsituatie
Behalve in de ontwikkeling van zorgvuldige protocollen, waarbij ook organisaties als de Fiom en de Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind woorden betrokken, investeert het kabinet in onderzoek naar het begrip ‘noodsituatie’. De resultaten daarvan kunnen leiden tot het verbeteren van de voorlichting, gesprekstechnieken en psychosociale nazorg.
"Zeker zo belangrijk als alle pogingen om betere hulp te verlenen bij een ongewenste zwangerschap, zijn maatregelen om het aantal onbedoelde zwangerschappen te verminderen’’, benadrukt Wiegman. Het kabinet wil onder meer door goede voorlichting het aantal tienerzwangerschappen verminderen. Daarbij gaat het over seksuele voorlichting en anticonceptie, maar ook over over relaties en over de gedragsaspecten van seksualiteit. Speciale aandacht komt er voor bijvoorbeeld Surinaamse, Antilliaanse en autochtone meisjes, onder wie relatief veel abortussen gepleegd worden. Wiegman: ,,Preventie en voorlichting zijn ontzettend belangrijk, maar ik zal erop aandringen dat ook daarin niet één staatsmoraal wordt uitgedragen, maar dat er ook aandacht is voor materiaal van identiteitsgebonden instellingen.’’
Nieuwsarchief > 2007 > september
Geen berichten gevonden