DEN HAAG – Premier Jan Peter Balkenende gaat vandaag een onvoorspelbaar Kamerdebat tegemoet over zijn nieuwe kabinet. De coalitiepartijen CDA en VVD (samen 71 zetels) zijn op voorhand alleen verzekerd van de steun van de SGP (twee zetels). Die alleen zijn onvoldoende voor een meerderheid in de Tweede Kamer.

De LPF (zes zetels) vergadert vandaag vóór het debat nog over mogelijke steun aan het minderheidskabinet. Voorman Gerard van As zei gisteren wel dat hij tijdens een gesprek met Gerrit Zalm (VVD) ‘voldoende toezeggingen’ had gekregen. Bronnen rond het kabinet spreken dat echter tegen: er zou alleen zijn ‘afgetast’.

Een sleutelrol kan zijn weggelegd voor de ChristenUnie (drie zetels), maar die partij heeft grote moeite met minister Rita Verdonk (Vreemdelingenzaken). Fractievoorzitter André Rouvoet noemt haar ‘een tijdbom onder Balkenende III’. „Er komen nog een paar moeilijke onderwerpen voor Verdonk aan.“ Rouvoet noemt onder meer de nasleep van de Schipholbrand en de beoordeling van ruim 31.000 uitgeprocedeerde asielzoekers.

D66, de partij die vorige week de stekker uit het kabinet trok, is voorstander van het economisch beleid van het kabinet, maar wil ook dat Verdonk vertrekt. Daarom is D66 van plan een motie van wantrouwen tegen Balkenende III te steunen. Of die er komt, is onduidelijk. GroenLinks en de SP overwegen het nog. De PvdA liet weten geen motie in te dienen.

Balkenende en zijn bewindslieden kwamen gisteravond bijeen op het ministerie van Algemene Zaken voor het constituerend beraad. Zij bespraken de zaken die de komende maanden geregeld moeten worden.

De vergadering mocht niet plaatsvinden in de Trêveszaal, want die is voorbehouden aan het kabinet. Dit was geen kabinetsvergadering, maar ‘een bijeenkomst van individuen die van plan zijn een kabinet te vormen’, aldus de woordvoerder van Balkenende. Later op de avond verplaatste het gezelschap zich toch naar de Trêveszaal om als het demissionaire kabinet-Balkenende II nog enkele lopende zaken af te handelen.

CDA en VVD willen in de korte tijd die hen rest tot de verkiezingen op 22 november zoveel mogelijk besluiten nemen. Een groot deel van de oppositie wil juist dat het minderheidskabinet géén grote besluiten neemt.

Bron: BN/De Stem, door Erwin Buter en Jeroen Hoorn